6.3.1.
Sky ECC
Het bewijs in deze zaak bestaat voor een groot deel uit onderschepte Sky ECC berichten. Om die reden zal de rechtbank beginnen met het koppelen van de in het dossier voorkomende Sky ECC accounts aan de verschillende verdachten, voor zover de gebruikers van de desbetreffende accounts aan de hand van het dossier, of afgelegde verklaringen ter terechtzitting, kunnen worden geïdentificeerd.
Account dat wordt toegeschreven aan [verdachte]
Het Sky ECC account [account 1] , bijnaam ‘ [bijnaam 1] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [verdachte] op basis van een koppeling aan het toestel met imei-nummer # [nummer] , dat van 25 april 2020 tot en met 18 juli 2020 werd gebruikt.15 Onder [verdachte] werd dit toestel in beslag genomen.16 Uit onderzoek is gebleken dat voornoemd imei-nummer voornamelijk een Cell-ID aanstraalt op de locatie [locatie] , in de nabijheid van de [verblijfadres] , het verblijfadres van [verdachte] .17 De gebruiker van het account [account 1] stuurde op verzoek van [medeverdachte 1] (zie hieronder) een foto van een brief die gericht is aan [naam bedrijf] , het bedrijf van [verdachte] .18
Hoewel de verdediging betwist dat [verdachte] ooit gebruik heeft gemaakt van een Sky ECC account, is deze enkele betwisting naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om te twijfelen aan de juistheid van de conclusies van de politie. De rechtbank neemt deze conclusies dan ook over en gaat ervan uit de berichten die via het account [account 1] zijn verzonden, door [verdachte] zijn verzonden en dat de berichten die naar dit account zijn verstuurd aan hem waren gericht.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1]
Het Sky ECC account [account 2] , waarvan de gebruiker ook wel ‘ [gebruiker 1] ’, ‘ [gebruiker 2] ’, ‘ [gebruiker 3] ’ of ‘ [gebruiker 4] ’ wordt genoemd, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] , die in de periode 8 november 2019 tot en met 28 april 2020 van dit account gebruik zou hebben gemaakt.19 De politie baseert deze conclusie op de imei-nummers (eindigend op # [nummer] en later # [nummer] ) van de toestellen waaraan het account gekoppeld is geweest, gecombineerd met de historische verkeersgegevens, vluchtgegevens en beslaggegevens. Zo is ten aanzien van het imei-nummer # [nummer] gebleken dat het toestel in de nachtelijke en vroege ochtenduren regelmatig gebruik maakte van Cell-ID’s gevestigd op de [locatie] , een zendmast in de buurt van de [GBA adres] , het GBA-adres van de vrouw en kinderen van [medeverdachte 1] .20 Gebleken is dat het toestel (imei-nummer eindigend met # [nummer] ) op 4 februari 2020 omstreeks 15.27 uur gebruik maakte van een Cell-ID aan het Rotterdam Airportplein te Rotterdam en om 17.57 uur van Cell-ID’s te Marokko. Verder is gebleken dat [medeverdachte 1] één van de passagiers was op vlucht [nummer] op 4 februari om 15.28 uur van Rotterdam naar Tangier (Marokko).21 Ook is dit toestel op 26 maart 2020 bij een verkeerscontrole onder [medeverdachte 1] in beslag genomen.22 Nadat [medeverdachte 1] op 29 maart 2020 door de politie was heengezonden, werd het account [account 2] aan het andere imei-nummer gekoppeld (# [nummer] ).23
Het Sky ECC account [account 3] , waarvan de gebruiker eveneens ‘ [gebruiker 1] ’, ‘ [gebruiker 2] ’ of ‘ [gebruiker 3] ’ wordt genoemd, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] voor de periode 10 juli 2020 tot en met 7 september 2020.24 De politie komt tot deze conclusie, omdat de bijnamen overeenkomen met die van de gebruiker van het bovengenoemde account [account 2] .25 Daarnaast volgt uit de inhoud van een Sky ECC gesprek op 27 en 28 juli 2020 en uit plaatsbepalingsapparatuur in een Volkswagen Golf ( [kenteken] ), een voertuig van [medeverdachte 10] dat bij [medeverdachte 1] in gebruik was, dat de gebruiker van het account [account 3] zich naar de McDonalds te Merksem (België) begaf voor een ontmoeting en dat hij, ‘ [gebruiker 3] ’, onderweg is met 120.000.26 Het toestel met imei-nummer # [nummer]27, vermoedelijk bij [medeverdachte 1] in gebruik, reisde mee.28
Het Sky ECC account [account 4] wordt op basis van chatgesprekken door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] voor de periode van 16 november 2020 tot en met 26 februari 2021.29 Zo wordt er op 27 november 2020, vlak na de aanhouding op heterdaad in zaaksdossier Breeweg op 23 november 2020, door de gebruiker van het account [account 4] gezegd dat hij zijn ‘brada’ en ‘3 topwerkers’ binnen heeft, ‘en verlies van dat alles’. [medeverdachte 2] , de halfbroer van [medeverdachte 1] , is op 23 november 2020 aangehouden, waarbij tevens 285 kilo cocaïne is aangetroffen en in beslag is genomen.30 De gebruiker van [account 4] noemt zichzelf in een chat op 25 februari 2021 ‘ [gebruiker 1] ’. In deze chat wordt gesproken over ‘ [bijnaam 2] ’, een bijnaam die wordt toegeschreven aan [verdachte] , die niet mag praten, en dat er een potje voor hem is als hij buiten komt. ‘ [gebruiker 1] ’ zou 20K afgooien voor het gezin van [bijnaam 2] .31
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en gaat ervan uit de berichten via de accounts [account 2] , [account 3] en [account 4] door [medeverdachte 1] zijn verzonden en dat de berichten die naar deze accounts zijn verstuurd aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 2]
Het Sky ECC account [account 5] wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 2] en werd door hem gebruikt in de periode van 4 december 2019 t/m 4 juni 2020. Dit wordt mede gebaseerd op de historische gegevens van het imei-nummer dat aan het account gekoppeld is (# [nummer] ) 32, in combinatie met aangestraalde Cell-ID’s met MCC-codes in het buitenland en verschillende vluchtgegevens van vluchten waarop [medeverdachte 2] passagier was (vlucht [nummer] van Amsterdam naar Barcelona (Spanje) op 18 december 2019, vlucht [nummer] van Barcelona naar Amsterdam op 19 december 2019, vlucht [nummer] van Schiphol naar Istanbul (Turkije) op 22 februari 2020 en vlucht [nummer] van Istanbul naar Amsterdam op 24 februari 2022).33 Daarnaast straalde het toestel dat gebruik maakte van voornoemd imei-nummer regelmatig Cell-ID’s aan op de [locatie] .34 Dit adres bevindt zich – zo constateert de rechtbank - dicht in de buurt van het woonadres van [medeverdachte 2] aan de [woonadres] .
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel het account [account 5] door [medeverdachte 2] werd gebruikt.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 4]
Het Sky ECC account [account 6] , met bijnaam ‘ [bijnaam 3] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 4] op basis van twee imei-nummers (# [nummer] en # [nummer] ). De telefoon met imei-nummer # [nummer] is, hoewel gewist en teruggezet in fabrieksinstellingen, na de aanhouding van [medeverdachte 4] bij de doorzoeking in zijn woning aan de [adres] aangetroffen en in beslag genomen.35 Het Sky ECC account is vanaf 9 april 2020 in het toestel met imei-nummer # [nummer] actief geweest.36
Het account [account 6] komt voor in zestien chatgroepen, waaronder [account 7] :661 met [medeverdachte 1] (‘ [bijnaam 4] ’, [account 2] ) en een persoon met de bijnaam ‘ [bijnaam 5] ’ (Sky ECC account [account 7] ), waarin de gebruiker van het account [account 6] ‘ [gebruiker 5] ’ wordt genoemd en waarin op 7 april 2020 aan hem wordt gevraagd of hij updates kan zien van terminal posities. De gebruiker van het account [account 6] reageert dat hij nog geen autorisaties van ECT heeft gekregen en dat dat ‘mrg ofso’ wel rond moet zijn, waarna hij een foto van een door [medeverdachte 4] ondertekende mail stuurt waarin wordt verzocht om uitbreiding van de autorisaties voor het account ‘ [account 8] ’. Er wordt door het account dat aan [medeverdachte 1] wordt toegeschreven gereageerd dat ‘hys vndg door zn proeftyd’, dat het ‘bslletje’ nu pas loopt en dat de gebruiker van het account [account 6] een weekje heeft om essentiële dingen te leren.37 In de chatgroep [account 7] :791 , wederom met [medeverdachte 1] (‘ [bijnaam 4] ’, [account 2] ) en ‘ [bijnaam 5] ’ ( [account 7] ), wordt de gebruiker van het account [account 6] ‘ [gebruiker 6] ’ genoemd. Op 22 april 2020 wordt er een foto van een container gestuurd door het account [account 7] .38 Hierop wordt door de gebruiker van het account [account 6] gereageerd met de tekst: ‘goedemorgen, on it’.39 [medeverdachte 4] werkt sinds 9 maart 2020 bij rederij [naam rederij] .40
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via het account [account 6] door [medeverdachte 4] zijn verzonden, dan wel dat deze aan hem waren gericht.
