4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
ten aanzien van feit 1
in de periode van 24 augustus 2022 tot en met 23 december 2022 te Amstelveen en Tubbergen en Waarland en ’t Zand en Heinekenszand en Lewedorp en Serooskerke en Kloetinge en Westkapelle en Spaarndam en Heerde en Wapenveld en Hoevelaken en Didam en Eerbeek en Geldrop en Katwijk en Den Dungen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 20] en [slachtoffer 21] en [slachtoffer 22] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten het afgeven van pinpassen en bijbehorende pincodes door telkens;
- te bellen naar die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] waarbij zijn mededader(s) zich voordoen als een medewerkster van de Rabobank en/of
- tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] te zeggen dat er een betaling en/of een geldopname vanaf zijn en/of haar
betaalrekening(en) worden/zijn gedaan en/of dat hij/zij aan de lijn moesten blijven en/of
- te zeggen dat het nodig is dat een medewerker langskomt om de bankpassen van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] op te halen en/of
- aan die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] een code door te geven met de mededeling dat de medewerker die bij die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] zou langskomen die code ter controle zou noemen en/of
- vervolgens bij die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] de bankpassen op te halen en/of
ten aanzien van feit 2
hij in de periode van 24 augustus 2022 tot en met 23 december 2022 te Amsterdam en Duivendrecht en Tubbergen en Almelo en Alkmaar en Schagen en Oost-Souburg en s’-Heerenhoek en Vrouwenpolder en Goes en Heinekenszand en Middelburg en Velserbroek en Haarlem Schalkwijk en Wapenveld en Hattem en Amersfoort en Didam en Eerbeek en Geldrop en Rijnsburg en Sint Michielsgestel en Vlijmen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een geldbedrag van totaal 68.393,50 euro, toebehorende aan;
- [slachtoffer 2] € 8.514,- en
- [slachtoffer 3] € 2.550,- en
- [slachtoffer 4] € 4.506,48 en
- [slachtoffer 5] € 3.353,37 en
- [slachtoffer 1] € 2.300,- en
- [slachtoffer 6] € 1.501,- en
- [slachtoffer 7] € 4.958,- en
- [slachtoffer 8] € 1.229,- en
- [slachtoffer 9] € 4.105,- en
- [slachtoffer 10] € 3.132,80 en
- [slachtoffer 11] € 1.200,- en
- [slachtoffer 12] € 1.000,- en
- [slachtoffer 13] € 4.507,44 en
- [slachtoffer 14] € 1.785,- en
- [slachtoffer 15] € 3.720,- en
- [slachtoffer 16] € 1.200,- en
- [slachtoffer 17] € 2.200,- en
- [slachtoffer 18] € 2.400,- en
- [slachtoffer 19] € 950,- en
- [slachtoffer 20] € 9.015,76 en
- [slachtoffer 21] € 4.602,99 en
- [slachtoffer 22] € 1.200,- en/of
- de Rabobank,
waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich de toegang tot die geldbedragen, hebben verschaft door middel van een valse sleutel, te weten telkens een pinpas en de bij die pinpas behorende pincode, immers hebben verdachte en zijn mededaders voornoemde geldbedragen gepind van de rekeningen van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 20] en [slachtoffer 21] en [slachtoffer 22] zonder dat die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 20] en [slachtoffer 21] en [slachtoffer 22] toestemming hebben gegeven voor het gebruik van een aan deze rekening gekoppelde pincode en pinpas;
ten aanzien van feit 3
hij in de periode van 24 augustus 2022 tot en met 23 december 2022, te Amsterdam:
- een Rolex type GMT Master 2, Jubilee band, ter waarde van € 14.500,- en diverse (dure) merkkleding ter waarde van € 2.464,97 voorhanden heeft gehad, en daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat die voorwerpen - middellijk – afkomstig waren uit enig eigen misdrijf en
- van € 1.900,-, de werkelijke vindplaats heeft verhuld en dit geld heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat het geld- onmiddellijk - afkomstig was uit enig eigen misdrijf en
- € 3.400,- ten behoeve van een vakantiereis naar Dubai heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat het geld - onmiddellijk - afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
9 Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
Vorderingen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 11]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert € 8.500,- aan vergoeding van materiële schade. De benadeelde partij [slachtoffer 11] vordert € 1.200,- aan materiële schade. De rechtbank zal [slachtoffer 2] en [slachtoffer 11] niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen. Zij hebben geen rechtstreekse schade meer, omdat de Rabobank hun schade heeft vergoed.
Vordering [slachtoffer 10]
De benadeelde partijvordert € 3.132,80 aan vergoeding van materiële schade en € 100.000,- aan immateriële schade als statement naar de verdachte voor het door hem veroorzaakte leed.
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 10] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De benadeelde partij heeft geen rechtstreekse materiële schade meer, omdat de Rabobank de schade heeft vergoed. Ten aanzien van de immateriële schade is de vordering onvoldoende onderbouwd. Alhoewel het goed voorstelbaar is dat strafbare feit impact heeft gehad en nog steeds heeft op het veiligheidsgevoel van [slachtoffer 10] , biedt dit, zonder meer, geen juridische grondslag voor het toekennen van een schadevergoeding. Aanhouding om nadere onderbouwing mogelijk te maken vormt een onevenredige belasting van het strafgeding.
Vordering [slachtoffer 1]
De benadeelde partij vordert € 2.303,94 aan materiële schade.
