3.1.
[eiser 1] en Sarabel vorderen in conventie bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
A. ten aanzien van bescheiden waarover [gedaagde] direct of indirect kan beschikken
[gedaagde] te veroordelen om binnen een week na het wijzen van dit vonnis aan de advocaat van [eiser 1] afschrift van de volgende bescheiden te verstrekken:
i. het gehele bemiddelingsdossier (inclusief alle communicatie) dat ziet op de bemiddeling tussen [eiser 1] en [naam 4] door [gedaagde] ;
ii. de overeenkomst tussen [gedaagde] en [naam 4] van 12 april 2016, zoals genoemd in het strafdossier;
iii. alle concepten van deze overeenkomst en alle correspondentie over deze overeenkomst;
iv. alle bescheiden waaruit betalingen van [naam 4] en/of direct of indirect aan hem gelieerde (rechts)personen (zoals Corporate Real Estate) aan [gedaagde] en/of direct of indirect aan hem gelieerde (rechts)personen (zoals de te Bonaire gevestigde rechtspersoon die genoemd is in de overeenkomst van 12 april 2016) blijken, waaronder in ieder geval betaalbewijzen, rekeningafschriften of ontvangstbevestigingen;
v. de inhoud van de rode ordner met opschrift "Mediation", de zwarte ordner met het opschrift "AMB 040" en de losse A4-documenten die door de deurwaarder in beslag zijn genomen;
vi. de correspondentie en documenten die gewisseld zijn tussen [gedaagde] en [naam 4] en tussen [gedaagde] en de raadslieden van [naam 4] , onder wie in ieder geval begrepen mr. Van Bekkum, mr. Brouwer, mr. Wijers en mr. Koets, zowel als geadresseerde als in de cc, schriftelijk en/of elektronisch (waaronder – doch uitdrukkelijk niet beperkt tot – e-mails, brieven, telefoonnotities, (MS Word) bestanden, SMS-, WhatsApp- of Signal berichten) in de periode van 1 januari 2015 tot en met de datum van dit vonnis die zien op [eiser 1] en/of de steengroeven, waaronder in ieder geval (doch niet beperkt tot) alle correspondentie en documentatie over:
a. de aard en omvang van de netwerkactiviteiten die [gedaagde] verricht zou hebben en waarvoor [gedaagde] direct of indirect een vergoeding heeft ontvangen;
b. de afspraken die zijn gemaakt tussen [gedaagde] en [naam 4] over (de verkoop van) de steengroeven, introductie van [eiser 1] en/of anderszins;
c. de (totstandkoming van de) overeenkomst van 12 april 2016 en de uitvoering daarvan;
d. het gebruik van de derdengeldenrekening van [gedaagde] en de overboekingen van in totaal € 10.850.000 naar Corporate Real Estate;
e. de bemiddelingspogingen (waaronder de totstandkoming van de schikkingsovereenkomst);
f. procedures die [gedaagde] als advocaat heeft behandeld voor [eiser 1] ; en
g. het FIOD-onderzoek;
subsidiair: toewijzing van de hierboven genoemde vordering onder de voorwaarde en beperking zoals genoemd in randnummer 133 tot en met 135 van de dagvaarding;
B. ten aanzien van de beslagen bescheiden
I. de gerechtelijk bewaarder (DigiJuris) te machtigen een selectie te maken van de beslagen bescheiden zoals beschreven in randnummer 107 van de dagvaarding (‘fuzzy search’) en op basis van de zoektermen zoals genoemd in Annex I bij de dagvaarding;
II. [gedaagde] te bevelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis aan de gerechtelijk bewaarder schriftelijk en ondubbelzinnig opdracht te geven om de op
30 november 2022 in beslag genomen bescheiden zo spoedig mogelijk aan de advocaat van [eiser 1] te verstrekken, voor zover deze onder de door de gerechtelijk bewaarder gemaakte selectie vallen, en van deze opdracht een afschrift te verstrekken aan de advocaat van [eiser 1] ;
subsidiair: toewijzing van de hierboven genoemde vorderingen onder de voorwaarde en beperking zoals genoemd in randnummer 133 tot en met 135 van de dagvaarding;
ten aanzien van A. en B.
III. ieder van voornoemde bevelen en veroordelingen op straffe van een eenmalige dwangsom van € 250.000 en voorts op straffe van een periodieke dwangsom van € 100.000 per dag of gedeelte van een dag;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, inclusief de beslagkosten ex artikel 706 Rv (tot op heden zijn begroot op € 5.273,18), te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.