2 Tenlastelegging
Verdachte wordt er in zaak A (na wijziging op de zitting van 17 maart 2023) – kort gezegd – van beschuldigd dat zij zich op 9 november 2022 heeft schuldig gemaakt aan:
-
wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer 1] door de voordeur van de woning af te sluiten, haar met een stanleymes in de arm te steken, op haar te gaan zitten, haar met gebalde vuisten te slaan, haar aan haar haren door de woning te slepen, haar bij de keel te pakken en haar keel dicht te knijpen, kokend heet water over het lichaam van [slachtoffer 1] te gieten en het haar onmogelijk te maken de woning te verlaten;
-
primair: poging moord/doodslag, door [slachtoffer 1] met een stanleymes in haar arm te steken, door haar met kracht te wurgen en daarbij te zeggen “ik wil je dood hebben”;
subsidiair: het opzettelijk (al dan niet met voorbedachte raad) toebrengen van zwaar lichamelijk letsel;
meer subsidiair: poging tot het opzettelijk (al dan niet met voorbedachte raad) toebrengen van zwaar lichamelijk letsel;
3. primair: het opzettelijk (al dan niet met voorbedachte raad) toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, door kokend heet water over het lichaam van [slachtoffer 1] te gieten;
subsidiair: poging tot het opzettelijk (al dan niet met voorbedachte raad) toebrengen van zwaar lichamelijk letsel;
4. aanranding, door [slachtoffer 1] haar borsten te betasten en haar vast te pakken bij haar geslachtsdeel en daarbij te zeggen “dit is toch wat je fijn vindt”.
In zaak B wordt verdachte verweten dat zij zich op 22 april 2022 heeft schuldig gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer 2] (gezinsmanager Jeugdbescherming).
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank vindt op grond van de in rubriek 4.3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 9 november 2022 te Amsterdam, in een woning gelegen aan de [adres] , opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door:
- -
de voordeur van voornoemde woning af te sluiten en
- -
op voornoemde [slachtoffer 1] te gaan zitten en
- -
voornoemde [slachtoffer 1] met kracht te wurgen en
- -
kokend water over het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] te gieten en
- -
het voornoemde [slachtoffer 1] onmogelijk te maken de woning te verlaten;
op 9 november 2022 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk, van het leven te beroven, verdachte:
- -
meermalen met een stanleymes in het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft gestoken en
- -
voornoemde [slachtoffer 1] met kracht heeft gewurgd en
- -
vervolgens tegen voornoemde [slachtoffer 1] heeft gezegd: “ik wil je dood hebben”,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 9 november 2022 te Amsterdam, aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten 1e en 2e graads brandwonden op haar nek en hals en schouder en rug en borstkas en hand en pols, heeft toegebracht door kokend water over het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] te gieten;
op 9 november 2022 te Amsterdam, door geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het, betasten van de borsten van voornoemde [slachtoffer 1] en het (langdurig) vastpakken van het geslachtsdeel van voornoemde [slachtoffer 1] en daarbij de woorden te voegen “dit is toch wat je fijn vindt”;
op 22 april 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (gezinsmanager) [slachtoffer 2] (via e-mail) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen:
- -
“ik ga je kop er af hakken” en
- -
“ik ga je keel doorsnijden” en
- -
“ik ga je vermoorden [slachtoffer 2] ” en
- -
“ik ga je doodmaken hiervoor” en
- -
“ik ga een pistool kopen en je doodschieten” en
- -
“ [slachtoffer 2] je bent van mij ik ga je geest uit je lichaam nemen en je ziel kwellen” en
- -
“ik wil jou een goed pak slaag geven” en
- -
“ik ga je duizend keer steken als je in de buurt komt” en
- -
“ik maak je af” en
- -
“ik ga je keel van links naar rechts snijden” en
- -
“ik breek alle botten in je lijf” en
- -
“Ik trek je kaolo kop eraf” en
- -
“ik ga je uit dit leven halen” en
- -
“ik ga je hoofd breken met de muur”.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1, feit 2 primair en feit 3 primair
eendaadse samenloop van:
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 18 (achttien) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
De veroordeelde moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering haar geeft, voor
zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Zij moet zich gedurende door de Reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als deze instelling dat gedurende deze perioden nodig acht.
Opname in een zorginstelling
De veroordeelde wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven
indicatiestelling zich te laten opnemen in (Forensische) psychiatrische verslavingszorg, of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij de
veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven.
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
De veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen voor haar verslavingsproblematiek en emotioneel welzijn bij (Forensische) verslavingszorg - of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die
behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
De reclassering acht het daarbij van belang dat een kortdurende klinische opname ten behoeve van crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek kan plaatsvinden binnen een ambulant behandeltraject. De veroordeelde wordt verplicht tot een korte klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken, als de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die
haar in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden
gegeven.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
De veroordeelde wordt verplicht om mee te werken bij begeleid en/of beschermd wonen,
zulks ter beoordeling van de reclassering, daar te verblijven en zich te houden aan het (dag-)
programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de
reclassering dit noodzakelijk acht.
Contactverbod
De veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met E.W. v.d. Berg zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Meewerken aan middelencontrole
De veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol/drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
Geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd
- -
ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Legt aan verdachte de maatregel tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking op als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Wijst de vordering tot vergoeding van materiële schade van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toe, namelijk tot een bedrag van € 2.108,56 (tweeduizend en honderdacht euro en zesenvijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (9 november 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst de vordering tot materiële schade voor het overige af.
Wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade gedeeltelijk toe, namelijk tot een bedrag € 15.000,- (zegge vijftienduizend euro) aan, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (9 november 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige, wat betreft de vordering tot immateriële schade (dat is ingediend namens het ongeboren kind), niet-ontvankelijk is in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 17.108,56 (zegge zeventienduizend honderdacht euro en zesenvijftig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (9 november 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 120 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. D. van den Brink en M. Wiewel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Baart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 maart 2023.