5.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen.
Ter toelichting op het juridisch kader en uw rol daarin, geldt het volgende.
Ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, heeft bepaald dat een arts aansprakelijk is voor de schade van een patiënt als hij niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Dit is de juridische norm waaraan de rechter het handelen van de arts toetst om te bepalen of er bij de behandeling een fout is gemaakt.
Om dit goed te kunnen beoordelen vragen partijen en de rechter u aan de hand van de hierna te volgen vragen, hen te voorzien van feitelijke informatie over de professionele standaard met betrekking tot de behandeling die onderwerp is van de juridische discussie. U wordt niet gevraagd te oordelen over de aansprakelijkheid. De vraag of sprake is van een medische fout en dus van aansprakelijkheid is, als partijen deze niet eensluidend kunnen beantwoorden, voorbehouden aan de rechter.
Algemene instructie:
a. Wilt u bij de beantwoording van de hierna te volgen vragen zoveel mogelijk verwijzen naar de wetenschappelijke literatuur en eventueel van toepassing zijnde protocollen, richtlijnen, etc.?
b. U wordt verzocht bij deze opdracht de aanbevelingen en bepalingen van de richtlijn medisch specialistische rapportage (RMSR) zoveel als mogelijk in acht te nemen.
c. Wilt u [verzoeker 1] en [verzoeker 2] oproepen om de voor uw onderzoek relevante feiten met hen te bespreken?
1. Beschikt u over voldoende gegevens om de hiernavolgende vragen te kunnen beantwoorden? Zo nee, wilt u (de) ontbrekende informatie opvragen bij partijen en deze aan uw rapportage hechten?
2. Kunt u een zo uitvoerig mogelijke beschrijving geven van het verloop van de bevalling [verzoeker 2] en de geboorte van [verzoeker 3] in het OLVG op 18 april 2016?
3. Hoe beoordeelt u de CTG’s en het op basis daarvan gevoerde beleid?
4. a) Op basis van welke aanwijzingen moet worden besloten om een gynaecoloog bij een bevalling te betrekken?
b) Hoe beoordeelt u het moment waarop de gynaecoloog bij de bevalling van [verzoeker 2] is geroepen en het tijdstip waarop de gynaecoloog ter plaatse was?
Wilt u daarbij het verloop van de bevalling (start op 16 april 2016, het breken van de vliezen, de serotiniteit, het uitblijven van weeën en ontsluiting, het tijdsverloop van de partus, het gebruik van Syntocinon, de tachycardie bij het kind en het CTG-beeld) betrekken?
c) Als de gynaecoloog eerder was gekomen, wat was dan het te verwachten beleid en beloop geweest?
5. Bestond er een indicatie om een kinderarts bij de bevalling te betrekken, zo ja vanaf welk tijdstip?
Wilt u daarbij het verloop van de bevalling (start op 16 april 2016, het breken van de vliezen, de serotiniteit, het uitblijven van weeën en ontsluiting, het tijdsverloop van de partus, het gebruik van Syntocinon, de tachycardie bij het kind en het CTG-beeld) betrekken?
6. a) Hoe beoordeelt u het gevoerde beleid ten aanzien van het moment waarop besloten werd tot het verrichten van een sectio?
Wilt u daarbij het verloop van de bevalling (start op 16 april 2016, het breken van de vliezen, de serotiniteit, het uitblijven van weeën en ontsluiting, het tijdsverloop van de partus, het gebruik van Syntocinon, de tachycardie bij het kind en het CTG-beeld) betrekken?
b) Had eerder tot een sectio besloten moeten worden? Zo ja, wanneer en waarom?
c) Als u bij vraag 6b heeft geantwoord dat eerder tot een sectio besloten had moeten worden, wilt u dan aangeven op welk tijdstip het uitvoeren van de sectio op zijn laatst nog toelaatbaar was geweest?
d) Had op het hiervoor in vraag 6c bedoelde tijdstip de opgetreden bradycardie vermeden kunnen worden?
7. Had er tijdens de baring een microbloedonderzoek (MBO) uitgevoerd moeten worden? Zo ja, vanaf welk tijdstip? Wat zou het resultaat van dat onderzoek bij benadering zijn geweest?
8. Kunt u de medisch professionele standaard beschrijven die in 2016 gold voor deze casus? Kunt u daarbij in ieder geval betrekken welke protocollen en richtlijnen voor de beoordeling van deze casus van belang waren?
9. a) Voldeed de zorg in het OLVG tijdens de bevalling van [verzoeker 2] aan bovengenoemde professionele standaard?
b) Als u meent dat niet aan de in vraag 9a bedoelde standaard is voldaan, wat is de invloed daarvan op het beloop en de uitkomst voor [verzoeker 3] ?
10. Hoe wordt de slechte conditie van [verzoeker 3] direct na de geboorte verklaard? Als er meerdere mogelijke oorzaken zijn, wilt u deze dan benoemen?
11. Bent u van mening dat expertises op andere vakgebieden noodzakelijk zijn?
12. Heeft u nog overige opmerkingen?
13. a) Is u een geanonimiseerde versie voorgelegd van het medisch dossier in deze casus?
b) Hebt u met deze casus geen directe of indirecte bemoeienis gehad en staat u vrij ten opzichte van partijen om in deze zaak een onafhankelijke expertise te verrichten?