vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13.232515.23
Datum uitspraak: 13 december 2023
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de zaak tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] ,
nu gedetineerd in het [naam Justitieel Complex] ,
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 13 september 2023 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwd) (geladen) pistool, van het merk Blow, model TR 34, kaliber 7,65mm (synoniem .32 ACP) en/of munitie van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten een of meerdere patro(o)n(en) van het kaliber 7,65mm (synoniem .32 ACP) (merk: Sellier & Bellot), zijnde (een) (vuur)wapen in de vorm van een pistool en/of munitie voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)
2.
hij op of omstreeks 13 september 2023 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,9 liter GHB, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB, zijnde GHB een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
(art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet)
3.
hij op of omstreeks 13 september 2023 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad veertien (14) liter distikstofmonoxide (lachgas), in elk geval een hoeveelheid distikstofmonoxide (lachgas), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
(art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet)
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
eendaadse samenloop van
1.
Handelen in strijd met artikel 26, lid 1, van de Wet wapens en munitie
en
handelen in strijd met artikel 26, lid 1, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
2.
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
3.
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, groot 6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden bevolen als de veroordeelde gedurende de proeftijd niet aan de hierna vermelde bijzondere voorwaarden voldoet.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht
De veroordeelde meldt zich binnen 5 werkdagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis bij de bureaudienst van reclassering Inforsa op het adres Vlaardingenlaan 5 te Amsterdam en blijft zich melden op afspraken van de reclassering zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling
De veroordeelde laat zich behandelen door en maakt een delictanalyse met De Waag of Inforsa Forensische Psychiatrische Polikliniek of een soortgelijke, door reclassering Inforsa aan te wijzen zorgverlener en houdt zich aan de huisregels van de zorgverlener en aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door/namens de behandelaren worden gegeven.
Meewerken aan middelencontrole
Om het middelengebruik te beheersen werkt de veroordeelde, zo vaak als reclassering Inforsa dat nodig vindt, mee aan urine- en ademonderzoek (blaastest) ter controle van het gebruik van verdovende middelen en alcohol.
Geeft aan de reclassering de opdracht, als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R. Godthelp, voorzitter,
mrs. H.B.W. Beekman en P.B. Spaargaren, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.L. Slaats, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 december 2023.
De jongste rechter is buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen.