5 De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
T.a.v. feit 1:
op 14 mei 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld de zoon van [naam 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een iPhone en bijbehorende code van de iPhone, die aan voornoemde zoon van [naam 1] toebehoorden, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij en zijn mededaders dreigend tegen voornoemde zoon van [naam 1] hebben gezegd dat hij zijn code van zijn iPhone moest geven en moest uitloggen op iCloud en dat hem, de zoon van [naam 1] , geen pijn zou worden gedaan als hij zijn mond zou houden en niet naar de politie zou gaan;
T.a.v. feit 2:
op 14 mei 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, meerdere geldbedragen die aan de zoon van [naam 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten het met de telefoon van voornoemde zoon van [naam 1] meerdere tikkies betalen van verdachte;
T.a.v. feit 3:
op 14 mei 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld [naam 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een setje AirPods en een iPhone die aan voornoemde [naam 2] toebehoorden, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij en zijn mededaders voornoemde [naam 2] hebben ingesloten en tegen voornoemde [naam 2] hebben gezegd dat hij met verdachte en zijn mededaders moest meelopen richting een steeg en voornoemde [naam 2] dreigend de woorden hebben toegevoegd: “leeg je zakken” en “log je iCloud uit”;
T.a.v. feit 4:
op 16 mei 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een setje AirPods (merk Apple) die aan voornoemde [naam 3] toebehoorden, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij en zijn mededader voornoemde [naam 3] hebben ingesloten en voornoemde [naam 3] bij de kraag hebben vastgepakt en gehouden en een opgeheven vuist aan voornoemde [naam 3] hebben getoond en voornoemde [naam 3] dreigend de woorden hebben toegevoegd: “je moet nu je AirPods uitdoen en in je case stoppen anders ga ik je hoeken”;
T.a.v. feit 5:
in de periode van 14 mei 2023 tot en met 16 mei 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, een bromfiets (kenteken [kenteken] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
T.a.v. feit 6:
op 16 mei 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, in het Beatrixpark,een telefoon (merk Apple, type iPhone) die aan [naam 4] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door voornoemde [naam 4] dreigend de woorden toe te voegen: "je gaat nu je iCloud verwijderen en je gaat naar niemand kijken of iets raars doen en je mag niks tegen iemand anders zeggen, anders klappen we jou in elkaar" en "Joh we kunnen je nu ook gewoon helemaal in elkaar slaan he" en voornoemde telefoon uit de handen van voornoemde [naam 4] te pakken.
Voor zover in de bewezenverklaring taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
t.a.v. feit 1 en 2
eendaadse samenloop van:
- afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; en
- diefstal, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
t.a.v. feit 3, 4 en 6
telkens: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
t.a.v. feit 5
medeplegen van schuldheling.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden bevolen als de veroordeelde gedurende de proeftijd niet aan de hierna vermelde bijzondere voorwaarden voldoet.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
7 Contactverbod
Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de heer [mededader] (geboortedatum [geboortedag] -2008), zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt.
Geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht bovengenoemde gestelde bijzondere voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
T.a.v. de vordering van [naam 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam 1] volledig toe tot een bedrag van
€ 100,- (honderd euro) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 mei 2023) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 1] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens één van zijn mededaders is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 1] aan de Staat € 100,- (honderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 mei 2023) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover deze vordering al door of namens één van zijn mededaders is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
T.a.v. de vordering van [naam 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam 2] gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 79,50 (negenenzeventig euro en vijftig eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 mei 2023) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 2] voornoemd.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 2] aan de Staat € 79,50 (negenenzeventig euro en vijftig eurocent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 mei 2023) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.B.W. Beekman, voorzitter,
mrs. E. van den Brink en Q.M.J.A. Crul, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. L.J.F. Ceelie en F.E. Leopold, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 mei 2024.