2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 1 augustus 2023 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere telefoonhouders en/of accessoires, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan winkelketen T-Mobile (filiaal: Gelderlandplein) en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- voorzien van een geheel/gedeeltelijk bedekt hoofd/gezicht zich naar/in voornoemde T-Mobile winkel te begeven en/of
- voornoemde T-Mobile winkel in te rennen met een hamer, althans een op een hamer gelijkend voorwerp, in zijn hand(en) en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: “Kluis, kluis, ik wil in de kluis”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- dreigend met die hamer (op schouderhoogte), althans een op een hamer gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 1] af te rennen en/of
- een of meerdere malen met die hamer, althans een op een hamer gelijkend voorwerp, op de deur waarachter [slachtoffer 1] zich verschuilde te slaan en/of
- een of meerdere telefoonhouders en/of accessoires te pakken;
2
hij op of omstreeks 1 augustus 2023 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon en/of tas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- met een hamer, althans een op een hamer gelijkend voorwerp, de centrale toegangsdeur van het wooncomplex van voornoemde [slachtoffer 2] te betreden en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] in te sluiten voor/op de trap en/of
- een hamer, althans een op een hamer gelijkend voorwerp, boven zijn, verdachtes, hoofd te brengen en voornoemde [slachtoffer 2] (meermaals) dreigend de woorden toe te voegen: “Geef me je telefoon anders sla ik met een hamer op je hoofd” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de telefoon van voornoemde [slachtoffer 2] uit haar handen te trekken en/of weg te nemen en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen “Geef die tas” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de tas van voornoemde [slachtoffer 2] uit haar handen te trekken en/of weg te nemen en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen “Geef je sleutels” althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
op 1 augustus 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, telefoonhouders en/of accessoires die aan winkelketen T-Mobile, filiaal Gelderlandplein, toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door
- voorzien van een gedeeltelijk bedekt hoofd zich naar voornoemde T-Mobile winkel te begeven en
- voornoemde T-Mobile winkel in te rennen met een hamer in de hand en
- voornoemde [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: “Kluis, kluis, ik wil in de kluis”, en
- dreigend met die hamer (op schouderhoogte) op die [slachtoffer 1] af te rennen en
- met die hamer op de deur waarachter [slachtoffer 1] zich verschuilde te slaan en
- telefoonhouders en/of accessoires te pakken;
op 1 augustus 2023 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander een telefoon en een tas, die aan [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door
- met een hamer het wooncomplex van voornoemde [slachtoffer 2] te betreden en
- voornoemde [slachtoffer 2] in te sluiten op de trap en
- een hamer boven zijn hoofd te brengen en voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: “Geef me je telefoon anders sla ik met een hamer op je hoofd” en
- de telefoon van voornoemde [slachtoffer 2] uit haar handen te trekken en
- voornoemde [slachtoffer 2] de woorden toe te voegen “Geef die tas” en
- de tas van voornoemde [slachtoffer 2] uit haar handen te trekken en
- voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen “Geef je sleutels”;
9 Vorderingen benadeelde partijen
Ten aanzien van de benadeelde partij [naam getuige]
De benadeelde partij [naam getuige] vordert een bedrag van € 1.000,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover. Verder heeft de benadeelde partij verzocht om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De hoogte van de vordering is ter terechtzitting betwist. De raadsvrouw heeft verzocht om de hoogte van de immateriële schadevergoeding aanzienlijk te matigen, omdat de benadeelde partij niet heeft aangetoond dat zij psychische gevolgen heeft ervaren na het incident.
De rechtbank overweegt dat uit de uitspraak van de Hoge Raad van 23 juni 2023 (ECLI:NL:HR:2023:941) volgt dat van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ in ieder geval sprake is indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in art. 6:106, aanhef en onder b, BW is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.
Zowel in het schadevergoedingsformulier als ter terechtzitting is namens de benadeelde partij toegelicht wat de gevolgen van het handelen van de verdachte zijn geweest.
Gezien de ingrijpende aard van het handelen van de verdachte – een gewapende overval plegen in een winkel – en de grote inbreuk die daarmee op de benadeelde partij is gemaakt, is de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte op andere wijze in de persoon is aangetast en daardoor immateriële schade heeft geleden. Uit het schadeformulier blijkt dat de benadeelde tot op heden bang is dat verdachten terugkomen in de winkel. Zij is bang dat de verdachten haar wat aan willen doen, waardoor zij zich nog steeds onveilig voelt in en rondom de winkel. Ook is benadeelde tot op de dag van vandaag wantrouwend en meer voorzichtig in het dagelijks
leven. Als zij op straat loopt, houdt zij personen in de gaten met dezelfde uiterlijke kenmerken als de verdachten. Ook voelt zij zich onveilig als zij bijvoorbeeld langs een groep jongeren moet lopen of als zij geld moet storten en heeft het voorval haar vakantie in negatieve zin beïnvloed: zij voelde zich onveilig.
Alles afwegende, begroot de rechtbank de immateriële schade op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, naar maatstaven van billijkheid op het bedrag van € 600,00. De vordering zal voor dat bedrag worden toegewezen.
Het toe te wijzen bedrag aan immateriële schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2023, zijnde de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en de schade is ontstaan, tot aan de dag van algehele voldoening.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij wordt, als extra waarborg voor betaling aan haar, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte opgelegd.
De benadeelde partij zal voor het overige deel niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering. Zij kan het resterende deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een bedrag van € 950,25 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Verder heeft de benadeelde partij verzocht om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder rubriek 5. bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De hoogte van de vordering is ter terechtzitting betwist. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet de nieuwwaarde, maar de dagwaarde van de gestolen iPhone dient te worden vergoed. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van aftrek van de waarde van de telefoon door afschrijving, omdat de telefoon minder dan één jaar oud was. De rechtbank zal dan ook het gehele gevorderde bedrag van € 950,25 toewijzen. Deze schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2023, zijnde de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en de schade is ontstaan, tot aan de dag van algehele voldoening.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij wordt, als extra waarborg voor betaling aan haar, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte opgelegd.
12 Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van vier jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam getuige] toe tot een bedrag van € 600,- (zeshonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam getuige] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij [naam getuige] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam getuige] aan de Staat € 600,- (zeshonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 12 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 950,25 (negenhonderdvijftig euro en vijfentwintig eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 950,25 (negenhonderdvijftig euro en vijfentwintig eurocent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 19 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij genoemd vonnis van 7 juli 2023, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J. Scheijde, voorzitter,
mrs. M. van Mourik en C.A.R. Bleijendaal, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Rog en mr. V.D. Reinders, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 november 2023.
Griffier Rog is buiten
staat te tekenen.