vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13.248013.21
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Parketnummer: 13/248013-21 (Promis)
Datum uitspraak: 9 mei 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [woonplaats] .
1 Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 9 december 2021 en 25 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. S. Bont, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. F.D.W. Siccama, naar voren hebben gebracht.
5 Vrijspraak en bewezenverklaring
5.1.
Vrijspraak van feit 1, primair
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen onder 1, primair is tenlastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
5.2.
Bewezenverklaring van feit 1, subsidiair en feit 2
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
op 18 juni 2021 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] en andere onbekend gebleven personen opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een door hem bestuurde personenauto meermalen:
- op het trottoir en de berm heeft gereden en
- voetgangers op korte afstand heeft genaderd en heeft gepasseerd en
- vooruit op meer personen heeft ingereden en
- achteruit op meer personen heeft ingereden en daarbij één persoon, [slachtoffer] , met de zijkant van de door hem bestuurde personenauto heeft geraakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 18 juni 2021 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een fiets, die aan [naam] toebehoorde, heeft beschadigd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57,
302 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1, primair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort beschadigen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 180 (honderdtachtig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 3 (drie) maanden, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 (drie) maanden.
Beveelt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Gelast de teruggave aan veroordeelde van:
- 1 STK Personenauto met kenteken [kenteken] (omschrijving: G6068114; zwart; merk: Renault; chassisnummer: [nummer] ; bouwjaar 2014).
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.M.L.A.T. Doll, voorzitter,
mrs. C.A. van Dijk en E. Biçer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Gigengack, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 mei 2023.