zaaknummer / rolnummer: C/13/730553 / KG ZA 23-175 MDvH/MvG
Vonnis in kort geding van 17 maart 2023
in de zaak van
de kerkelijke rechtspersoon
RK EMMAÜSPAROCHIE,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 8 maart 2023,
advocaat mr. M. Bakhuis te Haarlem,
tegen
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK (OF EEN GEDEELTE DAARVAN) AAN DE [gedaagden],
gedaagden,
niet verschenen.
1 De procedure
1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 16 maart 2023 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Vervolgens heeft eiseres verzocht vonnis te wijzen en is vonnis bepaald op heden.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aan de zijde van eiseres [naam 1] , vice-voorzitter parochiebestuur, en [naam 2] , vastgoedbeheerder in opdracht van eiseres, met mr. Bakhuis aanwezig. Gedaagden zijn niet verschenen en hebben zich ook niet door een advocaat laten vertegenwoordigen.
2 De beoordeling
2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
Een ontruiming leent zich niet voor een hoofdelijke veroordeling. Dat deel van de ontruimingsvordering zal daarom worden afgewezen. Verder dienen gedaagden de panden niet binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, zoals gevorderd, maar, conform artikel 555 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen.
2.3.
Voor het overige komt het gevorderde de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal het worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
2.4.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 129,14
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat 697,00
totaal € 1.502,14, te vermeerderen met de kosten van de op grond van artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie.
3 De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden,
3.2.
veroordeelt gedaagden om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de panden aan de [gedaagden] geheel te ontruimen en ontruimd te houden, met medeneming van al hetgeen dat en al degenen die namens hen in de panden aanwezig mochten zijn, en de onderste twee verdiepingen van die panden ter vrije en algehele beschikking van eiseres te stellen, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat gedaagden niet aan deze veroordeling voldoen, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
3.3.
bepaalt dat deze veroordeling binnen een termijn van één jaar na de datum waarop dit vonnis wordt uitgesproken, bij herkraak ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet,
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.502,14, te vermeerderen met de kosten van de op grond van artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2023.1