Een 26-jarige vrouw is veroordeeld tot 4 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 180 uur taakstraf omdat zij op 26 december 2019 in Amsterdam een vriend tijdens een ruzie ernstig mishandelde. Zij stak hem in zijn oog waardoor hij daaraan permanent blind werd. Ook moet zij ruim 35.000 schadevergoeding betalen.
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte]
,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 augustus 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S.J. Wirken, en van wat verdachte en haar raadsman, mr. S. Ettalhaoui, naar voren hebben gebracht.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
zij op of omstreeks 18 mei 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk
een ambtenaar, te weten [slachtoffer 1] / [slachtoffer 2] (hoofdagent), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling
heeft beledigd, door hem meermalen de woorden toe te voegen: "kankerluiers, kanker flikkers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
zij op of omstreeks 3 december 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland,
[slachtoffer 3] heeft mishandeld door hem in/tegen het gezicht te slaan.
3 Geldigheid van de dagvaarding
Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet gebleken dat de dagvaarding op de bij de wet voorgeschreven wijze is betekend. In het dossier ontbreekt een akte van uitreiking van de dagvaarding. Verdachte was weliswaar ter zitting aanwezig in verband met de behandeling van een andere strafzaak, maar zowel verdachte als haar raadsman verklaarden er niet van op de hoogte te zijn dat ook de onderhavige zaak voor de zitting van 25 augustus 2022 was aangebracht. De dagvaarding zal daarom nietig worden verklaard.
4 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
mrs. I. Mannen en A.R. Vlierhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. West, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 augustus 2022.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: