vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummers: 13/302269-23 (zaak A), 13/164428-22 (zaak B), 13/074341-23 (zaak C) en 13/113686-23 (zaak D) (ter terechtzitting gevoegd) (Promis)
Datum uitspraak: 28 februari 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1959 in [geboorteplaats] ,
inschrijvingsadres in de basisregistratie personen:
[adres] , [woonplaats] ,
nu gedetineerd in [naam JC] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 februari 2024.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk de zaken A tot en met D aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. B. van Duijn, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.A. Dijk, naar voren hebben gebracht.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
zaak A
bedreiging van [slachtoffer 1] op 13 november 2023;
zaak B
overtreden van een gebiedsverbod op 1 juli 2022;
1. bedreiging van [slachtoffer 2] op 13 maart 2023;
2. opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing op 13 maart 2023;
3. mishandeling van [slachtoffer 3] op 19 januari 2023;
4. vernieling van een intercom en een raam op 7 januari 2023;
1. opzettelijk, zonder noodzaak, een alarmnummer (112) bellen op 2 mei 2023;
2. vernieling of het onbruikbaar maken van een politieauto op 2 mei 2023.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht - op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat - bewezen dat verdachte:
zaak A
op 13 november 2023 te Amsterdam, [slachtoffer 1] (in uniform dienstdoende hoofdagent van de politie, eenheid Amsterdam) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "Jou doodslaan, met genoegen. Dan word ik rustig";
zaak B
op 1 juli 2022 te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerk 22-21985, krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172 Gemeentewet juncto artikel 2.9 APV, gedaan namens de burgemeester van de gemeente Amsterdam, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode gelegen tussen 25 juni 2022 om 00:01 uur tot en met 24 juli 2022 om 23:59 uur niet mocht bevinden in Overlastgebied Centrum, door zich op voornoemde datum om 01:25 uur op het Leidseplein te bevinden;
zaak C
feit 1: op 13 maart 2023 te Amsterdam [slachtoffer 2] heeft bedreigd met brandstichting, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "moordenaars, ik steek alles in de fik";
feit 2: op 13 maart 2023 te Amsterdam opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 19-01-2023, gegeven door de officier van justitie te Amsterdam, door zich op te houden op [adres] nummer [nummer] tot en met [nummer] ;
feit 3: op 19 januari 2023 te Amsterdam [slachtoffer 3] heeft mishandeld door meermalen tegen zijn been te schoppen;
feit 4: op 7 januari 2023 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een intercom en een raam die aan Boomerang Woonzorg toebehoorden heeft vernield;
zaak D
feit 1: op 2 mei 2023 te Amsterdam opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, door meermalen te bellen naar 112 met het telefoonnummer 0681684786.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
9 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak D onder 2 ten laste gelegde feit niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A, zaak B, zaak C onder 1, 2, 3 en 4 en zaak D onder 1 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
zaak A
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
zaak B
opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast;
zaak C feit 1
bedreiging met brandstichting;
zaak C feit 2
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;
zaak C feit 3
mishandeling;
zaak C feit 4
vernieling, meermalen gepleegd;
zaak D feit 1
opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
zaak A, zaak C feiten 1, 2, 3 en 4
Legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaren.
zaak B, zaak D feit 1
Verklaart verdachte schuldig zonder oplegging van een straf of maatregel.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. Akkermans, voorzitter,
mrs. A.W.T. Klappe en A.B. Sluijs, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N. Heida, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 februari 2024.