2 Beschuldiging
Aan verdachte is – kort en feitelijk weergegeven– tenlastegelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan:
1. heling van meerdere databases/datasets met niet-openbare (persoons)gegevens in de periode van 6 mei 2020 tot en met 22 november 2022 in Almere en/of Amsterdam;
2. vervaardigen/voorhanden hebben van één of meer phishing websites en e-mails gericht op het verkrijgen van seed phrases van een trustwallet en 2.782 bestanden met seed phrases bestemd tot het plegen van oplichting in de periode van 28 december 2021 tot en met 22 november 2022 in Almere en/of Amsterdam;
3. voorhanden hebben van één of meer servers, phishing sites/panels en programma’s/softwares ten behoeve van het geautomatiseerd doorgeven van gegevens welke zijn verkregen middels voornoemde phishing panels met het oogmerk om inlogcodes/gegevens en/of verificatiewachtwoorden en/of seed phrases af te vangen/te verkrijgen die toegang geven tot één of meerdere cryptovaluta wallets/accounts in de periode van 18 januari 2022 tot en met 22 november 2022 in Almere en/of Amsterdam;
4. ( gewoonte)witwassen van cryptovaluta ter waarde van in totaal € 717.240,84 in de periode van 25 januari 2022 tot en met 22 november 2022 in Almere en/of Amsterdam;
5. diefstal van cryptovaluta ter waarde van in totaal 428.221,15 euro en/of 7.328,68 euro van één of meer onbekend gebleven personen door middel van valse sleutel, te weten één of meer onrechtmatig verkregen seed phrases voor het inloggen op/toegang krijgen tot de inhoud van de aan hen toebehorende cryptovaluta wallets, in de periode van 25 januari 2022 tot en met 22 november 2022 in Amsterdam en/of Almere.
De gehele tekst is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht, op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen, bewezen dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 6 mei 2020 tot en met 22 november 2022 in Nederland, niet-openbare gegevens, te weten
- Een database van de NKBV en/of een image van de server bergsportreizen.nl en
- Een database met adres- en persoonsgegevens van [dataset 9] en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 10] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 1] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 7] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 11] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 12] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 13] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 14] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 2] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 5] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 15] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 16] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 3] ’ en
- Een database/dataset met titel [dataset 2] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 17] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 18] ’ en
- Een database/dataset met titel ‘ [dataset 19] ’ en
Voorhanden heeft gehad en heeft verworven en/of ter beschikking van een ander heeft gesteld en/of aan een ander bekend heeft gemaakt en/of uit winstbejag voorhanden heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving en/of het uit winstbejag voorhanden krijgen/hebben van deze gegevens wist dat deze door misdrijf waren verkregen;
Feit 2
in de periode van 28 december 2021 tot en met 22 november 2022 in Nederland gegevens, te weten
- -
phishing websites (te weten een kopie van de website trustwallet.com en een website die een sterke gelijkenis vertoond met de website op trustwallet.com) en
- -
phishing e-mails gericht op het verkrijgen van seed phrases (van een Trust Wallet) en
- -
bestanden met 2782 seed phrases
voorhanden heeft gehad en heeft verworven, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van een in artikel 326 Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf dan wel een misdrijf omschreven in de artikelen 310, 311, 312, 317 en 321 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
Feit 4
in de periode van 25 januari 2022 tot en met 22 november 2022 in Nederland, meermalen, van voorwerpen, te weten: cryptovaluta ter waarde van in totaal 717.240,84 euro
- de herkomst heeft verhuld, dan wel
- heeft verhuld wie de rechthebbenden die voorwerpen waren, en
- heeft verhuld wie die voorwerpen voorhanden had
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft omgezet, terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf; en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 5
in de periode van 25 januari 2022 tot en met 22 november 2022 in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
- cryptovaluta ter waarde van in totaal 320.191,75 euro en
- cryptovaluta ter waarde van in totaal 7.328,68 euro,
welke toebehoorden aan een of meer tot op heden onbekend gebleven personen, waarbij hij, verdachte de weg te nemen cryptovaluta onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, te weten onrechtmatig verkregen seed phrases voor het toegang krijgen tot de inhoud van de crypto valuta wallets van een of meer tot op heden onbekend gebleven personen.
5. Strafbaarheid van de feiten
De rechtbank heeft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geoordeeld dat € 327.520,43 aan cryptovaluta onmiddellijk afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf en bewezen verklaard dat verdachte het voorwerp heeft witgewassen.
Op grond van de hiervoor opgesomde feiten en omstandigheden, gelet in het bijzonder op de verhullende gedragingen van de verdachte met betrekking tot het voorwerp, welke gedragingen de rechtbank in dit verband redengevend acht, is de rechtbank van oordeel dat verdachte handelingen heeft verricht die er naar hun uiterlijke verschijningsvorm (kennelijk) op gericht zijn geweest de criminele herkomst van het voorwerp te verbergen of te verhullen.
De rechtbank acht daarmee dit feit strafbaar. Ook de overige bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 3 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1
de eendaadse samenloop van
niet-openbare gegevens verwerven of voorhanden hebben, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf zijn verkregen, meermalen gepleegd
niet-openbare gegevens ter beschikking van een ander stellen of aan een ander bekend maken of uit winstbejag voorhanden hebben of gebruiken, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betreft, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2
gegevens verwerven en voorhanden hebben waarvan hij weet dat die bestemd zijn tot het plegen van een in artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
ten aanzien van feit 5
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 12 (twaalf) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen onder de nummers 2, 3, 6, 11 t/m 13, 18, 20 en 26 op de beslaglijst.
Verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp onder nummer 7 op de beslaglijst.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen onder de nummers 1, 4, 5, 8 t/m 10, 14 t/m 17, 19, 21 t/m 25, 27 t/m 34 op de beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. M. Smit en C.F.J. Heemskerk, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. L. Tal en N. Heida, griffiers,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 19 juni 2023.