10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft
ten aanzien van feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 3:
diefstal
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], voor het bewezene niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging ter zake daarvan.
Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld.
Stelt daarbij de volgende voorwaarden:
- -
Veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
- -
Veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht, welk toezicht inhoudt:
o Veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering of op een ander door de reclassering bepaalde locatie. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
o Veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien.
o Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
o Veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is.
o Veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken.
o Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
o Veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
o Veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
o Veroordeelde wordt verplicht mee te werken aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) of een soortgelijke instelling, tenzij de reclassering dat niet of niet langer noodzakelijk vindt. Deze time-out duurt maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
o Veroordeelde wordt verplicht zich op te laten nemen in een Forensisch Psychiatrische Centrum of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan de detentieperiode. Derhalve dient betrokkene mee te werken aan een overbruggingsplaatsing op FPK- of FPA-niveau indien er in het Forensische Psychiatrische Centrum niet direct plek is. De opname duurt maximaal twee (2) jaar, of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met de reclassering verantwoord achten. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
o Veroordeelde laat zich behandelen door het Forensisch ACT van Inforsa of soortgelijke behandeling. De behandeling start aansluitend aan de klinische periode. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
o Veroordeelde werkt mee aan het vinden en behouden van passende huisvesting, ook als dat inhoudt beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
o Veroordeelde werkt mee aan het vinden van passend werk dan wel een zinvolle dagbesteding (indien nodig), waarbij rekening gehouden wordt met zijn draagkracht en draaglast.
o Veroordeelde geeft openheid over zijn sociale netwerk en relaties.
o Veroordeelde werkt mee aan bewindvoering, geeft inzage in zijn financiële situatie en werkt, indien door de reclassering geïndiceerd, mee aan een schuldsaneringstraject.
o Veroordeelde onthoudt zich gedurende de looptijd van de Tbs-maatregel van het gebruik van harddrugs, softdrugs en alcohol. Veroordeelde werkt mee aan urine- en ademanalysecontroles indien de toezichthouder dergelijke controle geïndiceerd acht.
Geeft opdracht aan Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering de terbeschikkinggestelde bij de naleving van die aanwijzingen hulp en steun te verlenen.
Stelt daarbij voorts als voorwaarden:
- -
Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de slachtoffers in onderhavige strafzaak of met andere medewerkers van [naam daklozenopvang] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Het contactverbod dient gecontroleerd te worden door de politie. Wanneer de slachtoffers open staan voor herstelbemiddeling, dan dient dit niet eerder plaats te vinden dan tijdens de klinische behandeling.
- -
Veroordeelde bevindt zich niet binnen 100 (honderd) meter van de winkel [naam winkel] ( [adres] ) en de daklozenopvang [naam daklozenopvang] ( [adres] ). Het locatieverbod dient gecontroleerd te worden door de politie.
Beveelt dat de opgelegde tbs-maatregel met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zal zijn.
Vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]
:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 321,01 (driehonderdéénentwintig euro en één cent) aan vergoeding van materiële schade en € 10.000 (tienduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 december 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel:
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 10.321,01 (tienduizenddriehonderdéénentwintig euro en één cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 december 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 86 (zesentachtig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]
:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 850,00 (achthonderdvijftig euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 december 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel:
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 850,00 (achthonderdvijftig euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 december 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 17 (zeventien) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3]
:
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 850,00 (achthonderdvijftig euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 december 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 3] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel:
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat € 850,00 (achthonderdvijftig euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten 7 december 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 17 (zeventien) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis, met ingang van het moment dat verdachte in een Forensisch Psychiatrisch Centrum is geplaatst.
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. K.A. Brunner en T.H. van Voorst Vader, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.C. Roodenburg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 augustus 2022.