De voorzieningenrechter neemt deze – op verzoek van de Tweede Kamer en de Minister – voor de uitvoering door de zorgverlener van artikel 7:458a lid 1, onder c, BW opgestelde KNMG-handreiking (en daarin vermelde jurisprudentie) mede tot uitgangspunt. De onder 4.5 beschreven situatie doet zich hier voor: de overledene heeft haar testament aangepast, daarbij [eiser 1] c.s. onterfd en er zijn concrete aanwijzingen dat de overledene wilsonbekwaam was op het moment dat zij haar testament wijzigde. [eiser 1] c.s. willen (op voorshands goede gronden) de rechtsgeldigheid van het testament aanvechten en hebben een bewijsopdracht van de rechter gekregen. De concrete aanwijzingen zijn erin gelegen dat
(i) in de door [eiser 1] c.s. in de bodemprocedure overgelegde medische gegevens die Amstelring (wel) aan hen heeft verstrekt, al relevante aanknopingspunten en een begin van bewijs te vinden zijn,
(ii) de bodemrechter in het tussenvonnis niet voor niets de opdracht tot het leveren van aanvullend bewijs heeft gegeven,
(iii) de voorzieningenrechter van deze rechtbank in het vonnis van 17 juni 2022 de (opvolgend) notaris heeft veroordeeld tot afgifte aan [eiser 1] c.s. van de eerste drie testamenten van de overledene, met doorbreking van de geheimhoudingsplicht, overwegende:
“3.1 (...) Van een zwaarder wegend belang is in dit geval sprake. In de
eerste plaats is het zo dat eisers bij het laatste testament zijn onterfd. In de tweede plaats heeft het er alle schijn van, gelet op het dossier, dat de tante niet dan wel beperkt wilsbekwaam was ten tijde van het opmaken van het laatste testament. De medische gegevens wijzen in die richting. Van belang is ook dat de heer [naam buurman] door een beschikking van de kantonrechter is ontslagen als executeur-testamentair.“