Accounts die worden toegeschreven aan [medeverdachte 3]
De Sky ECC accounts [account 9] , [account 10] , [account 11] en [account 12] worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] op basis van overeenkomende bijnamen (waaronder ‘ [bijnaam 6] ’, ‘ [bijnaam 7] ’, ‘ [bijnaam 8] ’ en ‘ [bijnaam 9] ’) ten aanzien van de periode 20 december 2019 tot en met 4 juni 2020 met betrekking tot alle accounts.41 Verder is onderzoek verricht naar de historische gegevens van de aan de accounts gekoppelde imei-nummers en is er een IMSI-catcher ingezet, waarbij is gebleken dat het IMSI-nummer eindigend op # [nummer] vanaf 25 januari 2020 gekoppeld is aan een telefoon met imei-nummer eindigend op # [nummer] en daarvoor # [nummer] (verbonden aan Sky ECC ID [account 9] ). Bij de wisseling van imei-nummers werd door het Sky ECC toestel dezelfde Cell-ID aangestraald als door het telefoonnummer eindigend op # [nummer] , dat op basis van stemherkenningen aan [medeverdachte 3] wordt toegeschreven.42 De toestellen maken gebruik van dezelfde Cell-ID’s, voornamelijk in Amsterdam-Zuidoost en Almere. Met behulp van een IMSI-catcher is de locatie op 14 april 2020 nauwkeurig vastgesteld op het adres [adres] , de woning van de tante van [naam vriendin] , de vriendin van [medeverdachte 3] . Verder is gebleken dat de gebruiker van het toestel met imei-nummer # [nummer] naar Portugal is gevlogen. [medeverdachte 3] staat op de passagierslijst van vlucht [nummer] van Amsterdam naar Portugal. Ten aanzien van het toestel met imei-nummer # [nummer] geldt dat voor vluchten van Amsterdam naar Paramaribo op 31 december 2019 ( [nummer] ) en van Paramaribo naar Amsterdam ( [nummer] ) op 21 januari 2020. [medeverdachte 3] komt opnieuw voor op desbetreffende passagierslijsten.43
Aan het Sky ECC account [account 10] was een toestel gekoppeld met een imei-nummer eindigend op # [nummer] en een telefoonnummer eindigend op # [nummer] . In onderzoek Wettin is [medeverdachte 3] als de gebruikers van voornoemd imei-nummer geïdentificeerd.44 In onderzoek Waldeck bleek dat dit imei-nummer op dezelfde retourvluchten naar Helsinki en Paramaribo reisde als [medeverdachte 3] .45
Aan het account [account 12] bleek een toestel met imei-nummer # [nummer] te zijn gekoppeld. In de nachtelijke uren straalde deze voornamelijk Cell-ID’s aan de [locatie] en de Muiderzandweg te Almere aan. Inzet van een IMSI-catcher heeft de locatie van het toestel op 13 juli 2020 nauwkeurig vastgesteld, wederom op het adres [adres] . Daarnaast is vastgesteld dat het toestel meereist met het telefoonnummer # [nummer] (reeds hierboven genoemd).46
Tot slot wordt ook het Sky ECC account [account 13] door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven. De gebruiker van dit account, dat op 22 juni 2020 in gebruik is genomen, wordt wederom [bijnaam 8] genoemd. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat deze Sky ID veel overeenkomstige contacten heeft met het account [account 12] , dat aan [medeverdachte 3] wordt toegeschreven.47
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat de berichten via de accounts [account 9] , [account 10] , [account 11] , [account 12] en [account 14] door [medeverdachte 3] zijn verzonden en dat de berichten die naar deze accounts zijn verstuurd aan hem waren gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 5]
[account 15] , met de gebruikte bijnaam ‘ [bijnaam 10] ’ is het Sky ECC account dat door de politie aan [medeverdachte 5] wordt toegeschreven naar aanleiding van IMSI-scans op 16 april 2020, 22 april 2020 en 7 mei 2020. Hierbij kwam imei-nummer # [nummer] naar voren als nummer dat bij een PGP-toestel hoort. [medeverdachte 5] is bij observaties op dezelfde data ook herkend. Daarnaast is geconstateerd dat dit imei-nummer op verschillende data gelijktijdig meebewoog of op een locatie was met het telefoonnummer # [nummer] dat bij [medeverdachte 5] in gebruik was.48
Uit Sky ECC gesprekken gevoerd met het account, volgt dat de gebruiker in een grijze Grandis rijdt. [medeverdachte 5] was bezitter en gebruiker van een grijze Mitsubishi Grandis ( [kenteken] ). Uit een Sky ECC gesprek, bakengegevens van de Mitsubishi Grandis en OVC-opnames, blijkt dat [medeverdachte 5] op 16 mei 2020 in de Grandis reed.49 Ditzelfde geldt voor 6 juni 2020.50
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat voornoemd account en de bijnaam ‘ [bijnaam 10] ’ door hem werden gebruikt. De berichten die via het account [account 15] zijn door [medeverdachte 5] verzonden, of waren aan hem gericht.
Account dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 9]
Het Sky ECC account [account 16] , met bijnaam ‘ [bijnaam 11] ’, wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 9] op basis van het imei-nummer # [nummer] , welk toestel na zijn aanhouding op 24 november 2020 bij de doorzoeking van zijn verblijfadres ( [verblijfadres] ) in de slaapkamer werd aangetroffen en in beslag werd genomen.51 Dit imei-nummer is in de nachtelijke uren in de periode van 17 mei 2020 tot en met 24 november 2020 op 127 dagen (van in totaal 186) in de directe omgeving van [medeverdachte 9] verblijfadres gelokaliseerd.52 De Sky ECC telefoon is op 16 mei 2020 via [medeverdachte 5] door [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 9] (‘ [bijnaam 11] ’) geleverd, wat volgt uit Skygesprek [account 2] :468.53
De rechtbank neemt de conclusie dat het account [account 16] bij [medeverdachte 9] in gebruik was over.
‘ [bijnaam 5] ’
De Sky ECC accounts [account 7] en [account 17] worden op basis van bijnamen, contacten en historische verkeersgegevens door de politie toegeschreven aan één persoon.54 Zoals hiervoor in de toeschrijving van een Sky ECC account aan [medeverdachte 4] bleek, wordt de gebruiker van deze accounts o.a. ‘ [bijnaam 5] ’ genoemd.
Om de leesbaarheid van het vonnis te vergroten worden hierna – voor zover mogelijk – de accounts waarmee de berichten zijn verstuurd of waarop berichten zijn ontvangen, vervangen door de namen van de hierboven geïdentificeerde gebruikers van de accounts.
6.3.2.
Handel in verdovende middelen (feit 2)
Juridisch kader
In een aantal zaaksdossiers in het onderzoek Cherokee is sprake van de smokkel van cocaïne waarbij gebruikt wordt gemaakt van een vrachtschip dat de haven van Antwerpen aandoet. In die gevallen is de rechtbank, overeenkomstig vaste rechtspraak, van oordeel dat het een feit van algemene bekendheid is dat schepen de Antwerpse haven niet kunnen bereiken zonder door Nederlands gebied te varen, te weten het Nederlandse gedeelte van de Westerschelde en dat er bij dat varen alleen al sprake is van een voltooide invoer in Nederland. Zodra het schip vervolgens de grens met België passeert is er sprake van uitvoer. In enkele gevallen doet het vrachtschip eerst de haven van Rotterdam aan, waarna het doorvaart naar de haven van Antwerpen. In dat geval kan worden gesproken over invoer in Nederland op het moment dat de haven Rotterdam wordt aangedaan en uitvoer als er vervolgens wordt doorgevaren naar de haven van Antwerpen.
Medeplegen
De feiten die aan verdachte ten laste zijn gelegd zou hij allemaal als medepleger hebben gepleegd. Voor de beoordeling van de vraag of verdachte daadwerkelijker medepleger is, is door de rechtbank steeds het volgende juridische kader gehanteerd.
De kwalificatie medeplegen vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, gericht op het voltooien van het delict. Hiervoor moet sprake zijn van een intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict, die van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan de rechtbank rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.55 Verdachte moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict.
Het opzet van de medepleger moet zijn gericht op de eigen gedraging(en) en op de samenwerking. Hierbij is het niet nodig dat komt vast te staan dat de medepleger wetenschap heeft van de precieze gedragingen die zijn mededaders hebben verricht. Voorwaardelijk opzet is hierbij voldoende.
6.3.2.1. Zaaksdossier Burro
Zaaksdossier Burro ziet op de verdenking van de in- en uitvoer van ongeveer 4.200 kilo cocaïne, die op 22 april 2020 door de Belgische autoriteiten te Antwerpen in beslag is genomen en waarbij op heterdaad veertien verdachten zijn aangehouden. Deze verdachten zijn in België berecht. In het onderzoek Cherokee wordt [verdachte] ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de invoer van deze partij, samen met anderen, waaronder [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] .
Het aantreffen van cocaïne
Op basis van risicoanalyse wordt op 22 april 2020 door de Belgische douane beslist om de zeecontainer met nummer [nummer] , afkomstig van het schip [naam schip] , te controleren op aanwezigheid van verdovende middelen. Er wordt een mail gestuurd naar de terminal om de container te blokkeren en na lossing over te brengen naar de vrijzetzone voor controle. In de ochtend van 22 april 2020 blijkt de container daar echter niet aanwezig te zijn, maar blijkt dat de container is meegegeven met een Nederlandse vrachtwagen met nummerplaat [kenteken] van [naam bedrijf] . De chauffeur had aangegeven de container te komen halen om naar de scanner te vervoeren. Hierop is de Federale Gerechtelijke Politie gewaarschuwd.56 Later die ochtend meldt de chauffeur van desbetreffende vrachtwagen, [naam chauffeur] , zich alsnog bij de scanner aan de andere oever.57 Bij de controle wordt vastgesteld dat de zegels van de container met nummer [nummer] vals zijn. In de container worden voetafdrukken op de lading gezien. Omdat er geen verdovende middelen worden aangetroffen, wordt de container vrijgegeven voor de controle van de lading bevroren inktvis door het Federaal Agentschap Voedselveiligheid (FAVV). Daar wordt geconstateerd dat degene die zich in de ochtend bij de grensinspectiepost (GIP) had aangemeld een andere chauffeur was. [naam chauffeur] verklaart tegenover de douane in Antwerpen dat zijn baas, [naam baas] , de vrachtwagen had aangemeld bij de GIP en dat hij zelf met de auto van [verdachte] , een zwarte Volkswagen Sharan (kenteken [kenteken] ), naar de GIP was gereden om in opdracht van zijn baas de verdere formaliteiten te voldoen om vervolgens de lading op de bestemming af te leveren.58
Nadat de Federale Gerechtelijke Politie te Antwerpen is gewaarschuwd, wordt op 22 april 2020 om 11.49 uur gezien dat de vrachtwagen met kenteken [kenteken] met de zeecontainer met nummer [nummer] een loods aan de Bremenstraat te Antwerpen binnenrijdt, waar een grote toegangspoort is gevestigd. De loods is tegen een pand aan gebouwd, gelegen op de [adres loods] 11 te Antwerpen.59 Omstreeks 12.09 uur rijdt dezelfde vrachtwagen met container weer naar buiten. Omstreeks 14.48 uur stopt er nog een vrachtwagen bij de loods. De vrachtwagen is voorzien van kenteken [kenteken] en staat op naam van [naam 3] . De oplegger van de vrachtwagen is geladen met een container van [naam rederij] met nummer [nummer] . De vrachtwagen en container worden achteruit de loods ingereden, waarna de poort wordt gesloten. Om 15.36 uur wordt de loods door een Belgisch interventieteam betreden. In de loods wordt een container aangetroffen voorzien van nummer [nummer] . Omdat er op dat moment ook een container met hetzelfde nummer op de scansite van de douane staat en er in de loods stickers worden aangetroffen om containernummers te klonen60, wordt geconcludeerd dat er een duplicaatcontainer naar de scansite is gereden.61 Op het moment van de inval wordt de container met nummer [nummer] uitgeladen. Zowel naast als in de container worden een lading inktvis en dozen met cocaïne aangetroffen.62 Er worden 1.987 pakketten met een totaalgewicht van 2.316,18 kilo geteld.63 In de loods staat ook de vrachtwagen met kenteken [kenteken] met de container [nummer] . Deze is door [naam 3] opgehaald in de haven van Antwerpen.64 [naam 3] verklaart dat hem was verteld dat hij achteruit de loods in moest rijden en in de cabine van de vrachtwagen moest blijven zitten.65 Uit de container [nummer] blijkt, verpakt in sporttassen, een partij van 1.580 pakketten met een totaal gewicht van 1.842,4 kilo afkomstig.66 In totaal betreft het dus 4.158,58 kilo. De pakketten uit beide containers worden door deskundigen van de douane te Antwerpen herkend als pakketten cocaïne.67 De genomen monsters testen ook positief op cocaïne.68 Onderzoek naar de aangetroffen stickers met containernummers wijst uit dat die nummers met meerdere cocaïnevangsten en mogelijke andere cocaïnetransporten in verband kunnen worden gebracht.69
