2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – verkort weergegeven en na aanvulling van de tenlastelegging op zitting – ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 1 juni 2020 tot en met 20 januari 2023 in Amsterdam en/of Wormerveer heeft schuldig gemaakt aan:
1. medeplegen van 26 oplichtingen, waarbij door middel van caller spoofing en
sim swapping de pinpassen en bijbehorende pincodes van de aangevers zijn bemachtigd;
2. medeplegen van diefstal van geldbedragen van in totaal € 2.525.989,42, door met de pinpassen en pincodes van de aangevers geld van hun rekeningen over te boeken, geld op te nemen of goederen te kopen bij winkels;
3. opzettelijk en wederrechtelijk gebruik maken van identificerende persoonsgegevens van de aangevers, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
4. medeplegen van computervredebreuk, door met behulp van een valse sleutel in te loggen in bankrekeningen bij de Coöperatieve Rabobank U.A. en/of de ABN AMRO Bank N.V., zijnde een geautomatiseerd werk.
Kennelijke verschrijving tenlastelegging
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking tot de tenlastegelegde periode sprake is van een kennelijke verschrijving en dat is bedoeld de periode van 1 juni 2020 tot en met 20 februari 2023, de dag waarop verdachte is aangehouden, ten laste te leggen. In het licht van de inhoud van het dossier kan hierover geen misverstand er bestaan. De verbetering van deze misslag schaadt verdachte niet in zijn verdediging.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen als bijlage I bij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.
4 Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
Op tijdstippen in de periode van 24 januari 2021 tot en met 20 februari 2023 te Amsterdam en/of Wormerveer, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Coöperatieve Rabobank U.A. en ABN AMRO Bank N.V. heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten betaalpassen met bijbehorende pincodes, te weten een geldbedrag van in totaal 911.518,71 euro, door meermalen telkens
- telefonisch contact op heeft genomen met medewerkers van de Coöperatieve Rabobank U.A. en ABN AMRO Bank N.V. waarbij, verdachte en/of zijn mededaders zich voor hebben gedaan als personen en/of vertegenwoordiger van voornoemde rechtspersonen en/of bedrijven,
te weten:
[naam 29] en
[naam 24] en
[naam 25] en
[naam 26] en
[naam 33] en
[naam 27] en
[naam 28] en
[naam 31]
- op naam van voornoemde rechtspersonen en/of bedrijven aanvragen heeft gedaan voor een betaalpas met bijbehorende pincode en/of een zogenoemde online key en/of
- aanvragen heeft gedaan voor het deblokkeren van betaalpassen en/of het verhogen van de opnamelimiet en/of het verkrijgen van de toegang tot internetbankieren en/of
- de persoons- en/of adres gegevens van voornoemde (rechts)personen en/of bedrijven ter verificatie door heeft gegeven aan die medewerker en/of
- de poststukken van voornoemde (rechts)personen en/of bedrijven heeft onderschept en/of
- die eerder aangevraagde betaalpassen telefonisch en/of middels een activatiecode te heeft geactiveerd;
ten aanzien van feit 2:
op tijdstippen in de periode van 24 januari 2021 tot en met 20 februari 2023 te Amsterdam en/of Wormerveer, tezamen en in vereniging met anderen, geldbedragen van in totaal 911.518,71 euro, toebehorende aan Coöperatieve Rabobank U.A. en/of ABN AMRO Bank N.V., heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door met wederrechtelijk verkregen betaalpassen met bijbehorende pincodes op naam van
[naam 29] en
[naam 24] en
[naam 25] en
[naam 26] en
[naam 33] en
[naam 27] en
[naam 28] en
[naam 31]
- via een internetbankieren app geldbedragen van spaarrekeningen naar betaalrekeningen over te boeken en/of
- met die betaalpassen met bijbehorende pincodes transacties te verrichten bij betaalautomaten en/of
- bij webwinkels goederen aan te schaffen;
ten aanzien van feit 3:
op tijdstippen in de periode van 24 januari 2021 tot en met 20 februari 2023 te Amsterdam en/of Wormerveer, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens van
[naam 29] en/of een vertegenwoordiger en
[naam 24] en/of een vertegenwoordiger en
[naam 25] en/of een vertegenwoordiger en
[naam 26] en/of een vertegenwoordiger en
[naam 33] een vertegenwoordiger en
[naam 27] en
[naam 28] en/of een vertegenwoordiger en
[naam 31] en/of een vertegenwoordiger
heeft gebruikt, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel is ontstaan, verdachte en/of zijn mededaders hebben immers voornoemde persoonsgegevens ter verificatie aan medewerkers van de Coöperatieve Rabobank U.A. en/of ABN AMRO Bank N.V. doorgegeven waardoor een of meerdere betaalpassen met bijbehorende pincodes en/of activatiecodes zijn verkregen;
ten aanzien van feit 4:
op tijdstippen in de periode van 24 januari 2021 tot en met 20 februari 2023 te Amsterdam en/of Wormerveer, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk, in een gedeelte van een geautomatiseerd werk, te weten computersystemen en/of servers en/of netwerken toebehorende en/of in gebruik bij de Coöperatieve Rabobank U.A. en/of die van de ABN AMRO Bank N.V. is binnengedrongen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of met behulp van valse sleutel, verdachte en/of zijn mededaders hebben immers, meermalen
- via internetbankieren met wederrechtelijk verkregen betaalpassen en/of wederrechtelijk verkregen pincodes ingelogd op voornoemde rekeningen en/of
- geldbedragen overgeboekt van voornoemde spaarrekeningen naar betaalrekeningen, terwijl voornoemde (rechts)personen hier geen toestemming voor hebben gegeven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
8 Beslag
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304711, Rolex);
2 1 STK Horloge 75000 (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304718, Rolex);
3 1 STK Armband 3600 (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304722, Goudkleurig, merk: Cartier);
4 1 STK Horloge 29000 (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304713, Groene plaat, merk: Rolex daydate);
5 1 STK Armband (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304738, Zwart/ goudkleurig, merk: Cartier);
6 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304719, Audemars Piguet)
7 3500 EUR; (Omschrijving: PL1300-2022145152-6304852);
8 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304576, Zwart, merk: Huawei);
9 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304544, Zwart, merk: Samsung Galaxy tabAL);
10 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304550, zwart, merk: Apple iphone x);
11 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304539, wit, merk: Samsung);
13 8 STK Briefpost (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304768);
14 7 STK Briefpost (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304771);
15 1 STK Papier (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304772);
16 2 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304775);
17 3 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304816, Lebara);
18 2 STK Scanner (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304821);
19 3 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304823, Nokia);
20 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304824, T mobile).
Verbeurdverklaring
Naast de onder 2 en 19 genummerde goederen, zoals eerder genoemd, zullen ook de onder 9, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 20 genummerde voorwerpen worden verbeurdverklaard. Deze voorwerpen behoren aan verdachte en zijn tot het begaan van het bewezen geachte bestemd of met behulp van deze voorwerpen is het onder 1 bewezen geachte begaan.
Onttrekking aan het verkeer
Het onder 6 genummerde voorwerp betreft een namaakhorloge – zo heeft de verdachte verklaard ter terechtzitting - en is van dien aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Dit voorwerp wordt onttrokken aan het verkeer.
Teruggave aan verdachte
De onder 1, 3, 4, 5, 7, 8, 10 en 11 genummerde voorwerpen behoren aan verdachte toe en zullen aan hem worden teruggegeven, nu het belang van strafvordering zich hier niet tegen verzet.
9 Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
Vordering ABN Amro Bank N.V.
De benadeelde partij ABN Amro Bank N.V. vordert € 645.974,84 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede € 3.240,- aan proceskosten.
De raadsman heeft verzocht om de vorderingen niet ontvankelijk te verklaren in de zaken waarvan verdachte wordt vrijgesproken. Daarnaast verzoekt de raadsman de onderzoekskosten te matigen naar rato van de bewezenverklaarde zaken.
De rechtbank is van oordeel dat de ABN Amro Bank rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder feit 2 bewezenverklaarde, bestaande uit vergoeding van het geld dat van haar rekeninghouders is gestolen. De vordering is ter hoogte van € 466.815,70 niet betwist. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom in zoverre worden toegewezen. Verder zijn de onderzoekskosten van drie keer € 120,- voldoende onderbouwd en toewijsbaar. De vordering van de ABN Amro Bank wordt toegewezen tot een bedrag van in totaal € 467.175,70, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd (24 januari 2021). De benadeelde partij zal voor het overige deel niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat verdachte ten aanzien van dit onderdeel van de vordering wordt vrijgesproken. De benadeelde partij kan het resterende deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten moeten worden berekend conform het liquidatietarief.
Vordering Coöperatieve Rabobank U.A.
De benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A. vordert € 2.163.260,13 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede € 1.440,- aan proceskosten.
De raadsman heeft ten aanzien van deze vordering eveneens verzocht de vorderingen niet ontvankelijk te verklaren in de zaken waarvan verdachte wordt vrijgesproken. Daarnaast heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de Rabobank in de zaken [naam 26] en [naam 32] geen schadevergoeding heeft gevorderd. De raadsman heeft verzocht om de onderzoekskosten te matigen tot € 120,- per bewezenverklaarde zaak en voor de proceskosten aansluiting te zoeken bij het liquidatietarief.
