De rechtbank heeft in rechtsoverweging 6.23 van het vonnis het volgende overwogen:
“Het is van belang dat de Stichting inzage geeft in de financieringsovereenkomst. In het geval dat de Stichting enkel optreedt voor de deelnemers (die zich hebben aangesloten door middel van de Deelnemersovereenkomst), wordt 25% van de totale bij de wederpartij verhaalde som betaald aan de financier. Als de Stichting de gedupeerden bijstaat, bestaat de vergoeding aan de procesfinancier uit terugbetaling van de gemaakte kosten en tussen
8%-12% van de totale bij de wederpartij verhaalde som, met een minimum van 3 maal de gemaakte kosten, zo staat op de website van de Stichting. Wanneer de Stichting dus een grotere groep, de gedupeerden, bijstaat, is het percentage van de totale bij de wederpartij verhaalde som dat aan de procesfinancier wordt afgedragen lager. In het geval dat de Stichting de gedupeerden bijstaat, is echter niet duidelijk of zij ook dan 25% inhoudt, zoals met de deelnemers is overeengekomen, en zo ja, of vervolgens een bedrag overblijft dat bij de Stichting achterblijft (uitgaande van terugbetaling van de gemaakte kosten met een minimum van drie maal de gemaakte kosten en tussen 8-12% van de totaal verhaalde som). De Stichting dient toe te lichten wat met het verschil gebeurt als 12% wordt vergoed aan de financier en 25% wordt ingehouden van de vergoeding aan de gedupeerden. Daarbij dient zij ook te duiden wat het winstbegrip uit artikel 3 lid 3 van de Statuten inhoudt, met name het gedeelte ‘met inbegrip van een eventuele redelijke opslag ten behoeve van (toekomstige) collectieve belangenbehartiging en van kosten voor gebruik van eigen vermogen of vreemd vermogen’.
Op de vraag wat de financier maximaal krijgt als driemaal de kosten hoger ligt dan 8%-12% van de verhaalde som, heeft de Stichting tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat dat een hypothetische vraag is, omdat een maximaal budget aan kosten is afgesproken (hard cap). Dat is niet nader toegelicht en kan aan de hand van de nu beschikbare stukken niet worden nagegaan. De Stichting zal bij nadere akte, onder verwijzing naar de financieringsovereenkomst, inzichtelijk moeten maken dat een maximaal budget is afgesproken.
De financieringsovereenkomst moet enkel aan de rechtbank worden verstrekt en niet aan Vattenfall.”