5.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige voor de beantwoording van de volgende vragen:
Doel van uw deskundigenbericht is, dat u, voortbouwend op het onderzoek van Edwards en Leferink, de rechtbank meer specifiek dan Edwards en Leferink informeert over het letsel dat [eiser] nu, in de situatie met medische fout, kent, en welk letsel [eiser] in de situatie zonder de medische fouten zou hebben gekend als telkens zorgvuldig was gehandeld zoals door Edwards en Leferink beschreven.
Belangrijk is dat u uw inlichtingen over de gezondheidssituatie zonder medische fout baseert op basis van het juridisch causaal verband. Dit juridische causaal verband houdt in dat u in de situatie zonder fout ervan dient uit te gaan dat vanaf opname op 3 oktober 2014 altijd zorgvuldig was gehandeld zoals door Edwards en Leferink beschreven.
Partijen zijn op basis van het rapport van Edwards en Leferink overeengekomen dat zonder medische fout in de nacht van 3 op 4 oktober 2014 vanwege het vermoeden van een compartimentsyndroom gericht actie had moeten worden ondernomen omdat een compartimentsyndroom met spoed behandeld diende te worden (productie 22 [eiser]). Hoe de behandeling zonder fout in de nacht van 3 op 4 november 2014 en daarna was geweest, is beschreven door Edwards en Leferink:
- (rapport Edwards/Leferink, antwoord op vraag 10): ‘Op 4-10 had de eerste operatie kunnen plaatsvinden, met eventueel een beperkte exploratie/ontlasting van het hematoom. Op 05-10 een re-exploratie en op 07-10 en 09-10 weer exploraties, al naargelang de mate van aanwezigheid van dood weefsel. Vanaf de tweede operatie met VAC-therapie.’
- ( rapport Edwards/Leferink, bladzijde 67 onder 9): ‘Op 04-10 had het
compartimentsyndroom ontlast kunnen worden, de huid eventueel gesloten en met
spicaverband verbonden kunnen worden na stabilisatie van de fractuur.’
- ( rapport Edward/Leferink, bladzijde 85 onder 2a): ‘Indien bij de eerste klinische
verdenking een exploratie met fasciotomie was uitgevoerd, was er naar alle
waarschijnlijkheid een groot hematoom ontlast uit het compartiment van de
hamstrings. De lokale schade was duidelijk geworden. De fascie was open gebleven
en wellicht was de wond met spons en negatieve druk open gelaten, wellicht was er
gekozen voor sluiting van de huid over een drain of over een tamponerend gaas als
bloedingsstelping. Bij re-exploratie na 24-48 uur hadden vervolgstappen gemaakt
kunnen worden.’
Het vorenstaande vraagt van u het gedachte-experiment, wat de behandelaars vanaf
3/4 oktober 2014 zonder medische fout bij de door Edwards en Leferink beschreven
zorgvuldige (operatieve) behandeling hadden waargenomen. U kunt daarbij niet
(volledig) bogen op het medisch dossier, (i) omdat op de momenten waarop volgens
Edwards en Leferink (operatief, met verbandwissel, etc.) zonder fout had moeten worden
ingegrepen, dat niet is gebeurd zodat daarvan geen (operatie)verslag met bevindingen
van de lichamelijke gesteldheid beschikbaar is en (ii) omdat op de momenten waarop
daadwerkelijk (met fout) is ingegrepen, de gezondheidstoestand van het lichaam van
[eiser] (zoals de ernst van de infectie en mate van dood weefsel) anders was, dan deze
zonder fout zou zijn geweest. Dit gedachte-experiment vergt ook van u, dat u zich
telkens realiseert dat zonder fout niet op 6 oktober 2014 (maar 4 en 5 oktober 2014)
was geopereerd, en niet na 9 oktober 2014. Edwards en Leferink hebben dit gedachte-experiment al kort beschreven (rapport Edwards/Leferink, antwoord op vragen van de rechter, p. 10): ‘Betrokkene is door een zeer diep dal gegaan. Een deel hiervan is te
wijten aan de gevolgen van het ongeval, namelijk het wekedelenletsel en de breuk. Een
deel als gevolg van de cascade na de uitgestelde operaties: dood weefsel, infecties, reoperaties, littekens.’
Het zal niet mogelijk zijn om alle vragen met zekerheid te beantwoorden, nu u wordt
gevraagd om zich uit te spreken over een situatie die zich niet heeft voorgedaan. Van u
wordt ook niet gevraagd zekerheid te geven. Wel wordt gevraagd of u, vanuit uw kennis
en ervaring op uw vakgebied, de geformuleerde vragen wil beantwoorden, uw
antwoorden wil motiveren en zo mogelijk te verwijzen naar relevante literatuur.
U wordt verzocht om [eiser] (uitgebreid) lichamelijk te onderzoeken.
U wordt verzocht bij de beantwoording van de vragen onderscheid te maken tussen botletsel, zenuwletsel, spierletsel en rugklachten.
Vraag vooraf: Beschikt u over voldoende gegevens om over deze casus te rapporteren?
Zo nee, wilt u dan laten weten welke gegevens u nog wenst te ontvangen? U kunt deze gegevens ook zelf opvragen, met vermelding daarvan in uw rapport.