12 De beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1, 2 en 3, het in zaak B onder 1, 2 en 3 en het in zaak C tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 2:
eendaadse samenloop van poging tot doodslag, meermalen gepleegd en doodslag;
feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feiten 1 en 2:
poging tot doodslag, meermalen gepleegd;
feit 3:
afpersing;
ten aanzien van zaak C:
verduistering.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Ten aanzien van zaak A onder 1, 2 en 3, zaak B onder 1, 2 en 3 en zaak C:
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Ten aanzien van zaak A onder 1 en 2 en zaak B onder 1, 2 en 3:
Gelast dat verdachte ter beschikking gesteld zal worden en beveelt dat hij van overheidswege verpleegd zal worden.
Ten aanzien van het beslag:
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
de in zaak A in beslag genomen voorwerpen:
1. STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6165931, S&B);
2. 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6165933, S&B);
3. 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6165934, S&B);
4. 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6165938, S&B);
5. 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6165941, S&B);
6. 1 STK Pistool (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6201550, Ekol);
7. 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6201551, S&B);
8. 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6165961);
9. 1 STK Verpakkingsmateriaal (Omschrijving: PL1300-2022056909-G6165962);
en de in zaak B in beslag genomen voorwerpen:
10. 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022065277-G6170013, S&B);
11. 1 STK projectiel (Omschrijving: PL1300-2022065277-G6170014);
12. 1 STK projectiel (Omschrijving: PL1300-2022065277-G6170015);
13. 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022065277-G6176094, PRVI Partizan).
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen:
Verklaart de benadeelde partij [naam vader slachtoffer] (vader) niet-ontvankelijk in de gevorderde materiële schade en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 20.000,- (zegge: twintigduizend euro) aan vergoeding van affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam vader slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Wijst de gevorderde schokschade en de subsidiair gevorderde immateriële schade op grond van aantasting in de persoon op andere wijze af.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam vader slachtoffer] , aan de Staat € 20.000,- (zegge: twintigduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Verklaart dat de benadeelde partij [naam moeder slachtoffer] (moeder) niet-ontvankelijk is in de gevorderde toekomstige medische en reis- en parkeerkosten en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 6.312,- (zegge: zesduizend driehonderd en twaalf euro) aan vergoeding van uitvaartkosten en € 20.000,- (zegge: twintigduizend euro) aan vergoeding van affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam moeder slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst de gevorderde schokschade en de subsidiair gevorderde immateriële schade op grond van aantasting in de persoon op andere wijze af.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam moeder slachtoffer] , aan de Staat € 26.312 (zegge: zesentwintigduizend driehonderd en twaalf euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Verklaart dat de benadeelde partij [naam broer slachtoffer] (broer) niet-ontvankelijk is in de gevorderde toekomstige medische en reis- en parkeerkosten en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 323,29 (zeggen: driehonderd drieëntwintig euro en negenentwintig cent) voor het huren van busjes ten behoeve van de uitvaart en een bedrag van € 22.000,- (zegge: tweeëntwintig duizend euro) aan vergoeding van schokschade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam broer slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam broer slachtoffer] , aan de Staat € 22.323,29 (zegge: tweeëntwintigduizend driehonderd drieëntwintig euro en negenentwintig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Verklaart dat de benadeelde partij [naam broertje slachtoffer] (broertje) niet-ontvankelijk is in de gevorderde materiële schade en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij af voor zover dit ziet op de gevorderde affectieschade en schokschade.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Verklaart dat de benadeelde partij [naam nichtje slachtoffer] (nichtje) niet-ontvankelijk is in de gevorderde materiële schade en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij af voor zover dit ziet op de gevorderde immateriële schade op grond van aantasting in de persoon op andere wijze.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] toe tot een bedrag van € 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 1] voornoemd.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 1] , aan de Staat € 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] toe, te weten een bedrag van € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 2] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 2] , aan de Staat € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] toe tot een bedrag van € 313,60,- (zegge: driehonderd dertien euro en zestig cent) aan vergoeding van materiële schade.
Wijst af de gevorderde schokschade ad € 7.500,- en wijst dit bedrag toe ad € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade (op grond van aantasting in de persoon op andere wijze), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 3] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 3] , aan de Staat € 7.813,60,- (zegge: zevenduizend achthonderd dertien euro en zestig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] toe tot een bedrag van € 170,- (zegge: honderd zeventig euro) aan vergoeding materiële schade (beschadigde jas en T-shirt) en € 5.000,- (zeggen: vijfduizend euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (3 april 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 5] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst de vordering af voor zover die ziet op vergoeding van een beschadigde broek.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 5] , aan de Staat € 5.170,- (zegge: vijfduizend honderdzeventig euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (3 april 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6] toe tot een bedrag van € 2.100,99,- (zegge: tweeduizend honderd euro en negenennegentig cent) aan vergoeding materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (3 april 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 6] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij af voor de overige materiële schade en voor zover dit ziet op de gevorderde immateriële schade.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 6] , aan de Staat € 2.100,99,- (zegge: tweeduizend honderd euro en negenennegentig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (3 april 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 7] niet-ontvankelijk in de gevorderde materiële schade en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 1.500,- (zegge: duizend vijfhonderd euro) aan vergoeding immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (3 april 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 7] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 7] , aan de Staat € 1.500,- (zegge: duizend vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (3 april 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 8] toe, te weten een bedrag van € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) aan vergoeding materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (12 februari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 8] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 8] , aan de Staat € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (12 februari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voorzover verdachte aan één van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging:
Wijst de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 13/166607-21 af.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G. Oldekamp, voorzitter,
mrs. G.M. Beunk en K. Duker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.P. Jit, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 augustus 2023.