5 Bewezenverklaring
De rechtbank vindt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte
Feit 1
in de periode 1 september 2020 tot en met 1 februari 2022 te Amsterdam, geld en luxe goederen voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die voorwerpen afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl verdachte, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 4
in de periode van 1 september 2020 tot en met 1 februari 2022 te Amsterdam, opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken, te weten servers toebehorende aan ABN AMRO, Volksbank, ING bank en Rabobank, waarop meerdere bankrekeningen en internetbankierenaccounts, digitale bankomgevingen en mobiele internetbankierenapplicaties bereikbaar zijn, is binnengedrongen
c. met behulp van een valse sleutel en
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid,
door zich met behulp van inloggegevens toegang te verschaffen tot de internetbankierenomgevingen van die banken, waarbij verdachte zich heeft voorgedaan als de rechtmatige gebruikers van die inloggegevens.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Spreekt verdachte vrij van het onder 2 en 3 tenlastegelegde.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 4 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1 van het plegen van witwassen een gewoonte maken
Feit 4 computervredebreuk
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 120 uur, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 143 dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 60 dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich binnen drie werkdagen nadat dit vonnis onherroepelijk is geworden meldt bij Reclassering Nederland, Middendreef 293, 8233 GT in Lelystad . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- de reclassering inzicht geeft in zijn inkomsten, uitgaven en (eventuele) schulden.
Veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het (zo nodig) treffen van afbetalingsregelingen.
- meewerkt aan het krijgen en/of houden van een structurele dagbesteding in de vorm van opleiding en/of werk.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk vindt.
Geeft aan Reclassering Nederland de opdracht, als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beslag
Gelast de teruggave aan veroordeelde van:
- -
1 STK Horloge (omschrijving: PL1300-2021251179-G6204721);
- -
1 STK Snorfiets (omschrijving: PL1300-2021251179-G6079751);
- -
1 STK Telefoontoestel (omschrijving: PL1300-2021251179-G6201481);
- -
1 STK Vorderingen (omschrijving: PL1300-2021251179-G6232334);
- -
1 STK Vorderingen (omschrijving: PL1300-2021251179-G6232335).
De benadeelde partijen
ING
Wijst de vordering van ING toe tot een bedrag van € 2.040,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2022 tot de dag van de hele voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot vandaag begroot op € 199,-.
ABN AMRO
Wijst de vordering van ABN AMRO toe tot een bedrag van € 1.048,99 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 december 2021 tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot vandaag begroot op nihil.
Rabobank
Wijst de vordering van Rabobank toe tot een bedrag van € 3.369,89 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 december 2022 tot de dag der algehele voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot vandaag begroot op € 264,-.
Volksbank
Wijst de vordering van Volksbank toe tot een bedrag van € 1.318,75 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2022 tot de dag der algehele voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot vandaag begroot op € 398,-.
[slachtoffer 5]
Verklaart [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Voorlopige hechtenis
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. Slager, voorzitter,
mr. J. Huber en mr. C. Wildeman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. van der Beek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 februari 2023.