Liander mag een kleinverbruiker in Amsterdam-Zuidoost afsluiten van energie maar dit mag niet voor 1 april 2023 dan wel later als de gewijzigde Regeling afsluitbeleid wordt verlengd. Met die regeling wil het kabinet voorkomen dat mensen vanwege tijdelijke betalingsproblemen in de wintermaanden worden afgesloten.
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck Gerechtsdeurwaarders
t e g e n
1. [gedaagde 1]
2. [gedaagde 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
niet verschenen.
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij tussenvonnis van 29 december 2022 (waarin gedaagde sub 2 per abuis niet is vermeld), is een mondelinge behandeling bepaald. Gedaagden zijn wel allebei in kennis gesteld voor deze zitting. Bij brief van 1 februari 2023 heeft Liander nog enkele stukken toegezonden. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 februari 2023, gecombineerd met de twee in rechtsoverweging 7 van het tussenvonnis vermelde zaken. Voor Liander is verschenen mr. D. de Waard namens de gemachtigde. Deze heeft het standpunt van Liander nader toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. Daarna is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Zoals overwogen in het tussenvonnis is de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas (verder de Regeling) vanwege de uitzonderlijke stijging van de energieprijzen met ingang van 26 oktober 2022 gewijzigd om te voorkomen dat in de winterperiode van 1 oktober tot 1 april kleinverbruikers worden afgesloten van hun energievoorziening. De verantwoordelijke minister heeft dit ook uitdrukkelijk zo in de openbaarheid gebracht.
De kantonrechter constateert dat de Regeling in artikel 2 lid 1 en artikel 8 lid 3 spreekt van beëindiging van het transport door de netbeheerder wegens wanbetaling. Dit berust vermoedelijk op een vergissing, aangezien de afnemer (in dit geval de kleinverbruiker, zijnde de gedaagden) niet gehouden is rechtstreeks te betalen aan de netbeheerder, maar aan de leverancier. Er bestaat, zoals Liander ook stelt, geen contractuele verhouding tussen de kleinverbruiker en de netbeheerder. Alle kosten van de netbeheerder worden ingevolge de overeenkomst met de leverancier door de leverancier in rekening gebracht bij de kleinverbruiker.
Wat daarvan ook zij, Liander betoogt op zichzelf met recht dat de Regeling in artikel 5 onder e en artikel 8 lid 1 onder d met betrekking tot afsluiting een uitzondering op het afsluitingsverbod maakt voor netbeheerders indien op de aansluiting van de kleinverbruiker geen vergunninghouder (te weten energieleverancier) (meer) bekend is, hetgeen in deze zaak aan de orde is. Dat brengt echter mee dat energieleveranciers zich kunnen beperken tot het opzeggen, niet verlengen of anderszins beëindigen van het contract met de kleinverbruiker, zonder zorg te dragen voor daadwerkelijke afsluiting van energie en de daarbij ingevolge de Regeling aan haar opgelegde inspanningen. De netbeheerder ziet zich vervolgens gesteld voor de taak om de afsluiting te bewerkstelligen. Doordat de energieleverancier zelf niet (meer) in rechte om daadwerkelijke afsluiting van de energielevering vraagt en dus niet kan worden aangesproken op zijn wettelijke verplichtingen in dat kader, wordt het doel van de gewijzigde Regeling ten aanzien van kleinverbruikers om afsluiting tijdens de winterperiode te voorkomen dan ook omzeild. Het doel van de regeling was immers om de daadwerkelijke afsluiting van kleinverbruikers in de winterperiode zo veel mogelijk te voorkomen en met waarborgen te omkleden, ook in het geval van wanbetaling. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat ook voor netbeheerders onder de huidige bijzondere omstandigheden moet gelden dat niet wordt afgesloten vóór 1 april 2023, tenzij daarvoor bijzondere omstandigheden zijn gesteld, hetgeen in deze niet het geval is. Dergelijke omstandigheden zouden erin kunnen bestaan dat Liander stelt en aantoont dat de energieleverancier of zijzelf aan de waarborgen van de Regeling heeft voldaan.
4. Gedaagden zijn Liander voor de tussenliggende periode wel een schadevergoeding verschuldigd, deze wordt begroot op een gefixeerd bedrag van € 250,-. De daadwerkelijk afgenomen energie in de periode zonder contract, zal Liander naderhand op basis van de meterstanden moeten becijferen en daarvoor een schadevergoeding aan gedaagden in rekening moeten brengen indien dit meer blijkt te zijn dan begrepen in het gefixeerde bedrag van € 250,-.
5. De slotsom is dan ook dat de vordering tot afsluiting toewijsbaar is maar pas nadat de Regeling is uitgewerkt, te weten na 31 maart 2023 dan wel zoveel later als de Regeling wordt verlengd. De vordering zal dan ook worden toegewezen als na te melden. De gevorderde afsluitkosten worden naar vast beleid beperkt tot € 70,00 per energiemeter. Het meerdere komt buitensporig voor en wordt afgewezen. Dat geldt niet voor de gevorderde schadevergoeding van € 250,-. Dit bedrag wordt toegewezen.
6. Gedaagden worden met de proceskosten belast.
BESLISSING
De kantonrechter:
-
verklaart voor recht dat Liander gerechtigd is om de aansluitingen op het verbruiksadres [adres] te onderbreken, maar niet vóór 1 april 2023 dan wel later indien de Regeling wordt verlengd, en vervolgens onderbroken te houden;
-
veroordeelt gedaagden om de voor de onderbreking noodzakelijke werkzaamheden te gedogen en om het genoemde verbruiksadres te ontruimen, maar beperkt tot de ruimtes die betreden moeten worden om toegang tot de meters of de aansluitingen te verkrijgen en voor de duur van de werkzaamheden;
-
beveelt gedaagden om de meters aan Liander af te geven en veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling van € 70,- per onderbroken of verwijderde meter, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de afsluiting tot de voldoening, en € 250,- aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2022 tot de voldoening;
-
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Liander begroot op € 105,31 aan explootkosten, € 80,- aan salaris gemachtigde, € 322,- aan griffierecht en € 66,- aan nakosten, alles inclusief eventueel verschuldigde btw;
-
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
-
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 maart 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: