Huurzaak; De overeenkomst die in deze procedure centraal staat is gesloten met twee consumenten in het jaar 1991. Ambtshalve toetsing aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht is niet aan de orde, omdat de huurovereenkomst is ingegaan vóór de implementatie van de Richtlijn 93/13 EG (Richtlijn oneerlijke bedingen) in het Nederlandse recht.
Bij exploot van dagvaarding van 2 november 2023 heeft eiseres gevorderd zoals in de dagvaarding omschreven. Eiseres heeft haar vordering verminderd met een ontvangen betaling op 12 november 2023 van € 1.259,-.
Gedaagden hebben geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
Tegen gedaagden is verstek verleend.
Gronden van de beslissing
1. De overeenkomst die in deze procedure centraal staat is gesloten met twee consumenten in het jaar 1991. Ambtshalve toetsing aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht is niet aan de orde, omdat de huurovereenkomst is ingegaan vóór de implementatie van de Richtlijn 93/13 EG (Richtlijn oneerlijke bedingen) in het Nederlandse recht.
2. De vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor het geval een deel van het gevorderde niet is toegewezen en/of hieronder anders is overwogen.
3. Op 12 november 2023 hebben gedaagden een betaling van € 1.259,- gedaan. Gelet op de hoogte van dit bedrag, dat exact gelijk is aan de gevorderde hoofdsom, mag worden aangenomen dat gedaagden met deze betaling bedoeld hebben de hoofdsom te voldoen. In de beslissing zal daarmee rekening worden gehouden.
4. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, nu eiseres hiertoe onvoldoende heeft gesteld.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om te betalen aan eiseres:
de wettelijke rente over € 1.259,00 vanaf 2 november 2023 tot en met 12 november 2023;
€ 222,02 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling van de proceskosten aan de zijde van eiseres, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 131,82 aan explootkosten, € 199,00 aan salaris voor de gemachtigde van eiseres en € 322,00 aan griffierecht;
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: