vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer vordering tul: 13.061282.21
Parketnummer: 13.124943.22
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Parketnummer: 13-124943-22 (Promis)
Parketnummer vordering tul: 13-061282-21
Datum uitspraak: 18 november 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] ,
nu gedetineerd in: [naam] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 november 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.D. Braber, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.T. van Vulpen, naar voren hebben gebracht.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in Bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen
dat verdachte
in de periode van 11 oktober 2021 tot en met 18 mei 2022 in Nederland wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
- (ook in de nachtelijke uren) meerdere malen langs te komen bij en zich op te houden in de omgeving van de woning van voornoemde [slachtoffer] , hetgeen in de periode oktober 2021 tot en met april 2022 heeft geleid tot in ieder geval 10 politiemutaties en
- in bepaalde periodes (van vroeg in de ochtend tot midden in de nacht) veelvuldig Whatsapp-berichten te sturen aan voornoemde [slachtoffer] en
- wanneer hij, verdachte, geen reactie krijgt van voornoemde [slachtoffer] , veelvuldig berichten te sturen aan de gezamenlijke zoon van verdachte en voornoemde [slachtoffer] en
- in bepaalde periodes (van vroeg in de ochtend tot midden in de nacht) voornoemde [slachtoffer] herhaaldelijk te bellen en
- zich op dreigende toon uit te laten jegens [slachtoffer] via Whatsapp-berichten en telefoongesprekken,
met het oogmerk voornoemde [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en vrees aan te jagen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
7 De strafbaarheid van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van de Pro Justitia rapportages (psycholoog en
psychiater) van 21 september 2022. Hieruit volgt dat bij verdachte sprake is van een stoornis in het gebruik van een amfetamineachtig middel en dat er sprake is van een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Uit de rapportages volgt dat de stoornissen van invloed zijn geweest op het handelen van verdachte ten tijde van het feit. De rapporteurs adviseren het feit in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Daarnaast adviseren zij dat verdachte klinisch en ambulant wordt behandeld voor zijn middelengebruik en dat hij medicatie toegediend krijgt, nu abstinentie van middelen en medicatiegebruik belangrijke factoren zijn om psychotische ontregeling en herhaling te voorkomen.
De rechtbank neemt de conclusies en de adviezen van de deskundigen over. De verdachte wordt verminderd toerekeningsvatbaar geacht ten aanzien van het bewezenverklaarde feit.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
9 Verlenging proeftijd voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich de op 12 juli 2022 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam in de zaak met parketnummer 13-061282-21, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 9 juli 2021 van de meervoudige strafkamer te Amsterdam, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 107 dagen met aftrek van het voorarrest, met bevel dat deze straf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op 3 jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Tevens bevindt zich bij de stukken een geschrift waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering aan verdachte per post is toegezonden.
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis.
Een tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf zou de bijzondere voorwaarden die de rechtbank aan verdachte oplegt, in het bijzonder de opname in de [naam kliniek] , doorkruisen. De rechtbank acht het echter wel van belang dat verdachte een consequentie ondervindt van het feit dat hij gedurende zijn proeftijd zich opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een (soortgelijk) strafbaar feit. De rechtbank ziet hierin aanleiding om de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde straf met één jaar te verlengen.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 66 dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- Veroordeelde meldt zich volgens reeds lopende afspraken bij Reclassering Inforsa op het adres Vlaardingenlaan 5 te Amsterdam. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- -
Veroordeelde verblijft in de [naam kliniek] . De opname duurt een jaar, vanaf de datum van opname d.d. 9 november 2022, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
- -
Veroordeelde laat zich behandelen door Inforsa FACT of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
- -
Veroordeelde verblijft in een nader te bepalen instelling of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Tijdens de klinische opname wordt een woonprofiel opgesteld waaruit blijkt of begeleid wonen geïndiceerd is. Een startdatum is dan ook nog niet bekend. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
- -
Veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
- -
Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met mevrouw [slachtoffer] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
- -
Veroordeelde bevindt zich niet in de buurt van de woning van mevrouw [slachtoffer] en bij de school van hun zoon, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
- -
Veroordeelde heeft zinvolle dagbesteding of ander werk en werkt mee aan een traject voor de totstandkoming ervan.
- -
Veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn/haar financiën en schulden.
- -
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van ICE/cocaïne om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
- -
Veroordeelde bevindt zich niet in een straal van 5 kilometer rond het adres van mevrouw [slachtoffer] en de school van zijn zoon (Bijlage III). Veroordeelde werkt mee aan Elektronische Monitoring op dit locatieverbod. Het betreft een locatieverbod met politieopvolging. Dit houdt in dat wanneer veroordeelde het locatieverbod overtreedt, de politie direct naar het adres van het slachtoffer zal aanrijden ter bescherming. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de Elektronische Monitoring nodig is dat veroordeelde in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen.
- -
Veroordeelde is op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met veroordeelde en mede afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft veroordeelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van maximaal 12 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat maximaal 2 uur. In de weekenden heeft veroordeelde een aaneengesloten blok van maximaal 4 uur per dag vrij te besteden. Veroordeelde werkt mee aan Elektronische Monitoring op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is [adres] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de Elektronische Monitoring nodig is dat veroordeelde in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen.
Geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Verlengt de bij vonnis van 9 juli 2021 met parketnummer 13-061282-21 bepaalde proeftijd met 1 jaar.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Thomas, voorzitter,
mrs. J.W.H.G. Loyson en M.F.A.M. Smeets, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. Willeboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 november 2022.