De rechtbank is van oordeel dat de Rabobank rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het onder feit 2 bewezenverklaarde, bestaande uit vergoeding van het geld dat van haar rekeninghouders is gestolen. De vordering is ter hoogte van € 437.202,51 niet betwist. De gevorderde schade komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom in zoverre worden toegewezen. De kosten in de zaken [naam 26] en [naam 32] worden eveneens toegewezen, ter hoogte van € 7.500,50. Deze schade is door de Rabobank gevorderd en komt de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voor. Verder worden er onderzoekskosten van zes keer € 120,- toegewezen. De vordering van de Rabobank wordt toegewezen tot een bedrag van in totaal € 445.423,01, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd (24 januari 2021). De benadeelde partij zal voor het overige deel niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat verdachte ten aanzien van dit onderdeel van de vordering wordt vrijgesproken. De benadeelde partij kan het resterende deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt, tot op heden begroot op € 1440,-, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet tevens, ter waarborg van betaling, aanleiding om aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. De bank heeft de weggenomen bedragen vergoed, zodat de slachtoffers niet met de financiële gevolgen zitten. Dat betekent echter wel dat de bank recht heeft op vergoeding van de schade die zij daardoor heeft geleden. Dat de bank een financiële instelling is, maakt nog niet dat zij daardoor minder recht heeft op vergoeding van die schade. Verdachte is aansprakelijk voor die schade en de schade dient dan ook vergoed te worden. Er moet voor worden gewaakt dat banken in de toekomst niet zullen overgaan tot vergoeding van schade bij fraude, omdat de schadevergoedingsmaatregel alleen maar ten behoeve van private partijen wordt opgelegd. Dit acht de rechtbank onwenselijk. Daarnaast acht de rechtbank oplegging van de schadevergoedingsmaatregel wenselijk omdat in onderhavige zaak conservatoir beslag is gelegd. Het conservatoir beslag strekt tot bewaring van het recht op verhaal waarbij de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd. Zonder schadevergoedingsmaatregel kan het conservatoir beslag niet worden uitgewonnen ten behoeve van de slachtoffers. Gelet op deze achterliggende motieven zal de rechtbank de vervangende gijzeling bepalen op nul dagen.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 3:
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 4:
medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 (drie) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (en in voorlopige hechtenis) is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
6 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304719, Audemars Piguet).
2 1 STK Horloge 75000 (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304718, Rolex);
9 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304544, Zwart, merk: Samsung Galaxy tabAL);
13 8 STK Briefpost (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304768);
14 7 STK Briefpost (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304771);
15 1 STK Papier (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304772);
16 2 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304775);
17 3 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304816, Lebara);
18 2 STK Scanner (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304821);
19 3 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304823, Nokia);
20 1 STK Simkaart van zaktelefoon (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304824, T mobile).
Gelast de teruggave aan verdachte:
1. STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304711, Rolex);
3 1 STK Armband 3600 (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304722, Goudkleurig, merk: Cartier);
4 1 STK Horloge 29000 (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304713, Groene plaat, merk: Rolex daydate);
5 1 STK Armband (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304738, Zwart/ goudkleurig, merk: Cartier);
7 3500 EUR; (Omschrijving: PL1300-2022145152-6304852);
8 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304576, Zwart, merk: Huawei);
10 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304550, zwart, merk: Apple iphone x);
11 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2022145152-G6304539, wit, merk: Samsung).
Wijst de vordering van de benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A. toe tot een bedrag van € 445.423,01 (zegge: vierhonderdvijfenveertigduizendvierhonderddrieëntwintig euro en een eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 januari 2021) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de Coöperatieve Rabobank U.A.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 1.440,-.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de Coöperatieve Rabobank aan de staat € 445.423,01 (zegge: vierhonderdvijfenveertigduizendvierhonderddrieëntwintig euro en een eurocent), bestaande uit materiële schade te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 januari 201) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan geen gijzeling worden toegepast.
Wijst de vordering van de benadeelde partij ABN Amro Bank N.V. toe tot een bedrag van € 467.175,70 (zegge: vierhonderdzevenenzestigduizendhonderdvijfenzeventig euro en zeventig eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 januari 2021) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de ABN Amro Bank N.V.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de ABN Amro Bank N.V. aan de staat € 467.175,70 (zegge: vierhonderdzevenenzestigduizendhonderdvijfenzeventig euro en zeventig eurocent) bestaande uit materiële schade te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 januari 201) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan geen gijzeling worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.J. Bos, voorzitter,
mrs. M. Smit en L. Noyon, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Buiskool, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 november 2023.