Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2024:320

Rechtbank Amsterdam
19-01-2024
29-01-2024
10682670
Verbintenissenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Mondelinge uitspraak,Proces-verbaal

Mondeling vonnis. Hond gebeten na aanval andere hond en na drie dagen overleden. Artikel 6:179 BW. Tenzij-clausule niet van toepassing. Geen eigen schuld. Gevorderde medische kosten en kosten crematie toegewezen. Vergoeding voor kosten aanschaf hond worden niet volledig vergoed omdat de hond op moment van overlijden vier jaar oud was.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht

Kantonrechter

Zaaknummer: 10682670 \ CV EXPL 23-12021

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 19 januari 2024

in de zaak van

[eiser] ,

te [woonplaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: mr. R.M. Braat (DAS Rechtsbijstand),

tegen

[gedaagde] ,

te [woonplaats] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

gemachtigde: mr. A. Aaryf.

De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Amsterdam.

De zaak wordt behandeld door mr. S.P. Pompe, kantonrechter, en mr. K.E. Beerlage als griffier.

Aanwezig zijn:

- [eiser] voornoemd,

- mr. Braat voornoemd,

- [gedaagde] voornoemd,

- mr. Aaryf voornoemd.

De volgende stukken zijn op de zitting aan het procesdossier toegevoegd:

- de akte overlegging nadere producties van [eiser] , met producties.

Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht. Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de kantonrechter op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan.

1 De beoordeling

1.1.

Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade die [eiser] stelt te hebben geleden door het bijtincident op 2 mei 2022 waarbij haar hond [naam hond 1] is gebeten door [naam hond 2] , de hond van [gedaagde] .

1.2.

Op basis van de overgelegde bewijsstukken en de wederzijdse standpunten komt de kantonrechter tot de conclusie dat [naam hond 2] (een Amerikaanse Stafford, 30 kilo) [naam hond 1] (Pomeriaan, een kleine hond, niet groter dan een kat, maximaal 3,5 kilo volgens [gedaagde] zelf) heeft doodgebeten. De medische stukken laten geen ruimte voor twijfel aan de doodsoorzaak van [naam hond 1] .

1.3.

Artikel 6:179 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een bezitter van een dier (degene die het dier voor zichzelf houdt, meestal de eigenaar) aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade, tenzij de aansprakelijkheid op grond van de eerste afdeling van de derde titel van boek 6 BW zou hebben ontbroken als hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad.

1.4.

Daarbij gaat het om een risicoaansprakelijkheid. De gedachte daarachter is dat in de eigen energie van het dier en het onberekenbare element dat daarin is gelegen een gevaar schuilt.

1.5.

Anders dan [gedaagde] heeft aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van de uitzondering op de hoofdregel - de tenzij-clausule aan het slot van artikel 6:179 BW -, te weten de denkbeeldige situatie dat, als [gedaagde] de gedraging van haar hond in haar macht zou hebben gehad, de aansprakelijkheid zou hebben ontbroken.

1.6.

De aansprakelijkheid van [gedaagde] voor de door [naam hond 2] aangerichte schade op grond van artikel 6:179 BW staat dus vast.

1.7.

Anders dan [gedaagde] heeft aangevoerd, is er geen sprake van eigen schuld van [eiser] . Partijen hebben gediscussieerd over een aantal feitelijke omstandigheden, zoals de vraag of [naam hond 1] zou hebben losgelopen en waar precies op straat de aanval zou hebben plaatsgevonden. Deze discussie behoeft geen nadere beoordeling. Vast staat dat de aanval vanuit [naam hond 2] kwam (een grotere sterke hond ten opzichte van een klein hondje). Van enige (noodzakelijke) ‘verdediging’ was geen sprake. Ook al zou [naam hond 1] uit zichzelf, niet aangelijnd, te dichtbij zijn gekomen – wat [eiser] gemotiveerd betwist – dan nog vormt dit geen rechtvaardiging voor een aanval door [naam hond 2] . Waar op straat dit precies is gebeurd, is ook niet relevant.

1.8.

Dat betekent dat de schade die [eiser] heeft geleden moet worden vergoed door [gedaagde] .

1.9.

De schadeposten van [eiser] zijn voldoende gespecificeerd en onderbouwd. Het gaat om de volgende schadeposten:

Kostensoort

Kosten in €

Datum

Aanschaf hond

1.800,00

19-5-2018

Dierenambulance vervoer

50,00

2-5-2022

Parkeerkosten dierenarts

4,00

2-5-2022

Dierenarts eerste hulp

367,43

2-5-2022

Dierenziekenhuis IC opname (zorg, medicatie etc.)

300,00

2-5-2022

Dierenziekenhuis IC opname (zorg, medicatie etc.)

3.508,15

3-5-2022

Dierenziekenhuis IC opname (zorg, medicatie etc.)

842,25

4-5-2022

Dierenziekenhuis IC opname (zorg, medicatie etc.)

815,70

5-5-2022

Crematie

189,00

16-5-2022

7876,53

1.10.

De medische kosten zijn niet buitensporig of onnodig gemaakt. Ook de crematiekosten komen voor toewijzing in aanmerking. Het gaat om schade die [eiser] nu leidt. Er is wel aanleiding om de vergoeding van de kosten van de aankoop van [naam hond 1] , die op het moment van overlijden 4 jaar oud was, naar beneden bij te stellen. De kantonrechter sluit zich op dat punt aan bij de begroting van [gedaagde] en zal de schade begroten op € 1.200,00. Dat betekent dat in totaal een bedrag van € 7.276,53 toewijsbaar is.

1.11.

Er zijn ook buitengerechtelijke kosten gevorderd. Die worden afgewezen. Er is wel gesteld dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt, maar uit de toelichting die daarop is gegeven en uit de overgelegde stukken blijkt dat de werkzaamheden die zijn verricht niet meer behelzen dan die waarvoor de proceskostenveroordeling al een vergoeding wordt geacht in te houden.

1.12.

De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 3 juni 2022. Bij brief van die datum heeft [eiser] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de schade en verzocht deze binnen veertien dagen te betalen.

1.13.

[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij ook veroordeeld in de proceskosten en in de nakosten. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:

- kosten van de dagvaarding

130,48

- griffierecht

244,00

- salaris gemachtigde

660,00

(2,00 punten × € 330,00)

- nakosten

132,00

Totaal

1.166,48

1.14.

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

2 De beslissing

De kantonrechter

2.1.

veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 7.276,53, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 3 juni 2022 tot de dag van volledige betaling,

2.2.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.166,48, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de wettelijke/Btag kosten van betekening betalen,

2.3.

veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,

2.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

2.5.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. S.P. Pompe en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Hiervan is dit proces-verbaal opgemaakt.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.