Feiten
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[eiser] heeft op 24 mei 2022 een consumentenkoopovereenkomst gesloten met [gedaagde] via de website van [gedaagde] . Hij heeft twee flessen parfum besteld voor een totaalprijs van € 476,90.
1.2.
Na ontvangst van de flessen heeft [eiser] op 26 mei 2022 een retouraanvraag ingediend via de website van [gedaagde] .
1.3.
[gedaagde] heeft de flessen op 1 juni 2022 retour ontvangen.
1.4.
Op 7 juni 2022 heeft [gedaagde] aan [eiser] meegedeeld dat de flessen parfum niet retour worden geaccepteerd, omdat deze geopend en gebruikt zijn.
1.5.
Vervolgens heeft [gedaagde] de flessen parfum aan [eiser] geretourneerd.
1.6.
Ondanks aanmaning heeft [gedaagde] het aankoopbedrag van de flessen parfum niet aan [eiser] terugbetaald.
Vordering en verweer
2. [eiser] vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 476,90 aan hoofdsom;
b. € 86,56 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. wettelijke handelsrente over € 563,46 vanaf 29 juni 2022;
d. de proceskosten.
3. [eiser] stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij gerechtigd was om de flessen parfum te openen en middels een of twee pufjes te testen om erachter te kunnen komen hoe deze ruiken. Door de retourzending is zijn betalingsverplichting komen te vervallen.
4. [gedaagde] heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [eiser] de flessen parfum geopend en gebruikt retour heeft gezonden. [gedaagde] heeft in haar algemene voorwaarden vermeld dat de parfum in dat geval niet retour kan worden genomen.
Beoordeling
5. Vaststaat dat de koopovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de twee flessen parfum is gesloten via de website van [gedaagde] . De vordering van [eiser] is dan ook gebaseerd op een tussen een handelaar en een consument gesloten overeenkomst op afstand.
6. Centraal staat de vraag of [eiser] een herroepingsrecht heeft. [eiser] stelt van wel. [gedaagde] betoogt van niet.
7. Afdeling 2B van Titel 5 van Boek 6 BW is van toepassing. Op grond van artikel 6:230o BW kan een consument een consumentenkoopovereenkomst op afstand zonder opgave van redenen ontbinden tot een termijn van veertien dagen is verstreken na (in dit geval) de dag waarop de consument de zaken heeft ontvangen, tenzij ontbinding is uitgesloten in artikel 6:230p BW. Afdeling 2B is ingevolge artikel 6:230i lid 1 BW van dwingend recht, dus voor zover [gedaagde] in haar voorwaarden ten nadele van [eiser] afwijkt van deze wettelijke regeling, kan zij zich daarop niet beroepen.
8. Niet in geschil is dat [eiser] tijdig de ontbinding heeft ingeroepen. Dat blijkt ook genoegzaam uit de onder 1. opgesomde feiten. Dan komt vervolgens de vraag aan de orde of ontbinding is uitgesloten. Daarvoor moet worden gekeken naar artikel 6:230p sub f BW, waar alle uitzonderingen voor wat betreft consumentenkoop worden opgesomd. De kantonrechter is van oordeel dat parfum niet valt onder één van deze uitzonderingen. Weliswaar kan uit het verweer en de voorwaarden van [gedaagde] worden afgeleid dat zij zich op het standpunt stelt dat parfum om hygiënische redenen niet kan worden teruggenomen, waarbij zij zich lijkt te beroepen op de uitzondering genoemd in artikel 6:230p sub f onder 3 BW, maar de kantonrechter is van oordeel dat parfum hier niet onder valt. Onder deze uitzondering valt bijvoorbeeld wel het gebruik van ondergoed, lippenstift of tandenborstels. De consument moet in beginsel de verpakking kunnen openen om toegang tot de inhoud ervan te hebben indien gelijksoortige producten normaal in winkels zonder verpakking zijn uitgestald.
9. De omstandigheid dat [gedaagde] de parfum mogelijk niet meer kan verkopen, doet niet aan de consumentenbescherming van [eiser] af. De consument is ook niet aansprakelijk voor waardevermindering als het product is gebruikt om de aard en kenmerken daarvan vast te stellen. Dat kan in de gegeven omstandigheden het één of enkele keren sprayen van de parfum zijn, zoals [eiser] ook heeft gedaan. Een verdergaand gebruik is niet gesteld of gebleken. [gedaagde] had kunnen voorkomen dat [eiser] de verpakking van de parfums had moeten openen om de aard en de kenmerken daarvan vast te stellen door bijvoorbeeld testers mee te sturen (dit is een concreet voorbeeld dat wordt genoemd in de Richtsnoeren met betrekking tot de uitlegging en toepassing van Richtlijn 2011/83/EG, 2021/C 525/01, paragraaf 5.5.4., welke richtlijn is geïmplementeerd in en dus ten grondslag ligt aan Afdeling 2B, Titel 5 van Boek 6 BW voornoemd), wat zeker bij duurdere parfums raadzaam kan zijn. Als [gedaagde] dat had gedaan, dan had [eiser] de verpakking ongeopend en verzegeld kunnen en moeten laten, dan wel zou hij aansprakelijk kunnen zijn voor waardevermindering.
10. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] een ontbindingsrecht heeft en dit recht tijdig heeft ingeroepen. De door [eiser] gevorderde hoofdsom ligt daarom voor toewijzing gereed. De ontbinding heeft tot gevolg dat [eiser] de flessen parfum moet retour zenden aan [gedaagde] .
11. [eiser] vordert wettelijke handelsrente, maar er is geen sprake van een handelsovereenkomst. Daarom wordt de wettelijke rente toegewezen.
12. De incassokosten zijn toewijsbaar. [eiser] heeft voldoende gesteld over de verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden.
13. Bij deze uitkomst wordt [gedaagde] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
BESLISSING
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van:
- € 476,90 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 29 juni 2022 tot aan de dag van de voldoening;
- € 86,56 aan incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
explootkosten € 131,18
griffierecht € 214,00
-----------------
totaal € 345,18
voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. M. van Walraven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.