Onderzoek naar de herkomst
Er is onderzoek gedaan naar de herkomst van de containers. De container met nummer [nummer] is afkomstig van het schip [naam schip] , dat op 19 april 2020 vanuit Cristobal (Panama) aankwam in de haven van Rotterdam en op 21 april 2020 van de haven in Rotterdam naar Antwerpen is gevaren. De container met nummer [nummer] is afkomstig van containerschip [naam schip] , dat op 20 april 2020 vanuit Londen aankwam in Rotterdam en in de avond van 21 april 2020 uit de haven van Rotterdam is vertrokken, om in de vroege ochtend van 22 april 2020 in de haven van Antwerpen aan te komen.70
Container [nummer]
Uit verder onderzoek naar de vrijgave van de containers, blijkt dat de container [nummer] is vrijgesteld via het account van [medeverdachte 4] , destijds werkzaam bij [naam rederij] .71 [medeverdachte 4] heeft voorafgaand aan deze vrijgave in Sky ECC chatgroep contact met [medeverdachte 1] . In deze chat worden foto’s van de container en het containernummer en het e-mailadres van [naam 3] met elkaar gedeeld.72
Op Encrochat wordt er op 22 april 2020 tussen 14.43 uur en 15.52 uur een gesprek gevoerd tussen ‘ [gebruiker 4] ’ en ‘ [naam 4] ’. In dit gesprek vraagt [gebruiker 4] aan [naam 4] of hij er is en schrijft ‘oranje bak, vervolgens vraagt hij hem of hij hem ziet, waarop [naam 4] een foto stuurt van een oranje container. [gebruiker 4] geeft [naam 4] de opdracht om de container achteruit de loods in te begeleiden, waarna de roldeur dicht moet worden gedaan. De chauffeur moet in de cabine blijven zitten en er moet iemand bij hem gaan zitten. Door [gebruiker 3] wordt [naam 4] gevraagd een foto van de zegel te maken. Vervolgens zegt hij dat de kloonzegel in de bak zit. [gebruiker 3] vraagt of alle tassen eruit zijn en geeft opdracht de tassen te tellen. [gebruiker 3] zegt vervolgens dat de zegels er weer op moeten worden geklikt. Op een gegeven moment, om 15.42 uur wordt er niet meer op berichten [gebruiker 3] gereageerd.73 De naam [gebruiker 4] wordt toegeschreven aan [medeverdachte 1] .74
Container [nummer]
[naam chauffeur] heeft bij de onderzoeksrechter in België verklaard dat hij voor [naam bedrijf] werkt. Hij heeft de vrachtwagen niet zelf naar de douane gereden. Zijn baas, [naam baas] , heeft de vrachtwagen overgenomen op kaai [nummer] . [naam chauffeur] is in de auto van zijn baas, op diens verzoek, naar de site van de douane gekomen om de vrachtwagen over te nemen voor de keuring. Er stond een andere reefercontainer op dan eerder die dag. [naam chauffeur] heeft aan de douane uitgelegd dat zijn baas de oorspronkelijke chauffeur was en dat ze hadden gewisseld.75
In een telefoon die onder [verdachte] in beslag is genomen (imei-nummer eindigend op # [nummer] , telefoonnummer eindigend op # [nummer] ) is een Whatsappgesprek aangetroffen met ‘ [naam 5] ’ (telefoonnummer eindigend op # [nummer] ) en de gebruikersnaam ‘ [gebruiker 7] ’ op Whatsapp. In deze chat geeft [naam 5] op 12 december 2019 een voor- en achternaam ( [naam chauffeur] ) door ‘voor die papieren’.76 Op 22 april 2020 spreken [naam 5] en [gebruiker 7] elkaar ook. [gebruiker 7] stuurt om 5.16 uur een transportopdracht naar [naam 5] van containernummer [nummer] met als lading ‘frozen squid’ met Moerkapelle als bestemming. Om 8.49 uur wordt er door [gebruiker 7] een foto gestuurd met een zogenaamde lijst van vooraanmeldingen, waarop de containernummers [nummer] en [nummer] genoemd staan. [gebruiker 7] zegt om 8.55 uur ‘wel de goede pakken aub’, waarop [naam 5] reageert: ‘zeker bro, ik heb jou niet gezien bro’. [naam 5] stuurt vervolgens om 9.09 uur een foto waarop staat dat container [nummer] onbekend is op de terminal, gevolgd door een foto van een geprinte ‘list of errors’ van voornoemd containernummer met daarop de carrier ‘ [verdachte] ’ en kentekenplaat [kenteken] gedateerd 22 april 2020 om 9.06 uur. [gebruiker 7] reageert hierop om 9.14 uur: ‘is die wel goed’, gevolgd door een foto om 9.17 uur met een deel van een opdracht betreffende containernummer [nummer] , afkomstig van [naam 6] , met bestemming Moerkappelle. Hierop stuurt [naam 5] foto’s van opnieuw een error (gedateerd 22 april 2020 te 9.18 uur), waaruit volgt dat de container met nummer [nummer] verplicht aangeboden moet worden voor scanning. [naam 5] stuurt om 10.50 uur foto’s van zegels, waarna [gebruiker 7] om 12.51 uur een locatie doorstuurt met de beschrijving ‘douane scan/ IVK keurstation Sint Antioniusweg, Beveren te België. Om 15.45 uur stuurt [gebruiker 7] ‘Bro morgen keuren, samen met de andere’, waarop [naam 5] reageert ‘Ik sta in de dok’. Op 22 april 2020 zijn er tussen [gebruiker 7] en [naam 5] tussen 7.54 uur en 20.17 uur 29 telefonische contacten geweest, waarvan de gesprekken om 7.54 uur en tussen 11.04 uur en 13.21 uur via een Belgisch netwerk werden gevoerd.77 Uit onderzoek bleek dat er met de onder [verdachte] in beslag genomen telefoon op 5 april 2020, 6 april 2020 en 22 april 2020 Whatsapp-contacten hebben plaatsgevonden met een telefoonnummer dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 1] .78
Uit verder onderzoek naar de vrijgave van de containers, blijkt dat [naam 3] de container zou hebben meegekregen met gegevens die hij had ontvangen van gustavo.dhlglobalforwarding@gmail.com79, wat geen officieel account is van het bedrijf DHL Global Forwarding. DHL Global Forwarding laat weten dat de officiële transportopdracht voor container [nummer] aan transportbedrijf Hebra was gegeven, om te worden opgehaald op 23 april 2020. DHL Global Forwarding heeft op 22 april 2020 om 6.40 uur een release ontvangen van [naam rederij] Antwerpen voor het afhalen van container [nummer] van het account gregory. [e-mail adres] , werkzaam in Rotterdam.80 [naam directeur] , directeur van [naam rederij] verklaart dat [medeverdachte 4] sinds 9 maart 220 werkzaam is bij [naam rederij] als Coördinator Customer Service Import, waardoor hij de bevoegdheid heeft om containers commercieel vrij te geven in het systeem van [naam rederij] . [medeverdachte 4] kan alle gegevens inzien, waaronder containernummers, ladinggegevens, pincode, blokkades door de douane en laad- en losgegevens. Normaal gesproken verzorgt [naam rederij] Antwerpen vrijstellingen van containers die in de haven van Antwerpen aankomen. Dat [medeverdachte 4] dat in dit geval op 22 april 2020 om 6.40 uur de container [nummer] commercieel heeft vrijgesteld met zijn account [account 8] , was vreemd, omdat er normaal gesproken nog niet wordt gewerkt op dat tijdstip en een medewerker uit Rotterdam niets van doen heeft met de haven in Antwerpen.81
Op 22 april 2020 wordt er via Sky ECC in een chatgroep gesproken door de gebruiker van Sky ECC account [account 7] , [medeverdachte 1] ( [account 2] ) en [medeverdachte 4] ( [account 6] ).82 De gebruiker van het account [account 7] stuurt om 4.21 uur een foto van een container met nummer [nummer] , waarop [medeverdachte 1] zegt: ‘ [gebruiker 6] ’ en [medeverdachte 4] zegt: ‘Goedemorgen, On it’. 83 [medeverdachte 4] stuurt hierop foto’s van een computerscherm, met daarop het containernummer [nummer] , waarop [medeverdachte 1] om 4.25 uur reageert ‘Dat is em’.84 [medeverdachte 1] zegt vervolgens dat ‘ [gebruiker 5] ’ moet kijken of hij een contactpersoon ziet en een mooie mail met logo moet maken. [medeverdachte 4] stuurt hierop een foto van een mail, en zegt vervolgens dat hij niet weet of ‘gustavo’ van warehouse of dhl global forwarding kantoor is. [medeverdachte 1] zegt: ‘achja hij staat als contact’.85 Om 5.51 uur laat [medeverdachte 4] op verzoek van [medeverdachte 1] weten dat de bak gelost is sinds 7.19 uur. [medeverdachte 1] geeft om 7.31 uur het e-mailadres bramnagtzaam@ziggo.nl door, waarom [medeverdachte 4] zegt ‘had ‘m gestuurd, hopen dat het lukt’.86 Het e-mailadres bramnagtzaam@ziggo.nl is reeds eerder in Sky ECC chatgroep [account 18] :11 met [medeverdachte 1] gedeeld.87
Verdere gesprekken betreffende de cocaïne in de loods
Op 21 april 2020 wordt er via Sky ECC door [medeverdachte 3] ( [account 9] ) gesproken met meerdere deelnemers aan de chat [account 9] :192. Hij zegt onder meer de volgende dingen:
‘Jullie vertrekken 0.30’
‘Pakken hotel Antje’
‘Vroeg 5 uur loods’
‘Geen normale tells mee naar loods’
Door de deelnemers aan de chat wordt instemmend gereageerd. Deelnemer [naam deelnemer] zegt daarop: ‘Broers 12 moet iedereen klaar staan’ en ‘Al beetje tempo’ en ‘We kunnen de boot niet missen’.88
Op 22 april 2020 worden er in de ochtend door de gebruikers van accounts [account 19] en [account 20] foto’s gestuurd van een container met nummer [nummer] .89 Er worden ook foto’s gedeeld van het openmaken van de container, waarna er foto’s worden gedeeld van de openstaande container. Er zijn veel dozen te zien. [medeverdachte 3] reageert hierop als volgt:
Alle dozen openmaken broers
Moeten 2000 stuks hebben.
Hebben we al wat gevonden onder die vis?
90
Twee uur later worden er anderhalf uur lang foto’s gedeeld van de eerste blokken die zijn gevonden. 91 Om 14.00 uur vraagt [medeverdachte 3] of alles nog goed gaat, met daaropvolgend veel vraagtekens. 92
Op 22 april 2020 wordt er via Sky ECC door [medeverdachte 1] ( [account 2] ) tegen de gebruiker van account [account 21] gesproken in de Engelse taal. [medeverdachte 1] zegt dat hij aan het organiseren was en dat ze nu starten met het uitladen. De gebruiker van account [account 21] wordt gevraagd om een machine te regelen, waarop [account 21] reageert dat hij dit al heeft gedaan. Een kleine vier uur later wordt besproken dat de politie een inval heeft gedaan. Op 23 april 2020 laat [medeverdachte 1] weten dat hij bij een advocaat is geweest, dat de aangehouden jongens over een half jaar weer vrij zouden zijn en [medeverdachte 1] een adres voor hen moet regelen. Ook wordt er een nieuwsbericht gedeeld over de inval in de loods aan de [adres loods] op 22 april 2020. 93
Op Encrochat worden op 24 april foto’s verstuurd van een gesprek tussen ‘ [gebruiker 4] ’ en ‘ [bijnaam 12] ’ waarin gesproken wordt over ‘ [naam 3] ’, over ‘ 4000’ en waarin [gebruiker 3] zegt dat de advocaat moet zorgen dat [naam 3] zijn mond houdt en “als die namen noemt heeft die problemen en zorgt die dat ie zich zelf straf geeft”.94
Op Encrochat worden op 24 april 2020 foto’s verstuurd van een gesprek tussen ‘ [gebruiker 4] ’ en ‘ [gebruiker 8] ’. [gebruiker 3] schrijft: “Goeie klap gehad gister man oef. Hadden gewerkt 3580. Federale valt binnen. Kk kut. Was nog met piet aan lachen we hebben goede dag gedraait.” [gebruiker 8] antwoordt: “Neeeeee die hele 3580 weg???!!!” [gebruiker 3] reageert: “Cind fucksup vr onze jongens. Ja man broer. Overal op internet staat het”95 [gebruiker 8] zegt: “ik zie t nu staan op internet ja, een bak met vis” [gebruiker 3] : “hebben eergisteren ng 1000 gedaan zelfde loods”
en ”Ja ze praten enkel over vis terwijl waren 2 bakken daar en nog nooit is iemand van ons gecontroleerd daar.”96
Zoals hiervoor al overwogen, wordt de naam [gebruiker 4] toegeschreven aan [medeverdachte 1] .97
Op 24 april 2020 wordt er in de Sky ECC Chatgroep [account 9] :140 door [medeverdachte 3] ( [account 12] ) het volgende bericht gestuurd:
Goeiemorgen broers
Ik heb een vervelende mededeling we zijn eergisteren een sterren team kwijtgeraakt en justitie heb ons een flinke klap uitgedeeld maar we gaan niet kapot, samen staan we sterk daarom verwachten we van iedereen (wat we sowieso verwachten maar deze dagen dus extra) extra oplettendheid en actief zijn je weet toch zodat we onze broers goedd kunnen ondersteunen ze mogen NIKS tekortkomen en hun fam ook niet dus dat moeten we weten broers verder moet een ieder ook echt scherp zijn broer echt spits iedereen we zullen volgende week een spoedmeeting organiseren. Dat was het voor nu even.
