2.3.
SVB heeft [eiser] op 10 april 2014 een brief gestuurd met als onderwerp: aanvragen AOW-pensioen. Deze brief vermeldt onder meer het volgende:
“U bereikt binnenkort uw AOW-leeftijd. (…) In deze brief leest u hoe u een AOW pensioen kunt aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).”
Bij de brief is een overzicht gevoegd van een pagina, getiteld De AOW in hoofdlijnen. Hierin is onder meer het volgende vermeld:
“Heeft uw partner de AOW-leeftijd nog niet bereikt? Dan kunt u boven op uw AOW pensioen een extra bedrag krijgen: de partnertoeslag.”
2.4.
SVB heeft [eiser] een AOW-pensioen toegekend bij toekenningsbeschikking van 11 augustus 2014 (hierna: de toekenningsbeschikking). Hierin was de volgende informatie opgenomen over de voorwaarden voor toekenning van een partnertoeslag.
“
Waarom u geen toeslag krijgt
AOW’ers met een partner die nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt, kunnen een toeslag
krijgen op hun AOW-pensioen. Dit hangt af van het inkomen van de partner. U krijgt
geen toeslag, omdat het inkomen van uw partner te hoog is. Worden de inkomsten van
uw partner lager? Kijk voor meer in formatie bij ‘Een wijziging doorgeven’ in het
overzicht bij deze brief. (…)
Toeslag vervalt in 2015
In 2015 vervalt de toeslag. Wat dat voor u betekent, leest u in het overzicht bij deze
brief onder het kopje ‘Toeslag vervalt in 2015
Genoemd overzicht luidt voor zover in deze zaak van belang als volgt:
Toeslag vervalt in 2015
In 2015 vervalt de toeslag. Lees hier wanneer u vanaf 2015 nog een toeslag kunt
krijgen.
U bent geboren voor 1 november 1949
U kunt vanaf 2015 alleen nog een toeslag krijgen als u:
• voor 1 januari 2015 gehuwd bent of samenwoont, én
• in december 2014 een toeslag ontvangt.
(...)
Krijgt u geen toeslag omdat het inkomen van uw partner te hoog is?
In 2014 kunt u alsnog een toeslag krijgen als het inkomen van uw partner onder de
inkomensgrens van de toeslag komt. Dit verandert vanaf 2015. Komt het inkomen van
uw partner in of na 2015 onder de inkomensgrens van de toeslag, dan kunt u geen
toeslag krijgen. De inkomensgrens voor inkomsten uit arbeid, zoals loon of winst uit
bedrijf, ligt bij € 1.330,92 bruto per maand. Voor overige inkomsten, zoals een pensioen
of uitkering, ligt de grens bij € 737,76 bruto per maand. Dit zijn de bedragen per 1 juli 2014. Kijk voor de actuele bedragen op www.svb.nl/aow.
Partner in 2015 of later een te hoog inkomen? Dan stopt de toeslag definitief
Heeft uw partner een toeslag maar krijgt uw partner in of na 2015 een inkomen boven
de inkomensgrens van de toeslag? Dan stopt de toeslag definitief.”
Een kopie van deze beschikking is [eiser] bij brief van 7 december 2017 toegezonden.
2.5.
[eiser] heeft getracht om door het instellen van bezwaar tegen de toekenningsbeschikking alsnog in aanmerking te kunnen komen voor de partnertoeslag. In het bezwaarschrift is namens [eiser] aangegeven dat hij meent na 2015 recht te hebben op partnertoeslag zodra zijn echtgenote geen inkomsten meer heeft. Bij beslissing op bezwaar van 23 maart 2018 heeft SVB het bezwaar ontvankelijk, doch ongegrond verklaard.
2.6.
[eiser] is tegen de onder 2.5 genoemde beslissing in beroep gegaan. Bij uitspraak van 23 oktober 2018 heeft de rechtbank Oost-Brabant het beroep ongegrond verklaard en daarbij onder meer het volgende overwogen.
“6. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder te kennen gegeven dat nergens uit blijkt dat het primaire besluit in eisers Berichtenbox is geplaatst. Het besluit is wel per post verzonden naar het adres waar verweerder alle post die gericht is aan eiser toezendt. Omdat het primaire besluit niet aangetekend is verstuurd, eiser ontkent dat besluit te hebben ontvangen en er ook geen verzendadministratie is bijgehouden door verweerder waaruit zou kunnen blijken dat het besluit daadwerkelijk in augustus 2014 naar eiser is gestuurd, moet het er voor gehouden worden dat eiser pas in december 2017 bekend is geworden daarmee, zie bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 10 april 2018 (ECLl:NL:CRVB:2018:1173). Verweerder heeft het bezwaar daarom terecht ontvankelijk geacht.
7. Aan eiser is geen partnertoeslag toegekend wegens de wijziging van artikel 8 van de AOW met ingang van 1 januari 2015 (…)
8. De rechtbank stelt voorop en door eiser wordt ook niet (meer) betwist dat eiser geen recht op toeslag had in december 2014 omdat het inkomen van zijn partner te hoog was. In het licht hiervan kan niet anders dan geoordeeld worden dat verweerder terecht heeft geconstateerd dat het primaire besluit juist is en heeft hij het bezwaar van eiser tegen het ·primaire besluit ook terecht ongegrond verklaard bij het bestreden besluit. Ook het bestreden besluit is derhalve juist en vertoont geen gebreken. Gelet hierop is er geen reden om het bestreden besluit niet in stand te laten en dient het beroep van eiser ongegrond verklaard te worden.
9. Over hetgeen in beroep is aangevoerd merkt de rechtbank nog het volgende op.
(…)
14. In het algemeen kan gesteld worden dat mensen geacht worden de wet - en de voor hen van belang zijnde wijzigingen daarin - te kennen. Voor deze wetswijziging geldt dat bij uitstek omdat daartoe al reeds in 1996 besloten is. Bovendien is er in de aanloop naar het tijdstip waarop de partnertoeslag werd afgeschaft ook nog eens veel aandacht aan besteed in de (landelijke) pers, op allerlei websites en door bijvoorbeeld ouderenorganisaties. De rechtbank is daarom van oordeel dat het eiser, ook al was hij nog maar net AOW-gerechtigd op het moment van de wetswijziging en ook al zou hij het primaire besluit nooit ontvangen hebben, bekend had kunnen en moeten zijn met de ophanden zijnde afschaffing van de partnertoeslag. Dat eiser er niet van op de hoogte was dient dan ook voor zijn rekening en risico te blijven.
15. Met betrekking tot het beroep van eiser op het vertrouwensbeginsel merkt de rechtbank op dat in de algemene informatiefolder die verweerder op 10 april 2014 naar eiser heeft gestuurd in algemene termen is vermeld dat men, indien men samenwoont met 'een partner die de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt een partnertoeslag kan krijgen. Dat was op dat moment onder bepaalde voorwaarden ook nog het geval. Mede gelet op het feit dat eiser aan die voorwaarden niet voldeed, vermag de rechtbank niet in te zien hoe deze informatie zou kunnen worden opgevat als de voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel vereiste - uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en ongeclausuleerde toezegging van het daartoe bevoegd gezag dat eiser niettemin recht zou krijgen op een partnertoeslag.”