verkort vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer vordering tul: 15.235111.19
Parketnummer: 13.215753.21
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Parketnummer: 13/215753-21
Parketnummer vordering tul: 15/235111-19
Datum uitspraak: 8 februari 2022
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] ,
nu gedetineerd in het [naam] .
4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
ten aanzien van het primair ten laste gelegde:
op 10 augustus 2021 te Amsterdam aan zijn moeder, [naam moeder] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere gebroken ribben en een kaakbreuk en een lichte hersenbloeding en een klaplong, heeft toegebracht door die [naam moeder]
- in een wurggreep om de ribben vast te pakken/te houden en
- meermaals, terwijl zij op de grond lag, tegen het gezicht en tegen de ribbenkast (met de vuist) te slaan/stompen en
- meermaals, terwijl zij op de grond lag, tegen het gezicht en tegen de ribbenkast te schoppen.
9 Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich de op 13 oktober 2021 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, in de zaak met parketnummer 15/235111-19, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 24 september 2020 van de kinderrechter te Noord-Holland, waarbij verdachte is veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 1 (één) maand, met bevel dat deze straf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op 2 (twee) jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Tevens bevindt zich bij de stukken een geschrift, waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering aan verdachte per post is toegezonden
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis.
Gelet op het opleggen van de voorwaardelijke PIJ-maatregel en de dadelijke uitvoerbaarheid van de daaraan verbonden bijzondere voorwaarden, wijst de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging af, nu zij de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf niet opportuun acht. De tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie zal de werking en het doel van de opgelegde maatregel en voorwaarden doorkruisen.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het primair ten laste gelegde:
zware mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn moeder.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging.
Legt op aan verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.
Bepaalt dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten indien de betrokkene gedurende de proeftijd de hierna vermelde algemene en/of bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt de proeftijd vast op 2 (twee) jaren onder de algemene voorwaarde dat de betrokkene zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meewerken aan reclasseringstoezicht
Betrokkene werkt mee aan het toezicht door de jeugdreclassering, waaronder:
- -
Het melden op afspraken bij de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt.
- -
Het houden aan de aanwijzingen van de reclassering die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- -
Verstrekken van een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is.
- -
Meewerken aan huisbezoeken.
- -
Het geven van inzicht in de voortang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- -
Zich niet zonder toestemming van de reclassering op een ander adres vestigen.
- -
Meewerken aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, voor zover dat voor het toezicht van belang is.
Niet naar het buitenland
Betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de jeugdreclassering.
Opname in een zorginstelling
Betrokkene laat zich opnemen in [naam zorginstelling] , [plaats] , of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt maximaal 18 (achttien) maanden of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Betrokkene werkt mee aan de behandeling en houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
Betrokkene laat zich behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend aan de opname in de zorginstelling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Bij terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het
psychiatrische toestandsbeeld en indien een grote kans op risicovolle situaties bestaat, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat betrokkene zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Indien de reclassering dat nodig acht, verblijft betrokkene in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Drugs- en alcoholverbod
Betrokkene gebruikt geen drugs en alcohol.
Meewerken aan middelencontrole
Betrokkene werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs.. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Volgen van onderwijs (jeugdstrafrecht)
Betrokkene volgt onderwijs, zolang de reclassering dit nodig vindt.
Meewerken aan dagbesteding
Betrokkene werkt mee aan het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding.
Inzicht geven in financiën
Betrokkene geeft inzage in zijn financiële situatie en werkt indien door de reclassering geïndiceerd, mee aan budgetbeheer of schuldhulpverlening.
Inzicht geven in sociaal netwerk
Betrokkene geeft de reclassering inzicht in zijn sociale netwerk en relaties.
Van rechtswege gelden tevens de voorwaarden dat betrokkene gedurende de proeftijd
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Geeft opdracht aan Stichting Jeugd- en Gezinsbeschermers regio Haarlem (dhr. R. van den Broek), Diakenhuisweg 19, 2033 AP Haarlem, tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de betrokkene ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 24 september 2020 opgelegde voorwaardelijke straf.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. G. Oldekamp, voorzitter,
mrs. E. Akkermans en E. van den Brink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 februari 2022.