Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2023:8320

Rechtbank Amsterdam
21-12-2023
07-03-2024
23/7232
Omgevingsrecht
Voorlopige voorziening

De rechtbank wijst een verzoek om voorlopige voorziening af wegens het ontbreken van spoedeisend belang. De voorzieningenrechter overweegt dat de vergunning van rechtswege met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 zal verdwijnen. Dit geldt echter niet voor aanvragen waarbij de beslistermijn in 2023 is verstreken. Niet uitgesloten is dat sprake is van een van rechtswege verleende omgevingsvergunning.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 23/7232


uitspraak van de voorzieningenrechter van 21 december 2023 in de zaak tussen


[verzoeker] , uit Amsterdam, verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder (het college).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen buiten-behandelingstelling van zijn aanvraag om een omgevingsvergunning. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

2. Omdat het verzoek kennelijk ongegrond is doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom het verzoek kennelijk ongegrond is.

3. Het college heeft eisers aanvraag om een omgevingsvergunning met het besluit van 3 juli 2023 (het bestreden besluit) buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

4. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

5. Eiser heeft op 26 april 2023 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vergroten van de woningen [adressen] te Amsterdam door het invoegen van een woonlaag met behoud van het kapprofiel en met behoud van de bestemming daarvan tot één woning.

6. Met het bestreden besluit heeft het college besloten deze aanvraag niet in behandeling te nemen. Het college heeft verzoeker namelijk op 10 mei 2023 gevraagd vóór
21 juni 2023 alle gevraagde gegevens te leveren. Op deze datum heeft het college geen of onvoldoende gegevens ontvangen.

7. Verzoeker voert bij de voorzieningenrechter aan dat hij correspondentie heeft gehad met de gemeente. Hieruit volgt dat de buiten-behandelingstelling verband zou houden met een kennelijke verschrijving in een op 29 juni 2023 aangeleverde intentieovereenkomst. Deze verschrijving heeft evenwel niet te gelden als het niet of niet volledig aanleveren van informatie. Uit een Woo1-verzoek volgt verder dat het college ook zelf inziet dat hij het besluit ten onrechte buiten behandeling heeft gesteld, aldus verzoeker. Volgens verzoeker is het van groot belang dat het college voor 1 januari 2024 een beslissing neemt op zijn bezwaar tegen het bestreden besluit. Vanaf 1 januari 2024 treedt de nieuwe Omgevingswet namelijk in werking en onder die wet vervalt de vergunning van rechtswege. Volgens verzoeker is in zijn geval sprake van een vergunning van rechtswege, omdat het een gebonden beschikking betreft. De aanvraag past immers aantoonbaar binnen het bestemmingsplan. Verzoeker vraagt de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat het college vóór 1 januari 2023 (de voorzieningenrechter begrijpt: 2024) het besluit van 3 juli 2023 vernietigt op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag, tot een maximum van € 250.000,-.

8. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb, alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist.

9. De voorzieningenrechter overweegt dat de vergunning van rechtswege met de invoering van de Omgevingswet zal verdwijnen.2 Dit geldt echter niet voor aanvragen waarbij de beslistermijn in 2023 is verstreken. In die gevallen is immers, als aan de wettelijke voorwaarden daarvoor voldaan wordt, een vergunning van rechtswege reeds verleend.3

10. De aanvraag van verzoeker dateert van 26 april 2023. Voor zover de beslistermijn al zou zijn verstreken, zoals verzoeker stelt, ziet de voorzieningenrechter geen spoedeisend belang. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is in dat geval immers niet relevant voor verzoeker. Mocht de termijn nog niet zijn verstreken, dan valt niet in te zien dat een vergunning van rechtswege is ontstaan. Het spoedeisend belang ontbreekt daarom ook in dat geval.

11. Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat het op de weg van verzoeker ligt om het college bij het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag in gebreke te stellen. De voorzieningenrechter acht het begrijpelijk dat verzoeker gekozen heeft de besluitvorming af te wachten, nu het college hem heeft toegezegd voor 5 december 2023 respectievelijk 19 december 2023 een beslissing op eisers bezwaar te nemen. Zoals de voorzieningenrechter hiervoor heeft overwogen is de mogelijkheid tot een vergunning van rechtswege niet op voorhand uitgesloten. Daarom ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om het college te gelasten voor 1 januari 2024 een beslissing op verzoekers bezwaar te nemen, op straffe van een dwangsom.

12. De conclusie is dat er geen enkel spoedeisend belang is.

Conclusie en gevolgen

13. Het verzoek is daarom kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter wijst het verzoek dus af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E.J.M. Gielen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C.J. van ‘t Hoff, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
21 december 2023.

griffier

voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

1 Wet open overheid.

2 Dit volgt uit artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet.

3 Kamerstukken II 2017/18, 34986, 3 p. 454.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.