98
Op OVC-opnames uit de Volkswagen Polo van [medeverdachte 3] van 24 april 2020 is te horen dat [medeverdachte 3] zegt dat hij al twee dagen een paar grote problemen heeft. Mensen worden vastgezet.99 Op 27 april 2020 zegt hij dat hij voor alle veertien mensen die zijn gepakt twintig ‘doezoe’ uit zijn eigen zak betaalt, zoals het hoort. Hij was twee, drie dagen bezig met het langs brengen en hij maakt een lijstje voor wie hij wat heeft gebracht.100 Op de telefoon van [medeverdachte 3] zijn diverse screenshots aangetroffen van overboekingen naar de gevangenis in Antwerpen op naam van verdachten die op 22 april 2022 zijn aangehouden.101
Verklaring verdachte
[verdachte] heeft verklaard dat [naam bedrijf] zijn transportbedrijf is.102 Op andere vragen heeft hij zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Betrokkenheid van anderen bij zaaksdossier Burro
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat er sprake is geweest van een grote operatie gericht op het uithalen en verder verspreiden van een zeer grote partij cocaïne waarbij de twee containers vanuit de haven in Rotterdam naar de haven in Antwerpen zijn gebracht en vervolgens voor verdere distributie naar de loods zijn gebracht. Bij de operatie, waarin [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] een leidende rol hebben vervuld, zijn veel personen betrokken geweest, waarbij de verschillende taken duidelijk waren afgekaderd: er was sprake van een georganiseerde groep.
Aandeel [verdachte]
Naar het oordeel van de rechtbank is er geen reden om aan de verklaringen van [naam chauffeur] te twijfelen. Zijn verklaringen worden ondersteund door de bevindingen van de douane. Ook het Whatsappgesprek met [naam chauffeur] van 22 april 2020 dat op de telefoon van [verdachte] is aangetroffen, heeft betrekking op de container [nummer] . Naast het containernummer waarover wordt gesproken, wordt ook de lading (bevroren inkvis) genoemd en die lading is ter plaatse aangetroffen. Verdachte bevond zich blijkens de telefoongegevens die dag in België. De rechtbank concludeert dan ook dat [verdachte] de bestuurder was van de vrachtwagen en met container [nummer] van de Antwerpse haven naar de loods aan de [adres loods] is gereden. Dit was een ander adres was dan de bestemming op de transportorder (Moerkapelle). In de [adres loods] heeft hij de bewuste container achtergelaten en omgewisseld voor een gekloonde container met valse zegels. Vervolgens is hij met de gekloonde container teruggereden naar de haven, waar [naam chauffeur] de vrachtwagen van hem heeft overgenomen om naar de scansite te gaan. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit dit samenstel van feiten dat [verdachte] wist dat hij cocaïne vervoerde. Een andere verklaring voor deze gedragingen laat zich moeilijk raden. De handelingen van [verdachte] zijn naar het oordeel van de rechtbank evident gericht geweest op het veilig stellen van de partij cocaïne de invoer daarvan via Nederlandse wateren in de haven van Antwerpen en op de verdere distributie daarvan. Dat hij dit in een bewuste en nauwe samenwerking met anderen heeft gedaan, blijkt uit het feit dat deze handelingen zorgvuldig waren voorbereid en op elkaar waren afgestemd; er lagen valse zegels klaar voor het klonen van de container en er stonden mensen klaar om de cocaïne uit de container te halen, een en ander onder regie van anderen, waaronder [medeverdachte 1] , met wie verdachte in de periode voorafgaand aan het vervoer van de container per schip meermaals contact had. De rechtbank is van oordeel dat hieruit van een dusdanig bewuste en nauwe samenwerking van verdachte blijkt dat hij zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van in ieder geval de uitvoer van 2.316,18 kilo cocaïne uit Nederland op 22 april 2020 en het op dezelfde datum vervoeren en voorhanden hebben van deze cocaïne in België.
Partiële vrijspraak
Hoewel dat de totale operatie zag op de cocaïne in beide containers en [verdachte] in contact stond met [medeverdachte 1] , een van de grote organisatoren achter het geheel, is daarmee nog niet gezegd dat [verdachte] feitelijke en strafrechtelijke betrokkenheid heeft gehad bij de partij cocaïne die in container [nummer] is aangetroffen. Hij heeft geen aantoonbare betrokkenheid gehad bij het ophalen en het vervoeren van de container. De container is bovendien pas naar de loods gebracht nadat [verdachte] deze alweer had verlaten. Ook overigens blijkt uit niets van enige wetenschap bij verdachte van deze container en van de inhoud daarvan. Verdachte zal van deze partij worden vrijgesproken.
6.3.2.2. Zaaksdossier Breeweg
[verdachte] wordt ervan verdacht zich op 23 november 2020, samen met anderen, waaronder [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 6] , schuldig te hebben gemaakt aan het bezit en de handel van 285 kilo cocaïne vanuit een woning aan de [adres] te Rotterdam.
Feiten en omstandigheden
Op 23 november 2020 werd [medeverdachte 2] onder observatie genomen. Omstreeks 14.17 uur parkeerde hij zijn Opel Corsa ( [kenteken] ) op de Breeweg te Rotterdam, waar hij bij perceel [nummer] , bij [medeverdachte 6] , naar binnen ging.103 Om 15.00 uur werd er door een onbekende man (NN1), nadat deze telefonisch contact opnam met iemand en de Opel Corsa op afstand werd geopend, een kartonnen doos uit de Opel Corsa gehaald. Vervolgens werd de Opel Corsa weer op afstand gesloten en liep de onbekende man weer naar de Mercedes Benz ( [kenteken] F) waarin hij was aangekomen.104 Om 16.34 uur kwam [medeverdachte 6] vanuit het portiek naar buiten gelopen om vervolgens de berging in te gaan. Hij keek een paar keer om zich heen, waarna hij het portiek behorend bij de woning [nummer] weer naar binnen ging.105 Nadat [medeverdachte 6] even weg was geweest met een Volkswagen Polo ( [kenteken] ), haalde hij om 17.31 uur meerdere opgevouwen witte verhuisdozen uit deze Polo, die hij vervolgens meenam de woning in. Om 18.00 uur kwam [medeverdachte 6] opnieuw de woning uit, ging de berging in en liep vervolgens weer met een verhuisdoos de woning in.106 Om 18.18 uur liep [medeverdachte 2] het portiek van de woning uit in de richting van een Peugeot Partner busje ( [kenteken] ) met daarin twee inzittenden. [medeverdachte 2] stapte in, de Peugeot reed vervolgens een klein stukje door tot aan perceel [nummer] en [medeverdachte 2] ging opnieuw de woning in.107 Om 18.20 uur liep [medeverdachte 2] tweemaal, met gebogen rug, alsof de doos zwaar was, met een witte, uitgevouwen verhuisdoos vanuit perceel [nummer] naar de Peugeot. De tweede keer liep [medeverdachte 6] met hem mee. De dozen werden in de Peugeot gezet. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] gingen weer het portiek in, waarna de Peugeot Partner na enkele minuten wegreed.108 Om 19.22 uur werd de Peugeot staande gehouden en werden de twee inzittenden aangehouden.109 Op 24 november 2020 vond er forensisch onderzoek plaats in de Peugeot. In de achterbak lagen twee lege kartonnen dozen. In een verborgen ruimte, onder de achterbank, werden dertig blokken aangetroffen, die ambtshalve – aan de hand van uiterlijke kenmerken – werden herkend als blokken cocaïne. De blokken hadden een totaal gewicht van 32,14 kilo. Er werden drie monsters genomen. Uit onderzoek bleek dat deze cocaïne bevatten.110
Om 20.02 uur liep [medeverdachte 2] opnieuw het portiek uit. Hij pakte twee bigshopper tassen uit de Opel Corsa en ging het portiek weer in. Vervolgens liep hij nog driemaal vanuit het portiek met goed gevulde, grote zwarte tassen naar de Opel Corsa en legde deze in de kofferbak.111 Om 20.07 uur werd [medeverdachte 2] aangehouden. Voorafgaand aan zijn aanhouding rende [medeverdachte 2] weg en gooide hij iets weg in een speeltuin. Het arrestatieteam trof daar een telefoon aan.112
In de Opel Corsa werden vier zwarte sporttassen aangetroffen met daarin 85 pakketten (25 gele en 65 grijze). De pakketten wogen in totaal 90,66 kilo. Er werden van 10 pakketten (3 gele en 7 grijze) monsters genomen. Uit onderzoek bleek dat deze monsters cocaïne bevatten.113
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres] werden in de gang en in de woonkamer nog 8 verhuisdozen aangetroffen met daarin nog 152 pakketten (43 gele en 109 grijze) met een totaalgewicht van 163,08 kilo. Er werden van zowel de gele als de grijze pakketten monsters genomen, waarvan de inhoud cocaïne bleek te zijn.114 Verder werd er in de woning een bon aangetroffen van de Praxis van 23 november 2020 te 17.14 uur voor de aankoop van onder meer 20 verhuisdozen, handschoenen en een afbreekmes.115 Tevens werden er in een andere kamer in de woning meerdere uitgevouwen verhuisdozen aangetroffen.116
Om de herkomst van de aangetroffen partij cocaïne te achterhalen, is na de aanhoudingen verder onderzoek gedaan. Er zijn opnames beluisterd door middel van al eerder dan 23 november 2020 geplaatste OVC-apparatuur die was geplaatst in de Opel Corsa ( [kenteken] ) die bij [medeverdachte 2] in gebruik was. Op 21 november voert [medeverdachte 2] , van wie de stem wordt herkend, een telefoongesprek met een onbekende man (NN2):
NN2: [medeverdachte 2] wat heb je allemaal nodig precies? Ik ga nu dingen naar je komen brengen ja
[medeverdachte 2] : Wat brengen?
[…]
NN2: dus de dinges, powerbanks en de rest gewoon. Ik heb gehoord, de rest heb jij al.
[medeverdachte 2] : Ik heb vier tassen klaar met alles, gereedschap enzo, het enige wat jij misschien nodig heb is eten kopen
[…]
NN2man: Ja eten, powerbanks, zegels en nog een paar dingen. Is goed ik breng het is goed.117
De telefoon die na de aanhouding van [medeverdachte 2] was aangetroffen, bleek inderdaad van [medeverdachte 2] te zijn. Op deze telefoon zijn snapchats aangetroffen met ‘ [naam 9] ’, gevoerd tussen 19 november 2020 en 20 november 2020. [naam 9] vraagt een deelnemer aan de chat ( [chatnaam] ) een containertracking te doen van container [nummer] . De container blijkt 3 hoog te staan, waarop [medeverdachte 2] zegt: “heb acrobaten als je wilt bro”, waarop [naam 9] zegt dat ze naar binnen gaan.118 Verder zijn in de telefoon onder meer de volgende Whatsappgesprekken aangetroffen tussen [medeverdachte 2] (telefoonnummer eindigend op # [nummer] ) en een gebruiker [account 22] , gevoerd tussen 22 november 2020 om 23.18 uur en 7.13 uur op 23 november 2020:
i: Yoo. 10 sporttassen. Mayday. Naar [bijnaam 2] toe
[medeverdachte 2] : Yooo. Moet het nu bro.
i: Ochtend 3.30
[medeverdachte 2] : [naam 10] is daar om 3.30 met tassen.
i: Hebben busje nodig bro. Haha. Binnen nu en uurtje.
i: zijn 268 st. 10 tassen.
[medeverdachte 2] : Iheb busje denk im.
[…]
[medeverdachte 2] : Die boy gaat nu regelen.
[…]
[medeverdachte 2] : Matrie van [naam 11] . We gaan nu bij de Osso aanbellen. We bellen nu aan. [naam 11] is naar boven gegaan we wachten kk lang.
[medeverdachte 2] : We pakken het u gaan we xie busje halen gaan we rinde.
[…]
[medeverdachte 2] : we zijn wr. Busje stat er
[…]
[medeverdachte 2] : Die afri zit op lachgas [naam 11] rijd. [naam 11] mag sowieso niet gassen. En rijden.
[…]
[medeverdachte 2] : Tassen alles staan ready bro.
[…]
i: Laat die busje gaan nu daar, bij [bijnaam 2]
[…]
[medeverdachte 2] : Heb 11 tassen geregeld mijn lieve broer
[…]
i: Wats adres
[medeverdachte 2] : [adres] fso toch
i: Oostdijk
[…]
[medeverdachte 2] : Moet ik erbij zijn of weg Bro
i: Jij weg. [naam 10] en [naam 12] doet dit. Haha. Of [naam 14] en [naam 12] ahhaha.
[…]
i: Geven [naam 10] een tientje vr ze moeite. Hij geeft gti schuld open.
i:is [bijnaam 2] daar?
[medeverdachte 2] : weet niet. Je zei tegen mij weggaan.
[…]
i: hek moest allanf open. die baggas waren daar 3.30
i: [bijnaam 2] komt
[medeverdachte 2] : okee
i: Ajera of Benz…K twijfel. Ze weten allemaal dan
[medeverdachte 2] : Hij bewaar die spullen. Voor [naam 11] toch drm.
[…]
i: zijn die tasse gegeven
[…]
I: Weet hy waar [naam 13] woont
[medeverdachte 2] ; Um ja vgm wel. Nee. Alleen [naam 11] is daar geweest
i: wordt er nog wat gedaan
[medeverdachte 2] : [bijnaam 2] zevt [naam 14] kan niet rijden. Moet wacht e
i: bro, scherp even
[medeverdachte 2] : sii
[medeverdachte 2] : Ja qe rijden
119
Om 7.58 uur laat [account 22] op Whatsapp via voicememo aan [medeverdachte 2] weten dat het goed is als [medeverdachte 2] naar ‘osso’ gaat. Het telefoonnummer [nummer] wordt toegeschreven aan [medeverdachte 1] .120 Ook wordt de stem van [medeverdachte 1] herkend.121 ‘ [bijnaam 2] ’ is een bijnaam die wordt gebruikt voor [verdachte] .122
Door [verdachte] is om 5.20 uur, 5.35 uur en 7.24 uur gebeld om het toegangshek van het bedrijfsterrein aan de [adres] te openen, waar het bedrijfsterrein van [naam bedrijf] ligt.123 Gezien wordt dat er een donkere auto, gelijkend op de Mercedes Benz waar [verdachte] gebruik van maakt, het terrein oprijdt in de richting van [naam bedrijf] , met daar achter een vrachtwagen met een container.124 Uit navraag bij ECT Delta Teminal B.V. blijkt dat er om 4.52 uur een container met nummer [nummer] van de ECT-terminal is afgehaald door een vrachtwagen met kenteken [kenteken] , die tussen 4.46 uur en 5.47 uur van de Maasvlakte naar de Oostdijk is gereden.125 De chauffeur, [naam chauffeur] , heeft verklaard dat een zwarte Mercedes hem op de Oostdijk opwachtte en dat het hek door de man in de zwarte Mercedes werd opengedaan. Terwijl er iets uit de container werd leeggehaald, moest [naam chauffeur] in de cabine blijven zitten. Door de man in de Mercedes werd op dreigende toon gezegd dat hij nergens over mocht praten omdat ze hem anders wisten te vinden.126 Op de beelden is te zien dat een witte vrachtwagen om 7.11 uur het bedrijventerrein verlaat, gevolgd door een wit busje.127 Eerder die avond, om 4.10 uur is een Volkswagen Golf ( [kenteken] ), een auto van [medeverdachte 10] waarvan [medeverdachte 8] op dat moment gebruik maakt, aangekomen bij de [adres] te Rotterdam , gevolgd door een wit busje om 4.12 uur. Het busje verlaat het terrein om 7.13 uur. De Golf vertrekt om 7.14 uur, en komt om 7.24 uur aan op de Breeweg.128De telefoon van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 8] maken in deze nachtelijke uren van 23 november 2020 gebruik van overeenkomstige Cell-ID’s.129
Een ander Whatsappgesprek op de telefoon van [medeverdachte 2] wordt op 23 november 2022 tussen 3.10 uur en 3.55 uur gevoerd met ‘ [naam 15] ’ (telefoonnummer eindigend op # [nummer] , op naam van [naam 16] ) over het lenen van een bus. [naam 15] vraagt hoe lang het gaat duren omdat hij moet werken de volgende dag. [medeverdachte 2] geeft aan dat ze de bus nu nodig hebben en dat ze haast hebben, waarop [naam 15] reageert dat hij in de lift staat. Er wordt gezegd dat [naam 15] 1K krijgt.130
In een whatsappgesprek met een contact ‘ [naam 17] ’, geeft [medeverdachte 2] in de nacht van 22 op 23 november 2020 een aantal keren opdracht om naar een locatie toe te rijden. ‘ [naam 17] ’ geeft aan dat ze nog aan het inladen zijn, en even later dat ‘alles ingepakt is’. ‘ [naam 17] geeft aan dat ze kunnen rijden en vraagt of ze moeten wachten op [bijnaam 2] . [medeverdachte 2] zegt hierop dat [naam 17] zijn ‘brada’ moet vragen of ze mogen rijden en dat ze daarna naar Breeplein/Immobilialaan moeten komen.131 Deze locatie, een zijstraat van de Breeweg, staat ook ingevoerd in de Apple Maps app op de telefoon van [medeverdachte 2] op 23 november 2020 om 7.10 uur. [medeverdachte 2] bevindt zich in de nacht van 22 op 23 november 2020 ook in de omgeving van de Oostdijk, waar het bedrijfsterrein van [naam bedrijf] gevestigd is.132 [medeverdachte 2] heeft in deze nacht op internet gezocht naar ‘ [naam bedrijf] ’ en ‘ [naam bedrijf] ’, waarna hij de website van voornoemd bedrijf heeft bezocht.133
Vervolgens spreken [medeverdachte 6] en [medeverdachte 2] elkaar via Whatsapp op 23 november 2020 om 7.19 uur:
[medeverdachte 2] : Sta ready boer
[medeverdachte 6] : Ja toch
[medeverdachte 2] : 1 min.
[medeverdachte 6] : Ik sta standby
[medeverdachte 2] : Ben wr.
134
De telefoon van [medeverdachte 6] is onderzocht. Op deze telefoon zijn foto’s aangetroffen van geopende blokken met wit poeder, verpakt in gele en grijze verpakkingen. De gele blokken hadden een stempel met de letters MR of MHR. De grijze blokken hadden een stempel van een vis. De foto’s zijn gemaakt op 23 november 2020 om 8.43 uur en 13.19 uur.135 In de telefoon is tevens een notitie aangetroffen die om 7.14 uur is gemaakt met de volgende tekst:
268
Stapels van 5
70 gele
198 grijze
-30 gele
-30 grijze
136
In de telefoon van [medeverdachte 2] is op Snapchat een bericht aangetroffen, waarin op 23 november 2020 om 12.13 uur wordt gevraagd of [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 6] kan gaan om even een goeie foto te maken.
Op de telefoon van [medeverdachte 2] is een notitie aangetroffen waarin een veelheid aan getallen en (bij)namen staat genoemd, waaronder [medeverdachte 6] t en [medeverdachte 6] .137
In een ander snapchatgesprek op de telefoon van [medeverdachte 2] gevoerd op 23 november 2020 om 13.13 uur vraagt [naam 9] aan [medeverdachte 2] of hij naar [medeverdachte 6] kan gaan om een foto met Ciphr te maken. [medeverdachte 2] laat weten dat hij onderweg is. Om 18.53 uur vraagt [medeverdachte 2] aan [naam 9] of er nog wat weggaat, waarop [naam 9] reageert dat er over dertig minuten nog 30 gele worden opgehaald en er om 20.15 uur een taxi komt.138
Op 23 november 2020 heeft [medeverdachte 1] ( [account 4] ) via Sky ECC een gesprek met de gebruiker van account [gebruiker 9] , waarin hij zegt dat er ‘spullen’ zijn gepakt en er overal invallen zijn geweest.139 Tegen de gebruiker van account [account 23] zegt hij onder meer ‘Spoga arrested’, ‘just lost 268 pc’ of ‘Breeweg’, ‘’he fucked me up, 3M bro, I need euros’.140 Op 27 november 2020 heeft hij een gesprek met een gebruiker van het account [account 24] , waarin [medeverdachte 1] vertelt dat hij zijn ‘brada’ en 3 topwerkers binnen heeft, ‘en verlies van dat alles’.141
Verklaring verdachte
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat zijn bedrijf, de eenmanszaak [naam bedrijf]142, gevestigd is op het bedrijfsterrein aan de [adres] te Rotterdam . Op het bedrijfsterrein zijn meerdere bedrijven gevestigd.143 Hij weet niets van de chauffeur ( [naam chauffeur] ) en de inhoud van de desbetreffende vrachtwagen of van cocaïne die vervolgens naar de woning aan de [adres] is gegaan. Hij heeft die nacht geen vrachtwagen begeleid. [verdachte] heeft die nacht wel meermaals ingebeld om het hek te openen144, maar weet niet waarom. Hij was die nacht gewoon aan het werk, zoals elke andere nacht. Hij is inderdaad met een zwarte Mercedes, de auto van zijn ex-partner, naar het bedrijfsterrein gekomen, maar er waren die nacht mogelijk meerdere zwarte Mercedes-auto’s op het terrein. Tot slot heeft verdachte verklaard ‘ [bijnaam 2] ’ een veelgebruikte term is en dat het misschien een term is die anderen voor hem gebruiken, maar dat hij zo niet heet.
