[gedaagde] heeft op 21 maart 2023 aangifte gedaan van fraude met betaalproducten door [naam 1] . In de aangifte heeft [gedaagde] laten opnemen:
“(…) Rond september ben ik benaderd door een vriend van mij, genaamd [naam 1] . Ik ken hem niet echt goed, maar ik had hem een paar keer in een bar ontmoet. [naam 1] vertelde mij dat hij een zakelijk contact had en dat deze een bedrag wilde storten op zijn rekening. Hij vertelde mij dat hij zelf geen grote bedragen op zijn rekening kon ontvangen en of het bedrag daarom op mijn rekening gestort kon worden. (…)
Het rekeningnummer van [naam 1] is [rekeningnummer] […]. Ik had al een keer eerder bij een bedrag van 1500,00 euro voor [naam 1] als tussenschakel gefungeerd.
(…)
Op 12 oktober 2022 zag ik dat er een bedrag van € 30.000,00 op mijn rekening was gestort door; rekeningnummer [rekeningnummer] […] ten name van [eiser] .
Ik schrok niet van dat bedrag omdat ik dacht dat het een zakelijke transactie was.
Nadat ik dat bedrag op mijn rekening had gekregen vroeg [naam 1] aan mij of ik twee maal 5000,00 euro over kon maken naar twee verschillende rekeningen.
Ik heb op 17 oktober 2022 5000,00 euro overgemaakt naar [rekeningnummer] […] ten name van [naam 2]
Op 18 oktober 2022 hen ik 5000,00 euro overgemaakt naar [rekeningnummer] […] ten name van [naam 3] ,
[naam 1] vroeg mij daarna om het restant van 20.000,00 euro over te maken naar het rekeningnummer van [naam 2] .
Ik wilde de 20.000,00 euro overmaken, maar mijn vrouw belde mij dat haar pinpas niet meer werkte. (…) Ik heb toen niet geprobeerd het bedrag over te maken (…) heb ik de ING Bank gebeld. Deze vertelde mij dat mijn rekening was geblokkeerd omdat er fraude met mijn bankrekening was gepleegd.
(…)”