2
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [slachtoffer 2] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 45 en 287 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair:
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een schotwond in de voet, in elk geval in het lichaam, heeft toegebracht door met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) af te vuren op of in de richting van die [slachtoffer 2] ;
(artikel 302 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [slachtoffer 2] terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 45 en 302 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen, te weten voorbijganger(s) in de IJ-hal van het Centraal Station, opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op en/of in de richting van en/of in de nabijheid van die voornoemde persoon/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 45 en 287 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair:
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan om een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen, te weten voorbijganger(s) in de IJ-hal van het Centraal Station, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van en/of in de nabijheid van die voornoemde persoon/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 45 en 302 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op of omstreeks 16 oktober 2022 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een wapen van Categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, voorhanden heeft gehad;
(artikel 26 Wet wapens en munitie)
5.
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [slachtoffer 3] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 45 en 287 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair:
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 3] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een schotwond in de buik, in elk geval in het lichaam, heeft toegebracht door met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) af te vuren op of in de richting van die [slachtoffer 3] ;
(artikel 302 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 3] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een vuurwapen een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [slachtoffer 3] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikelen 45 en 302 Wetboek van Strafrecht)
6.
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Almere, althans in Nederland, een wapen van categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, voorhanden heeft gehad.
(artikel 26 Wet wapens en munitie)
2
op 16 oktober 2022 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een kogel heeft afgevuurd in de richting van die [slachtoffer 2] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
op 16 oktober 2022 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meerdere (onbekend gebleven) persoon/personen, te weten voorbijganger(s) in de IJ-hal van het Centraal Station, opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een kogel heeft afgevuurd in de richting van en/of in de nabijheid van die voornoemde persoon/personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
op 16 oktober 2022 te Amsterdam, een wapen van Categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, voorhanden heeft gehad;
(artikel 26 Wet wapens en munitie)
5.
op 23 oktober 2022 te Almere, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen een kogel heeft afgevuurd op die [slachtoffer 3] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
op 23 oktober 2022 te Almere, een wapen van categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een enkelloops kogelgeweer, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Onder 1 (primair), 2 (primair), 3 (primair) en 5 (primair):
Poging tot doodslag, meermalen gepleegd;
Onder 4 en 6:
Handelen in strijd met artikel 26, lid 1, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, strafbaar gesteld bij artikel 55, lid 3, onder a, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 5 jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 15.000,-(vijftienduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 16 oktober 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van
€ 7.500,- (zevenduizendvijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade en van
€ 573,44 (vijfhonderddrieënzeventig euro en vierenveertig cent) aan vergoeding van materiële schade, beide te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
Van de schade is:
- € 7.500,- ( immateriële schadevergoeding) ontstaan op 16 oktober 2022;
- € 184,90 ( materieel, schoenen) ontstaan op 16 oktober 2022;
- € 137,80 ( materieel, fysiotherapie) ontstaan op 6 december 2022;
- € 194,- ( materieel, eigen risico in 2022) op 12 december 2022;
- € 39,95 ( materieel, fysiotherapie) ontstaan op 3 januari 2023;
- € 16,79 ( materieel, eigen risico in 2023) op 27 maart 2023.
Veroordeelt verdachte tot betaling van de toegewezen bedragen aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden in beide gevallen begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 15.000,-(vijftienduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 16 oktober 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 110 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat
€ 8.073,44,- (achtduizenddrieënzeventig euro en vierenveertig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
Van de schade is:
- € 7.500,- ( immateriële schadevergoeding) ontstaan op 16 oktober 2022;
- € 184,90 ( materieel, schoenen) ontstaan op 16 oktober 2022;
- € 137,80 ( materieel, fysiotherapie) ontstaan op 6 december 2022;
- € 194,- ( materieel, eigen risico in 2022) op 12 december 2022;
- € 39,95 ( materieel, fysiotherapie) ontstaan op 3 januari 2023;
- € 16,79 ( materieel, eigen risico in 2023) op 27 maart 2023.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 75 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover verdachte aan een betalingsverplichting aan de Staat heeft voldaan, de daarmee corresponderende betalingsverplichting aan de benadeelde partij is vervallen en dat andersom hetzelfde geldt.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E.M. James-Pater, voorzitter,
mrs. R.A. Overbosch en A.L. op ‘t Hoog, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.L. Slaats, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 juli 2023.