Betrokkenheid van anderen bij zaaksdossier Breeweg
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat er in de nacht van 23 november 2020 een container is opgehaald bij de ECT-terminal, dat deze vervolgens naar het terrein van [naam bedrijf] is gebracht, waar de lading werd uitgehaald en vervolgens onder leiding van [medeverdachte 1] (op afstand) en coördinatie van [medeverdachte 2] ter plaatse, in een wit busje naar de woning van [medeverdachte 6] werd gebracht voor opslag en verdere distributie. Het busje is eerder die nacht door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 8] geregeld. [medeverdachte 8] is de hele nacht van 22 op 23 november 2020 samen geweest met [medeverdachte 2] , in de omgeving van het transportbedrijf van [verdachte] en later naar de Breeweg. De inhoud van de aangehaalde gesprekken, sluit naadloos aan bij het beeld dat door locatiegegevens, beelden en observaties wordt gegeven. Voornoemde verdachten blijken allemaal op enigerlei wijze betrokken zijn geweest bij het invoeren dan wel verder vervoeren van de onderschepte cocaïne, waarbij ieder een andere rol vervulde.
Aandeel [verdachte]
Dat verdachte in de vroege ochtend van 23 november 2020 aanwezig was op zijn bedrijfsterrein aan de [adres] en dat hij heeft ingebeld om het hek te openen, blijkt uit de stukken in het dossier en uit zijn eigen verklaring. Verdachte heeft tevens bekend dat hij naar het bedrijfsterrein was gekomen met een zwarte Mercedes. Niet gebleken is dat er andere zwarte Mercedessen in- of uit het bedrijventerrein reden die ochtend.
Gelet op deze bevindingen, neemt de rechtbank aan dat verdachte inderdaad [bijnaam 2] wordt genoemd. In de hierboven aangehaalde gesprekken van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wordt immers het adres [adres] genoemd als er sporttassen en een busje ‘naar [bijnaam 2] ’ moeten en wordt gezegd dat ‘ [bijnaam 2] komt’ als de hekken moeten worden geopend. Uit deze gesprekken blijkt reeds een nauwe betrokkenheid van [bijnaam 2] en dus verdachte. De rechtbank heeft daarnaast geen reden om aan de verklaring van [naam chauffeur] te twijfelen. [naam chauffeur] lijkt angstig om openheid van zaken te geven, maar hij verklaart duidelijk over de betrokkenheid van de man in de zwarte Mercedes, zijnde [verdachte] , die hem op dreigende toon zei dat hij in zijn cabine moest blijven en niks mocht zeggen. Dat verdachte niet wist wat de inhoud van de zeecontainer was die door [naam chauffeur] werd vervoerd, vindt de rechtbank dan ook ongeloofwaardig. Hij moet immers hebben gezien dat er een container (van Maersk) in de nacht zijn terrein is opgereden, hij heeft de chauffeur vervolgens gemaand in de cabine te blijven en vervolgens is de inhoud van de container in die nacht is overgeladen in het witte busje. [verdachte] moet op grond van dit alles hebben geweten dat de container afkomstig was uit de haven en dus uit het buitenland en dat het gaat om cocaïne die is opgehaald in de haven. Het kan ook niet anders dan dat die cocaïne van buiten het grondgebied van Nederland is aangevoerd. Voor de wetenschap van dat het om cocaïne gaat speelt voor de rechtbank ook nog mee dat [verdachte] in april van hetzelfde jaar ook al betrokken was bij een groot cocaïnetransport, zoals hiervoor met betrekking tot het zaaksdossier Burro werd besproken. Hoewel de betrokkenheid van [verdachte] op Nederlands grondgebied plaatsvindt, zijn zijn gedragingen en opzet wel gericht op de (verlengde) invoer in Nederland en de verdere distributie ervan. [verdachte] heeft hierbij een essentiële rol vervuld, namelijk het beschikbaar stellen van een bedrijfsterrein voor het ongezien overladen van een grote partij cocaïne, alsmede het begeleiden van de chauffeur die de partij cocaïne daar kwam brengen. Deze rol is naar het oordeel van de rechtbank van voldoende gewicht om medeplegen aan te nemen. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.
6.3.3.
Witwassen (feit 3)
[verdachte] had bij zijn aanhouding op 24 april 2020 en 24 november 2020 beschikking over grote contante geldbedragen van respectievelijk € 31.455,50 en € 85.095,-. Naar aanleiding hiervan is onderzoek gedaan naar zijn financiële situatie, waarna ook de verdenking is ontstaan dat hij door middel van ‘loan back constructies’ heeft getracht de herkomst van crimineel geld te verhullen.
Juridisch kader
Om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen, is het volgens vaste jurisprudentie vereist dat het betreffende voorwerp of geldbedrag middellijk of onmiddellijk afkomstig is uit enig misdrijf. Het is aan verdachte om een witwasvermoeden (de feiten en omstandigheden die door het OM zijn aangedragen die een witwasvermoeden rechtvaardigen) aan de hand van een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring te weerleggen.145 Wanneer een verdachte een dergelijke verklaring niet geeft, kan de rechtbank tot de conclusie komen dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp of geldbedrag een legale herkomst heeft, en dat een criminele herkomst dus als enige aanvaardbare verklaring geldt.
Wanneer het gaat om verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen of geldbedragen die onmiddellijk afkomstig zijn uit eigen misdrijf, wordt van de verdachte een handeling gevergd die erop gericht is om zijn eigen criminele opbrengsten veilig te stellen. De gedragingen dient er dan ook op gericht te zijn om de criminele herkomst van het voorwerp of geldbedrag te verbergen of verhullen.
Onderhavige zaak - feiten en omstandigheden
Uit onderzoek naar de financiële situatie van [verdachte] en [naam bedrijf] , volgt dat er ten gunste van de rekening van [naam bedrijf] tussen 28 november 2019 en 6 november 2020 in totaal elf overschrijvingen zijn gedaan door [naam 18] en/of zijn bedrijf [naam bedrijf] , waarin de omschrijving steeds de term ‘lening’, ‘aanbetaling’, ‘voorgeschoten’ of ‘voorschieten’ staat vermeld. Op één aflossing van € 500,- op 29 november 2020 na zijn er geen aflossingen gevonden in de rekeningafschriften van [naam bedrijf] .146 Op de rekeningoverzichten van [naam 18] en [naam bedrijf] zijn, steeds voorafgaand aan een dergelijke overschrijving, aanzienlijke contante geldbedragen gestort.147 Tussen 28 november 2019 en 6 november 2020 is er in acht keer in totaal € 85.520,- contant geld gestort en is er in totaal € 111.980,- overgemaakt ten gunste van [naam bedrijf] .148
Op 23 juni 2020 wordt er door [naam 19] € 15.000,- overgemaakt naar het rekeningnummer van [naam bedrijf] onder vermelding van ‘Lening [naam 19] – [verdachte] ’.149 [naam 19] heeft verklaard dat hij € 15.000,- heeft gekregen van [verdachte] , zonder dat [verdachte] vertelde hoe hij aan het geld kwam. [verdachte] had gezegd: “hier heb je cash, € 15.000,-, maak jij een lening aan mij over?”150
Nadat [verdachte] op 24 april 2020 een stopteken had genegeerd, is hij aangehouden. Op de bestuurdersstoel lag een gesloten zwarte tas met daarin € 29.930,- aan contant geld. Bij zijn insluitingsfouillering is nog eens € 1.525,50 aangetroffen. 151 In totaal droeg hij op 24 april 2020 dus € 31.455,50 bij zich.
[verdachte] is op 24 november 2020 aangehouden in het onderzoek Cherokee. Op dat moment droeg hij € 85.155,- in een blauwe sporttas met zich mee.152 In zijn portemonnee zat € 225,-153 en tijdens de doorzoeking van de woning waar hij op dat moment verbleef ( [adres] ) is € 2.715,- aangetroffen.154 Op de dag van zijn aanhouding had hij dus de beschikking over een contant geldbedrag van € 85.095,-.
Deze omstandigheden leveren een witwasvermoeden op.
Overweging ten aanzien van de loan back constructies (€ 108.980,- en €15.000,-)
Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de ogenschijnlijke leningen van [naam 18] , diens bedrijf [naam bedrijf] en van [naam 19] . Ten aanzien van de gestelde leningen van [naam 18] , [naam bedrijf] en [naam 19] zijn geen leenovereenkomsten aangetroffen. Ook zijn er geen aflossingen terug te vinden in de rekeningafschriften. De rechtbank is van oordeel dat uit de stukken voldoende blijkt dat er sprake is van zogeheten loan back constructies en dat [naam 18] , [naam bedrijf] en [naam 19] zijn gebruikt bij het verhullen van de criminele herkomst van het geld. Door het storten van contant geld, en het vervolgens giraal verstrekt krijgen van een lening, is er geen sprake van een werkelijke schuld, maar van het verhullen van de herkomst van geld. Het witwasvermoeden is naar het oordeel van de rechtbank niet weerlegd. De enkele stelling van de verdediging dat het geen loan back constructies zijn, is niet onderbouwd en wordt bovendien weersproken door [naam 19] . Nu verdachte geen enkele aannemelijke verklaring heeft afgelegd om het witwasvermoeden te ontkrachten, kan met voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten dat de geldbedragen een legale herkomst hebben. Het kan niet anders zijn dan dat de geldbedragen uit misdrijf afkomstig zijn.
Verklaring verdachte ten aanzien van € 31.455,50
Bij brief van 19 mei 2020 zijn door de verdediging stukken overgelegd ter onderbouwing van de stelling dat het op 24 april 2020 in beslag genomen geldbedrag een legale herkomst heeft. [verdachte] heeft op 24 april 2020 € 40.000,- cash ontvangen van . [naam 20] om een faillissement te voorkomen. Dit bedrag zou [naam 20] als nalatenschap van zijn op 12 januari 2020 overleden schoonvader hebben geërfd. Ter onderbouwing zijn afschriften van contante opnamen van de schoonouders en een ondertekende schuldverklaring van 24 april 2020 bijgevoegd. Ook is bijgevoegd een overeenkomst van geldlening met [naam 21] op 21 november 2019 van een bedrag van € 15.000,-. [verdachte] had contant geld nodig om zijn lopende schulden af te lossen omdat er beslag was gelegd op zijn bankrekeningen. Ter zitting heeft de verdediging verwezen naar deze onderbouwing.