De rechtbank is van oordeel dat vast staat dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht door het onder feit 2 bewezenverklaarde. De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van in totaal € 2.303,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd (15 september 2022). Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij wordt aan verdachte de schadevergoedingsmaateregel opgelegd.
Vorderingen [slachtoffer 17] en [slachtoffer 19]
De benadeelde partij [slachtoffer 17] vordert € 2.200,- aan materiële schade.
De benadeelde partij [slachtoffer 19] vordert € 950.- aan materiële schade.
De rechtbank zal de vorderingen van [slachtoffer 17] en [slachtoffer 19] niet ontvankelijk verklaren, omdat de schriftelijke vorderingen niet zijn ondertekend en de benadeelde partijen evenmin zijn verschenen ter terechtzitting.
De rechtbank ziet voldoende aanleiding om ambtshalve de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De rechtbank is van oordeel dat vast staat dat aan de benadeelde partijen [slachtoffer 17] en [slachtoffer 19] door het onder feit 2 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Voor [slachtoffer 17] gaat het om een bedrag van in totaal € 2.200,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd (21 september 2022). Voor [slachtoffer 19] gaat het om een bedrag van in totaal € 950,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd (24 augustus 2022).
Vordering Coöperatieve Rabobank U.A.
De Coöperatieve Rabobank U.A. (hierna: Rabobank) vordert € 36.371,22,- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De raadsman heeft deze vordering betwist, omdat de Rabobank uit coulance, en dus onverschuldigd, heeft uitgekeerd aan de benadeelde partijen, en zij zelf geen rechtstreekse schade heeft geleden. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de gevorderde onderzoekskosten onvoldoende zijn onderbouwd.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat deze vordering kan worden toegewezen, en moet worden vermeerderd tot € 57.689,97. Dat is het totale bedrag waarvoor de Rabobank de in feit 2 genoemde slachtoffers schadeloos heeft gesteld.
De rechtbank is van oordeel dat de Rabobank heeft aangetoond dat zij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder feit 2 bewezenverklaarde, bestaande uit de vergoeding van het geld dat van haar rekeninghouders is gestolen. Dat de Rabobank daarbij uit coulance heeft gehandeld, maakt dit niet anders.5
Verder zijn de onderzoekskosten voldoende onderbouwd en toewijsbaar.
De rechtbank niet meer toewijzen dan het gevorderde bedrag, zoals de officier van justitie heeft voorgesteld.
De vordering van de Rabobank wordt toegewezen tot een bedrag van in totaal € 36.371,22, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de Rabobank alle gevorderde schade heeft vergoed (9 november 2022).
De rechtbank ziet onvoldoende aanleiding om ten behoeve van de Rabobank de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissingen.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
witwassen, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (en in voorlopige hechtenis) is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
2. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280825, Zwart, merk: Google Pixel 3).
1. STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022198940-G6281977, Rolex);
7. 1 STK Pas (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280823, Rabobank);
8. 1 STK Bankbescheiden (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281017, Rabobank E-dentifier);
19. 1 STK Pas (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281991, Reader Rabobank);
20. 1 STK Touw (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281985, elastiek om geldbundel);
21. 1850 EUR (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281980);
23. 50 EUR (Omschrijving: PL1300-2022198940-G6281968).
Gelast de teruggave aan verdachte:
3. 1 STK Jas (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280830, Burberry);
4. 1 STK Broek (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280831, grijs, merk: Zara);
5. 1 STK Kleding (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280841, Wit, merk: Zara);
6. 1 STK Kleding (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280844, Wit, merk: Zara);
9. 1 STK Zonnebril (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280988, Cartier);
10. 2 STK Schoenen (Omschrijving: PL1300-2022198940-G6280985, Balenciaga);
11. 1 STK Tas (Omschrijving: PL1300-2022198940-6280972, Zwart, merk: Prada Schoudertas);
12. 1 STK Papier (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281961);
13. 1 STK Tas (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281962, zeeman);
14. 1 STK Shirt (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281964, Rood, merk: Zara);
15. 1 STK Ventilator (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281966, ventilatorrooster);
16. 1 STK Touw (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281985, Elastiek);
17. 1 STK Voorbehoedsmiddel (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281987, Durex);
22. 15 EUR (Omschrijving: PL1300-2022198940-G6281452);
24. 1 STK Laptop (Omschrijving: PL1300-2022198940-6281442).
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] in de vordering niet ontvankelijk.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 11] in de vordering niet ontvankelijk.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 10] in de vordering niet ontvankelijk.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 2.303,94 (drieëntwintighonderddrie euro en vierennegentig cent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 september 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] .
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.303,94 (drieëntwintighonderddrie euro en vierennegentig cent), bestaande uit materiële schade, te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 september 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van maximaal 33 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 17] niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 17] aan de Staat € 2.200,- (tweeëntwintighonderd euro), bestaande uit materiële schade, te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (21 september 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van maximaal 32 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 19] niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 19] aan de Staat € 950,- (negenhonderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade, te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 augustus 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van maximaal 19 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Wijst de vordering van de benadeelde partij Rabobank toe tot een bedrag van € 36.371,22,- (zesendertigduizend driehonderdeenenzeventig euro en tweeëntwintig cent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (9 november 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de Rabobank.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.W. Pieters, voorzitter,
mrs. J.M.R. Vastenburg en C. Wildeman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Buiskool, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 april 2023.