3.3
Het oordeel van de rechtbank
In februari 2022 heeft de Rijksrecherche de beschikking gekregen over het proces-verbaal van bevindingen uit het onderzoek 26Pandora. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat er op 28 augustus 2020 in een conversatie tussen twee accounts van de versleutelde berichtendienst Sky ECC een aantal afbeeldingen is gedeeld. In deze conversatie wordt gesproken over een ambtenaar die kentekens kan natrekken en die tegen betaling van ‘10k' op basis van een Burgerservicenummer (BSN) wereldwijd iedereen kan natrekken. In deze conversatie worden ook afbeeldingen getoond die afkomstig zijn uit de systemen Beheer van Relaties (hierna: BVR) en Klantbeeld van de Belastingdienst. De afbeeldingen bevatten de naam van de tenaamgestelde van kenteken [kenteken] en persoonsgegevens van [naam 1] . Vanuit de loggingen van de Belastingdienst bleek dat de bevragingen waren gedaan door gebruikersnaam [gebruikersnaam] op 28 augustus 2020, twee uur voor het delen ervan in voornoemde Sky ECC conversatie. De gebruikersnaam behoort toe aan verdachte.2 Op 11 juli 2022 heeft er vervolgens een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte. In de keuken achter de plinten van de keukenkasten werden vijf geldkistjes aangetroffen met daarin totaal € 920.000,- aan contant geld.3
Computervredebreuk (feit 2)
Verdachte is sinds april 2007 werkzaam als ambtenaar bij de Belastingdienst Amsterdam. Hij heeft op 10 april 2007 de ambtsbelofte afgelegd en de verklaring tot geheimhoudingsverplichting ondertekend.4 Verdachte controleert als veldtoetser belastingaangiften.5 Bij het opstarten van de computer door een medewerker van de Belastingdienst verschijnt in relatie tot de fiscale geheimhouding ex artikel 67 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen automatisch de volgende waarschuwing in beeld:
‘Waarschuwing! Gebruik is alleen toegestaan voor geautoriseerde, expliciet door de organisatie vastgestelde doeleinden. Gebruik wordt gelogd, misbruik wordt gestraft.’
6
Verder is op alle medewerkers van de Belastingdienst de Gedragscode Integriteit Rijk van toepassing. In deze gedragscode is een paragraaf opgenomen met betrekking tot het zorgvuldig omgaan met informatie. De uitgangspunten voor het omgaan met informatie zijn onder meer: deel informatie voor zover je die hoort te delen, bewaak de vertrouwelijkheid van informatie en gebruik doelgebonden informatie alleen voor het doel waarvoor die is verstrekt.7 In de brochure ‘Een integere Belastingdienst – Basiswaarden, regels en procedures’ wordt een aanvulling op voornoemde gedragscode gegeven met betrekking tot een aantal specifieke kernwaarden en normen. In deze brochure staat met betrekking tot de geheimhoudingplicht onder meer vermeld dat een belastingdienstmedewerker alleen informatie mag raadplegen voor zover dat nodig is voor zijn of haar werk. Het lekken van vertrouwelijke informatie, anderen daartoe toegang geven, informatie gebruiken voor nevenwerkzaamheden, systemen raadplegen voor privézaken of uit nieuwsgierigheid, ziet de werkgever als een ernstige integriteitsschending. Verder vermeldt de brochure dat het niet de bedoeling is dat belastingdienstmedewerkers posten behandelen en/of fiscale informatie inzien van personen uit de directe omgeving van de betreffende medewerker zoals familie, vrienden, kennissen en buurtgenoten.8
Bij de Belastingdienst zijn de loggegevens van Klantbeeld gevorderd voor het gebruikersaccount van verdachte over de periode januari 2020 tot en met maart 2022 en over de periode april 2022 tot en met juli 2022. De loggingen van verdachte in Klantbeeld van de periode januari 2020 tot en met juli 2020 waren niet meer beschikbaar ten tijde van het vorderen van de gegevens.9 De loggegevens geven inzicht in de door verdachte bekeken personen en/of bedrijven. Verder zijn bij de Belastingdienst de volgende gegevens van verdachte opgevraagd; rooster, urenverantwoording en in- en uitlogmomenten op zijn account en werkopdrachten.10
Bevragingen broer, ex-schoonvader en [naam 2]