Verwerping van het verweer
De rechtbank stelt vast dat in de ondertekende schuldverklaring van 24 april 2020 is opgenomen dat [verdachte] met ingang van 1 juni 2020 maandelijks € 2.000,- aflost op de rekening van schuldeiser eindigend op # [nummer] .155 Er zijn in de administratie van [naam bedrijf] en [verdachte] geen stukken aangetroffen die betrekking hebben op een geldlening van [naam 20] . Evenmin zijn er afschrijvingen aangetroffen die betrekking hebben op de aflossing naar het in de schuldverklaring opgegeven rekeningnummer eindigend op # [nummer] .156 Daarnaast zijn er Whatsappgesprekken aangetroffen op de onder [verdachte] in beslag genomen iPhone tussen gebruiker ‘ [gebruiker 10] ’ en ‘ [gebruiker 11] ’ waarin zij op 5 mei 2020 met elkaar spreken over geld dat van [gebruiker 10] is gepakt. [gebruiker 10] vraagt hierop aan [gebruiker 11] of hij een bankafschrift voor hem heeft, waarop [gebruiker 11] reageert dat het van een tijdje terug is. Op 8 mei 2020 wordt door [gebruiker 11] een PDF-bestand gestuurd met de titel “overzicht contante opnames” waarop afschriften te zien zijn van vier contante opnamen van elk € 10.000,- tussen 18 december 2018 en 23 april 2019 ten laste van de bankrekening eindigend op #0404 op naam van [naam 22] en [naam 23] . Op 15 mei 2020 appt [gebruiker 11] dat hij de papieren net heeft geprint, waarbij hij een foto stuurt van een in tweevoud afgedrukte, niet ondertekende, schuldverklaring van [verdachte] aan [naam 20] wegens een renteloze geldlening van € 40.000,-, gedateerd 24 april 2020. [gebruiker 11] zegt dat alles thuis kan worden geprint en dat ze morgen alles bij elkaar doen, inclusief kopie van de legitimatie.157
De rechtbank is ervan overtuigd dat dit Whatsappgesprek is gevoerd tussen verdachte en [naam 20] en dat uit dit gesprek – in samenhang met de ontbrekende administratie – volgt dat de door de verdediging overgelegde schuldverklaring van 24 april 2020 gefabriceerd is, ook omdat de op 15 mei 2020 gestuurde foto van de ongetekende schuldverklaring precies dezelfde is als de op 19 mei 2020 door de raadsman ingebrachte en op 24 april 2020 gedateerde ondertekende schuldverklaring. De door [verdachte] gegeven verklaring over de herkomst van het contante geld, is naar het oordeel van de rechtbank al hierom hoogst onwaarschijnlijk. Daarnaast neemt de rechtbank mee in haar overweging dat [naam 23] volgens de Belastingdienst enig erfgenaam is van de op 12 januari 2020 overleden [naam 22] .158 Het nagelaten geldbedrag bedraagt € 19.659,-.159 Het gezamenlijk inkomen van [naam 22] en [naam 23] bedroeg in de jaren 2017 t/m 2019 respectievelijk € 24.658,-, € 25.045,- en € 25.464,-, 160 waardoor het naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk is dat zij in de periode van de contante opnamen tussen 18 december 2018 en 23 april 2019 beschikten over € 40.000,- legaal geld om op 24 april 2020 uit te lenen. De leningsovereenkomst met [naam 21] van € 15.000,- van 21 november 2019161 alleen is onvoldoende om aan te nemen dat verdachte datzelfde bedrag vijf maanden later bij zich droeg in een tas samen met ander contant geld. [verdachte] heeft het witwasvermoeden niet kunnen weerleggen.
Ten aanzien van het geldbedrag van € 85.095,-
Ten aanzien van het ten laste gelegde bedrag van € 85.095,- is door de verdediging geen verweer gevoerd. Het witwasvermoeden is daarmee niet weerlegd.
Conclusie
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van gewoontewitwassen van de ten laste gelegde geldbedragen, gelet op de lange periode, de frequentie en de omvang van de geldbedragen.
6.3.4.
Criminele organisatie (feit 1)
Inleiding
In het onderzoek Cherokee is aan elk van de verdachten naast een aantal concrete delicten, overtreding van artikel 140 Sr en/of artikel 11b van de Opiumwet ten laste gelegd: de deelneming aan een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven (al dan niet uit de Opiumwet), waarbij de organisatie wordt gevormd door de elf verdachten die in dit onderzoek terecht staan. Om tot bewezenverklaring van dit feit te komen, dient de rechtbank te beoordelen of er sprake was van een criminele organisatie en, zo ja, of bewezen kan worden dat verdachte aan deze organisatie heeft deelgenomen.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven, te weten de invoer en handel in cocaïne en witwassen. De rechtbank verwijst naar de reeds aangehaalde bewijsmiddelen ten behoeve van de intensieve samenwerking, de werkwijze en de gevoerde communicatie. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte een faciliterende rol vervuld binnen de organisatie, zoals hieronder uiteengezet. Na het bespreken van het juridisch kader, wordt de organisatie en de rollen van de medeverdachten besproken.
De rechtbank stelt voorop dat zij zich bij de bewijswaardering van het tenlastegelegde deelnemen aan een criminele organisatie beperkt tot de inhoud van zaaksdossier CSV, de daarin specifiek genoemde zaaksdossiers die niet zien op de tenlastelegging en de zaaksdossiers die zien op de overige in de tenlastelegging genoemde feiten. Daarvoor is van belang dat het OM heeft aangegeven dat de verdediging zich bij de uitleg van de tenlastelegging bij dit feit moest concentreren op het zaaksdossier CSV en de rolbeschrijving per deelnemer in het relaas van dit zaaksdossier. De behandeling op zitting en het voorhouden van de inhoud van het dossier heeft ook in lijn met deze uitleg van de tenlastelegging plaatsgevonden.
Juridisch kader
Aan deelneming van een criminele organisatie, als bedoeld in artikel 140 Sr, kan slechts sprake zijn in het geval verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.162
Bij de beoordeling of er sprake is van een crimineel samenwerkingsverband, moet worden vastgesteld dat er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, zoals een hiërarchische structuur en een duidelijke rolverdeling die aansluit bij de specifieke expertise van de verschillende personen. Hierbij is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat het samenwerkingsverband steeds hetzelfde is. Van deelneming aan het samenwerkingsverband is sprake indien de verdachte daartoe behoort en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Daarbij dient de verdachte in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van de betreffende misdrijven van de Opiumwet en (gewoonte)witwassen. Hierbij moet sprake zijn van onvoorwaardelijk opzet.
Als uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van het doel van de organisatie of een aan die organisatie ondersteunende handeling heeft verricht, dan volgt daaruit zijn wetenschap van dat doel.
Het oogmerk van de organisatie
Uit de onder feit 2 aangehaalde feiten en omstandigheden volgt genoegzaam dat meerdere verdachten zich bezig hielden met de import en handel in cocaïne. Handel in cocaïne op deze schaal kan alleen bestaan als daar een succesvol crimineel samenwerkingsverband achter zit. Deze handel is zeer lucratief en er gaat veel geld in om. Dit blijkt ook uit de vele witwasactiviteiten die in dit onderzoek aan het licht zijn gekomen.163
De zaaksdossiers Burro en Breeweg en het zaaksdossier witwassen, zijn in dit vonnis – ten aanzien van [verdachte] zijn strafrechtelijke betrokkenheid – al uitgebreid besproken. In het kader van het CSV zijn ook de dossiers Marilion en 15/16 september, alhoewel niet apart tenlastegelegd, ter terechtzitting besproken.
De mate van professionaliteit en georganiseerdheid van het CSV
Voor het realiseren van succesvolle, grootschalige drugshandel is een intensieve samenwerking tussen verschillende personen noodzakelijk, vanaf de productie tot het moment dat het bij de eindgebruiker terecht komt. Voor bepaalde werkzaamheden zijn specialistische kennis en vaardigheden vereist. Een intensieve samenwerking draagt bij aan het duurzame karakter van een CSV, evenals aan de vereiste vertrouwensband. Zo ook in het onderzoek Cherokee.
Van die specialistische kennis was in dit onderzoek sprake, doordat het CSV over leden beschikte die dienstbaar waren aan de organisatie uithoofde van hun beroep of bedrijf. Zo was [medeverdachte 4] het contact bij havenbedrijf [naam rederij] , kon [verdachte] transporten verrichten met zijn bedrijf [naam bedrijf] en werd [medeverdachte 10] ingezet om verdiensten wit te wassen, dan wel het wagenpark aan te wenden bij criminele activiteiten.
Binnen de organisatie zijn er ook verschillende aspecten die duiden op afscherming van de verrichte activiteiten. Ze onderschrijven het professionele niveau waarop de organisatie opereerde. Zo werd er veelvuldig gebruikt gemaakt van PGP-telefoons om afgeschermd te kunnen communiceren. Dit blijkt uit de vele Sky ECC gesprekken die ten aanzien van diverse zaaksdossiers zijn gebruikt als bewijs. Leden van de organisatie werden zelden bij hun eigen namen genoemd. Bijnamen (‘ [gebruiker 1] ’ of ‘( [gebruiker 2] ) [gebruiker 3] ’ voor [medeverdachte 1]164, ‘ [bijnaam 2] ’ voor [verdachte]165, ‘ [naam 11] ’ voor [medeverdachte 8]166, ‘ [bijnaam 10] )’ voor [medeverdachte 5]167 en ‘ [bijnaam 13] ’ voor [medeverdachte 3] ) zijn hier enkele voorbeelden van. Bij de geld- en drugstransporten werd gebruik gemaakt van voertuigen waarin verborgen ruimtes (‘stash’) waren aangebracht: in de zaaksdossier Liza werd veelvuldig gebruik gemaakt van de Mitsubishi Grandis die bij [medeverdachte 5] in gebruik was. In zaaksdossier Movano ging het om een Opel Movano, die ook was voorzien van valse nummerplaten. Tot slot werden er ten behoeve van de cocaïnetransporten containers gekloond en werden er lege containers in de haven gebruikt voor het overladen van partijen.
De organisatie is lange tijd actief geweest. Vanaf de start van de handelingen die hebben geleid tot zaaksdossier Burro werden in wisselende samenstelling criminele activiteiten gepleegd. De rechtbank acht het aannemelijk dat het CSV al langere tijd actief was, gelet op de intensieve voorbereiding die gepaard gaat met de planning van de invoer van 4.200 kilo cocaïne. Ook is het bedrijf [medeverdachte 10] , dat werd gebruikt voor het witwassen van de verdiensten uit de cocaïnehandel, al in januari 2018 opgericht met behulp van een frauduleuze lening door [medeverdachte 1] .
Binnen de organisatie was er sprake van een bepaalde structuur en werden er verschillende rollen vervuld. Er was sprake van een hiërarchie, die uit de verschillende zaaksdossiers blijkt. Deze hiërarchische verhouding wordt ook onderschreven door dat er binnen het CSV over promotiekansen werd gesproken: [medeverdachte 3] spreekt op 1 augustus 2020 binnen een Sky ECC chatgroep over militaire rangen en geeft aan wat zijn verwachtingen zijn van de personen onder hem.168
De rol van [verdachte]
verrichtte uitvoerende handelingen voor de organisatie als transporteur binnen het CSV. Hierbij werd gebruik gemaakt van zijn transportbedrijf [naam bedrijf] . Hij stelde zijn bedrijfsterrein aan de Oostdijk ter beschikking voor het overladen van een lading cocaïne uit een container. In zaaksdossier Burro werd de container die hij vervoerde verwisseld door een gekloonde container. [verdachte] wist van de hoed en de rand; hij was zich bewust van de criminele activiteiten waar hij aan meewerkte (PV Relaas CSV, ZD CSV p. 5011 e.v., PDF deel 1 p. 6883). Hij stond op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] .169 Ook is er veel contant geld bij hem aangetroffen, waarvoor hij geen verklaring heeft gegeven. [verdachte] heeft via Sky ECC contact met de grote jongens van de organisatie. Hij wordt [bijnaam 2] genoemd.170 Hoewel niet apart ten laste gelegd, is [verdachte] ook strafrechtelijk betrokken geweest bij zaaksdossiers Marilion en 15 en 16 september.171
[verdachte] heeft in de zaak Marilion een belangrijke rol gespeeld bij de vermoedelijke import van een partij cocaïne van 391 kilo die op 18 juli 2020 in Karlsruhe (Duitsland) uit een container is gehaald. Omdat er na de aanhouding geen cocaïne is aangetroffen, zijn de aangehouden verdachten na een dag heengezonden. Hoewel dit zaaksdossier niet apart onder feit 2 ten laste is gelegd, onderschrijft dit zaaksdossier de coördinerende rol van [medeverdachte 1] , alsmede de coördinerende rol van [medeverdachte 3] en de faciliterende rol van transporteur van [verdachte] .
[medeverdachte 1] heeft in de ochtend van 14 juli 2020 vanuit zijn woning de website van de Rijnhaven te Karlsruhe bezocht, terwijl [medeverdachte 3] zich op dat moment ten behoeve van een voorverkenning in de omgeving van de containerterminal aldaar bevond.172 Ook boekte [medeverdachte 3] een hotelkamer die door de uithalers werd gebruikt173 en instrueerde hij de uithalers om niet te praten in de taxi naar huis nadat zij waren vrijgelaten.174
In de avond van 17 juli 2020 bevond [verdachte] zich in de omgeving van de containerterminal te Karlsruhe, waar de partij cocaïne vermoedelijk door uithalers is overgeladen in de vrachtwagen van [verdachte] . Vervolgens is de partij vermoedelijk in de omgeving van Stuttgart weer overgeladen, waarna [verdachte] is teruggereden naar Nederland. Bij de staandehouding van [verdachte] is er geen cocaïne aangetroffen. Wel beschikte hij over een PGP-telefoon.175 De partij cocaïne die in Stuttgart terecht is gekomen bedroeg vermoedelijk 391 kilo cocaïne.176
Ook komt [verdachte] als verdachte naar voren in het zaaksdossier 15/16 september. [verdachte] heeft in de nacht van 15 op 16 september 2020 zijn bedrijfsterrein aan de [adres] ( [naam bedrijf] BV) beschikbaar gesteld voor het overladen van cocaïne.177 Hij heeft het hek van het bedrijfsterrein zelf geopend.178 De in dit zaaksdossier gehanteerde werkwijze komt in sterke mate overeen met zaaksdossier Breeweg: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] coördineren de actie en [medeverdachte 8] en [verdachte] hebben een faciliterende rol.
[medeverdachte 1]
De organisatie werd geleid door [medeverdachte 1] , onder wiens vleugels verschillende personen, in wisselende samenstellingen, samenwerkten en zich inzetten voor de handel in cocaïne en het witwassen van de geldbedragen die daarmee gemoeid gaan. [medeverdachte 1] vormt een constante factor in het CSV en wordt gezien als de spil van de organisatie. Uit de verschillende zaaksdossiers blijkt dat hij bepaalde wie er met de criminele activiteiten meededen; hij gaf opdrachten aan de verschillende deelnemers van het CSV. [medeverdachte 1] beschikte over de specifieke informatie over de schepen waarmee de containers met cocaïne werden vervoerd en alwaar er moest worden uitgehaald. Ook ging [medeverdachte 1] over de betalingen en was hij feitelijk leidinggever van [medeverdachte 10] via welk bedrijf geld werd witgewassen.179
[medeverdachte 2]
, de halfbroer van [medeverdachte 1] , fungeerde als zijn rechterhand. Hij vervulde – al dan niet in opdracht van [medeverdachte 1] – een rol van coördinator en facilitator binnen het CSV: hij gaf opdrachten aan uithalers en voorzag hen van de nodige informatie. Doordat [medeverdachte 2] een opleiding Havenlogistiek heeft gevolgd, beschikte hij over de nodige kennis over de haven en de logistieke processen. Ook beheerde hij in opdracht van [medeverdachte 1] het geld; op die manier kwam hem ook de taak van penningmeester toe. Hij hield de balans bij en zorgde ervoor dat de leden van het CSV allen hun geld kregen. [medeverdachte 2] is formeel eigenaar van [medeverdachte 10] , het bedrijf dat werd ingezet om contante inkomsten uit de cocaïnehandel wit te wassen. Ook werd het bedrijfspand meermaals gebruikt voor het (over)laden van cocaïne of het stallen van voertuigen (Movano). Door verschillende leden van het het CSV werden auto’s van [medeverdachte 10] gebruikt, ook bij criminele activiteiten van het CSV.180
[medeverdachte 10]
De rechtspersoon [medeverdachte 10] werd gebruikt om contante geldbedragen wit te wassen. Het bedrijf werd gerund door mensen die zich bezig houden met handel in cocaïne ( [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ). Het geld dat met de handel in cocaïne werd verdiend, werden door het bedrijf als huuropbrengsten gepresenteerd. De auto’s van [medeverdachte 10] werden door verschillende leden van het CSV gebruikt. In het bedrijfspand van [medeverdachte 10] werd tot slot een voertuig gestald met verborgen ruimte (Movano).
[medeverdachte 4]
vervulde een cruciale rol binnen het CSV, nu hij als medewerker van een rederij in de Rotterdamse haven ( [naam rederij] ) de organisatie van informatie over containers kon voorzien. Hij was het corrupte contact in de haven dat containers kon traceren en vrijgeven vanwege de autorisaties die hij uit hoofde van zijn functie bezat. [medeverdachte 4] heeft dezelfde opleiding genoten als [medeverdachte 2] : Havenlogistiek. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] zaten bij elkaar in de klas. Ook werd een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) op zijn naam aangetroffen in de woning van [medeverdachte 2] .181 had met verschillende mensen binnen het CSV contact. Hij werd onder meer aangestuurd door [medeverdachte 1] en ‘ [bijnaam 5] ’. Ook beschikte hij over een groot contant geldbedrag. [medeverdachte 4] moet wetenschap hebben gehad van de criminele activiteiten waar hij aan bijdroeg. 182
[medeverdachte 8]
vervulde voor het CSV een uitvoerende rol. Zo regelde hij een busje voor de organisatie: de Opel Movano (zaaksdossier Movano) stond op zijn naam en in zaaksdossier Breeweg verrichtte hij uitvoerende handelingen. Ook regelde hij spullen voor uithalers. Hij bevond zich herhaaldelijk in de omgeving van waar een uithaal plaatsvond en hij stond in contact met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Door verschillende mensen uit het CSV wordt er over hem (‘ [naam 11] ’/‘ [naam 10] ’) gesproken.183 Hij stond daarnaast ook nog op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] .184
[medeverdachte 3]
was een coördinator binnen het CSV. Hij stuurde groepen uithalers aan in zaaksdossiers Burro en Movano en hij maakte zich schuldig aan witwassen. Nadat de uithalers inzake Burro waren aangehouden, heeft hij via stromannen geregeld dat er geld werd gestort op hun gevangenisrekeningen. [medeverdachte 3] onderhield contact via PGP-telefoons met andere leden van de organisatie. Hij stuurt niet alleen berichten die zien op het aansturen van uithalers, maar ook spreekt hij in groepschats over promotiekansen185 en over het verlies van een sterrenteam en dat ze ervoor moeten zorgen dat hun broers en hun families niets tekort komen.186
Hoewel niet apart ten laste gelegd, is [medeverdachte 3] ook strafrechtelijk betrokken geweest bij zaaksdossier Marilion, waar hij de locatie ging inspecteren voordat daar een container met cocaïne werd gelost. De uithaal heeft hij vervolgens aan anderen overgelaten. [medeverdachte 3] heeft een taxi geregeld zodat de uithalers na hun aanhouding konden terugkeren naar Amsterdam. [medeverdachte 3] instrueerde hen om niet over de zaak te praten. 187
[medeverdachte 5]
was een van de koeriers binnen het CSV die grote hoeveelheden verdovende middelen en geldbedragen vervoerde in zijn Mitsubishi Grandis met verborgen ruimte. [medeverdachte 5] werkte veelal in opdracht van [medeverdachte 1] en gaf zelf instructies aan [medeverdachte 7] over bedragen die geteld en/of klaargelegd moesten worden. Ook heeft hij als recruiter voor het CSV gefungeerd, door [medeverdachte 9] te vragen zijn collega te worden.188 Hij stond middels zijn PGP-telefoon in contact met andere leden van het CSV, waaronder [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 7] .189
[medeverdachte 9]
was beveiliger of begeleider van cocaïnetransporten, waarbij hij veelvuldig samenwerkte met [medeverdachte 5] . Hij fungeerde als ‘het oog’. Binnen criminele organisaties worden beveiligers ingezet bij transporten om contra observaties te verrichten ter bescherming van zichzelf tegen politie en ripdeals van concurrenten. Hij heeft zelf ook als koerier met cash rondgereden, waarbij hij ook gebruik heeft gemaakt van de Mitsubishi Grandis van [medeverdachte 5] .190
[medeverdachte 7]
was verantwoordelijk voor het opslaan, tellen, bundelen en verpakken van grote, contante geldbedragen. Hij was in het bezit van geldtelmachines en een Sky ECC telefoon. Door de geldstash van de organisatie te beheren wist [medeverdachte 7] van de criminele activiteiten waar de organisatie zich mee bezig hield.191 Dit blijkt ook uit de vele OVC-gesprekken met [medeverdachte 5] . Ook kwam [medeverdachte 7] voor op de balans (de zogenaamde boekhouding) van het CSV in één van de notities uit de telefoon van [medeverdachte 2] .192
[medeverdachte 6]
Niet bewezen kan worden dat [medeverdachte 6] deel uitmaakte van het CSV. Hij stelde eenmalig zijn huis ter beschikking (Breeweg) voor het opslaan en verder overdragen van een partij cocaïne. Hoewel dit faciliterend is aan het CSV, is een eenmalige actie niet voldoende om hem als deelnemer van het CSV aan te merken: niet kan worden vastgesteld dat er sprake is van een structurele en duurzame deelname aan de organisatie. Hoewel de politie met betrekking tot zaaksdossier 15/16 september verbaliseert dat er op 16 september 2020 vermoedelijk cocaïne is afgeleverd bij de woning van [medeverdachte 6] aan de [adres] , ziet de rechtbank daarvoor onvoldoende bewijs. Op basis van het dossier kan niet worden bewezen dat [medeverdachte 6] ook op die datum zijn huis als stashplek ter beschikking heeft gesteld.
Onderhavige zaak – aandeel [verdachte]
Uit de feiten en omstandigheden zoals hierboven vastgesteld met betrekking tot de zaaksdossiers Burro, Breeweg, Marilion en 15/16 september blijkt dat [verdachte] cocaïnetransporten verrichtte voor de organisatie en dat hij zijn bedrijf [naam bedrijf] hiervoor inzette. Ook het bedrijfsterrein werd gebruikt voor het overladen van partijen cocaïne. Hiermee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de handel in cocaïne. De rechtbank is op basis van de eerder genoemde feiten en omstandigheden van oordeel dat ook kan worden bewezen dat verdachte met deze activiteiten heeft deelgenomen aan het CSV en dat hij daarbinnen een cruciale, faciliterende rol vervulde. [verdachte] wist van het oogmerk van de organisatie en heeft daaraan elke keer een strafbare bijdrage geleverd.
Conclusie
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat er, in samenhang en onderling verband bezien, tussen 29 januari 2018 (de oprichting van [medeverdachte 10] ) en 23 november 2020 sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband, bestaande uit twee of meer personen, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven.
Het bestaan van die criminele organisatie, het oogmerk daarvan en het bestaan van een zekere rolverdeling tussen de deelnemers is hierboven uiteengezet. De deelnemers werkten in wisselende samenstelling, al dan niet gedurende de hele periode, met elkaar samen.
[verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven in de zin van artikel 2 van de Opiumwet en (gewoonte)witwassen. Er heeft tussen [verdachte] en onder meer [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 10] een samenwerkingsverband bestaan (al dan niet gedurende de hele periode) met een zekere duurzaamheid en structuur, gericht op de internationale handel in verdovende middelen. Met name de vele Sky ECC berichten in het dossier onderschrijven dit.
Partiële vrijspraak
De rechtbank acht op basis van het dossier onvoldoende bewezen dat [medeverdachte 6] een rol vervulde binnen het CSV. Het eenmalig ‘stashen’ van cocaïne is hiervoor onvoldoende. [verdachte] wordt voor dit gedeelte van de tenlastelegging vrijgesproken.
De rechtbank acht op basis van het dossier onvoldoende bewezen dat het CSV ook strafbare handelingen heeft verricht in Espoo, Finland. Verdachte wordt voor dit gedeelte van de tenlastelegging vrijgesproken.