Uit de loggegevens blijkt dat verdachte op 9 en 11 februari 2021 in de applicatie Klantbeeld bevragingen heeft gedaan met betrekking tot zijn ex-schoonvader en het pensioenfonds waaruit zijn ex-schoonvader inkomsten ontvangt. Op 12 februari 2021 hebben er door verdachte, eveneens in de applicatie Klantbeeld, bevragingen plaatsgevonden met betrekking tot zijn broer, [naam broer] .11 Verder blijkt uit foto’s die zijn aangetroffen op de telefoon van verdachte dat hij op 27 juni 2022 in de applicatie BVR gegevens heeft opgevraagd van [naam 2] .12 Verdachte heeft op de zitting erkend dat hij voornoemde bevragingen heeft verricht en dat deze voor privédoeleinden waren en dat hij daarom niet bevoegd was om deze bevragingen te verrichten.13
Bevragingen [naam 1]
14
Van de drie afbeeldingen die in de eerder genoemde Sky ECC conversatie zijn gedeeld, zijn er twee afkomstig uit het systeem Klantbeeld en één uit het systeem BVR. Uit een afbeelding uit BVR blijkt dat in dat systeem is gezocht naar de tenaamgestelden van het kenteken [kenteken] . Op de twee afbeeldingen uit Klantbeeld zijn persoonsgegevens te zien van onder meer [naam 1] . Het is zeer waarschijnlijk dat eerst in het systeem BVR is gezocht op de tenaamgestelden van het kenteken [kenteken] , omdat in Klantbeeld niet op kenteken kan worden gezocht. Dit kan mede worden verondersteld omdat uit de politiesystemen blijkt dat de namen van de drie (rechts)personen op de afbeelding uit BVR, de drie laatste tenaamgestelden van het voertuig zijn. Ten tijde van de bevraging stond voornoemd kenteken op naam van [naam 1] en waarschijnlijk is vervolgens in het systeem Klantbeeld gezocht naar [naam 1] .15
Uit loggingen van de Belastingdienst blijkt dat in de periode tussen 1 augustus 2020 en 29 augustus 2020 één bevraging is gedaan in relatie tot [naam 1] .16 Deze bevraging vond plaats op 28 augustus 2020 om 12:30 uur onder de gebruikersnaam van verdachte. Om 12:27 uur is met de gebruikersnaam vanaf een extern ip-adres ingelogd op het systeem van de Belastingdienst. Om 12:30 uur zijn in Klantbeeld de gegevens van het BSN van [naam 1] geraadpleegd.17 De bevragingen zijn gedaan op de zakelijke (Belastingdienst-werkplek) laptop (met configuratienummer: [nummer] ) van verdachte.18
Op 28 augustus 2020 om 14:30 uur zijn de drie afbeeldingen door Sky-account [account] gestuurd naar Sky-account [account] . Gebruiker van Sky-account [account] is geïdentificeerd als [naam 3] (hierna: [naam 3] ). Gebruiker van Sky-account [account] is geïdentificeerd als [naam 4] (hierna: [naam 4] ).19
Dezelfde drie afbeeldingen zijn op 28 augustus 2020 vanaf 13:12 uur door [naam 3] gestuurd naar Sky-account [account] .20 Gebruiker van dit account [account] is geïdentificeerd als [naam 5] (hierna: [naam 5] ).21 Uit een Sky conversatie op 27 augustus 2020 tussen [naam 3] en [naam 5] ontstaat het vermoeden dat [naam 3] een afspraak had met [naam 1] , dat [naam 1] naar de afspraak is gekomen in een voertuig met kenteken [kenteken] en dat [naam 3] het kenteken heeft genoteerd en het kenteken zal laten natrekken.22 Op 28 augustus 2020 geeft [naam 3] aan [naam 5] aan dat ze op basis van een ‘sofionummer’ mensen kunnen natrekken en beschrijft [naam 3] dat ze iemand in Den Haag hebben zitten.23
Uit onderzoek naar de persoon van [naam 3] , [naam 5] en [naam 4] is het vermoeden ontstaan dat de bevraging kennelijk afkomstig was van (een lid van) een criminele organisatie die zich bezighoudt met internationale handel van verdovende middelen en witwassen.24 Verdachte heeft verklaard dat hij de namen [naam 3] en [naam 4] niet kent. Ook de naam [naam 1] zegt hem niks.25
Naast het feit dat de bevragingen zijn verricht vanaf de laptop en met de gebruikersnaam van verdachte, is er ook een link tussen verdachte en de bevragingen via [naam 6] (hierna: [naam 6] ). [naam 6] is gebruiker van het Sky ECC account [account] .26 Dit account kan worden aangemerkt als regelmatig contact van het account dat in gebruik is bij [naam 3] . Zij zitten samen in zestien verschillende groepchats. In september 2021 is [naam 6] gecontroleerd toen hij in een voertuig reed dat op naam stond van verdachte.27 Verdachte heeft verklaard dat [naam 6] een goede vriend van hem was en vaak bij hem thuis kwam.
Volgens verdachte heeft mogelijk iemand anders op zijn computer en met zijn gebruikersnaam en wachtwoord ingelogd en de bevragingen verricht.28 De rechtbank vindt die geopperde verklaring niet aannemelijk. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte de bevragingen van [naam 1] heeft verricht. Verdachte was hiertoe niet bevoegd omdat de geraadpleegde informatie kennelijk bestemd was voor criminele doeleinden van anderen en derhalve niet werkgerelateerd was.
Overige bevragingen in de periode augustus 2020 tot en met juli 2022
Naast de hierboven besproken privébevragingen en de bevragingen omtrent [naam 1] resteren de overige bevragingen die zijn verricht in de periode augustus 2020 tot en met juli 2022 zoals opgesomd in het dossier.29
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij bevoegd was om de systemen van de Belastingdienst te raadplegen als hij door mensen werd gebeld, zolang hij maar geen informatie aan derden verstrekte, maar alleen aan de personen die hem belden. Hij werd hiervoor zowel op zijn werknummer als op zijn privénummer gebeld. Veelal waren het mensen uit de Marokkaanse gemeenschap die hem om hulp vroegen.30 Bij de politie heeft hij verklaard dat hij mensen helpt die het moeilijk vinden om rechtstreeks met de Belastingtelefoon te bellen of als ze er bij de Belastingtelefoon niet doorheen komen. Hij geeft alleen de informatie door die mensen ook krijgen wanneer zij met de belastingtelefoon bellen. Verdachte heeft verklaard dat het een ‘grijs gebied’ betreft en dat hij niet weet of het niet mag.31 Een aantal bevragingen kon verdachte zich nog herinneren en van een aantal bevragingen kende hij de naam van de bevraagde persoon of entiteit niet of kon hij zich die naam niet herinneren.32
De rechtbank stelt vast dat verdachte alle bevragingen zoals opgesomd in de betreffende processen-verbaal van bevindingen heeft verricht en dat hij hiertoe niet bevoegd was. In de periode van 25 september 2020 tot en met 13 januari 2021 heeft verdachte, naast de bevragingen omtrent zijn ex-schoonvader en zijn broer, negen bevragingen verricht. Uit het betreffende proces-verbaal lijken de bevragingen niet werkgerelateerd te zijn omdat ze niet kunnen worden verklaard vanuit de werkzaamheden van verdachte voor de Belastingdienst.33 In de periode van 14 april 2022 tot en met 8 juli 2022 heeft verdachte, naast de bevraging van [naam 2] , eveneens negen bevragingen verricht. Ook voor deze bevragingen geldt dat zij niet werkgerelateerd lijken te zijn omdat zij evenmin kunnen worden verklaard vanuit de werkzaamheden van verdachte voor de Belastingdienst.34 Verder is een aantal van deze bevragingen verricht op vreemde tijdstippen. Zo is er onder meer een bevraging verricht in de nacht van 8 op 9 december 2020 en op nieuwjaarsdag 2021.35
Dat verdachte niet bevoegd was om deze bevragingen te verrichten en vervolgens de geraadpleegde informatie door te geven aan anderen volgt uit zijn geheimhoudingsplicht en de hiervoor reeds besproken Gedragscode Integriteit Rijk die van toepassing op alle belastingdienstmedewerkers. Bovendien staat in de eveneens hiervoor besproken brochure dat een belastingdienstmedewerker alleen informatie mag raadplegen voor zover dat nodig is voor zijn of haar werk. Verondersteld mag worden dat verdachte van de inhoud van deze documenten op de hoogte was. Op 24 januari 2022 heeft verdachte met zijn leidinggevende [naam leidinggevende] een plangesprek gevoerd. Tijdens dit plangesprek is het onderwerp integriteit aan bod gekomen. De Gedragscode Integriteit Rijk met de digitale vindplaats is benoemd alsmede de aanvulling die het ministerie van Financiën geeft op die gedragscode.36 Deze gesprekken, waarbij integriteit een terugkerende onderwerp is, worden jaarlijks gevoerd met medewerkers van de Belastingdienst.37
Valse sleutel
Voor alle bevragingen geldt dat deze zijn verricht met behulp van een valse sleutel aangezien verdachte de bevragingen vanuit zijn functie als medewerker van de Belastingdienst heeft gedaan en zijn gebruikersnaam en wachtwoord heeft gebruikt bij het inzien van en delen van gegevens uit dossiers, waartoe hij niet bevoegd was.
De rechtbank vindt het tenlastegelegde witwassen niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Door de omstandigheden waaronder het geld is aangetroffen en de hoogte van het bedrag vindt de rechtbank dat er een zeer ernstig vermoeden is dat het geld van misdrijf afkomstig is. In de woning is een grote hoeveelheid contant geld aangetroffen, € 920.000,-. Dit bedrag bestaat uit door elastiek gebundelde bankbiljetten in coupures van 200 euro, 100 euro en 50 euro, verdeeld over vijf geldkistjes. De geldkistjes waren verdeeld over drie tassen die zijn aangetroffen achter de plinten van de keukenkastjes in de woning van verdachte.
De rechtbank stelt vast dat het geld in de keuken achter de plinten verstopt lag en derhalve aan het zicht was onttrokken. Deze zaak is daarmee anders dan de door de officier van justitie aangehaald uitspraken waarin het gaat om voorwerpen die zijn aangetroffen in kasten en waarbij als uitgangspunt is gehanteerd dat een bewoner geacht wordt te weten wat zich in die woning bevindt. Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat het geld daar lag. Uit het dossier blijkt dat ook anderen de beschikking hadden over een sleutel van de woning van verdachte. Het dossier bevat geen bewijs dat verdachte wel wetenschap had van het geld in zijn woning .