2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 18 september 2023 in Amsterdam schuldig heeft gemaakt aan
ten aanzien van het onder 1, primair, tenlastegelegde:
poging tot moord dan wel poging tot doodslag op [slachtoffer 1] ;
ten aanzien van het onder 1, subsidiair, tenlastegelegde:
poging tot zware mishandeling (met voorbedachten rade) van [slachtoffer 1] ;
ten aanzien van het onder 1, meer subsidiair, tenlastegelegde:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling van [slachtoffer 1] ;
ten aanzien van het onder 2, primair, tenlastegelegde:
poging tot moord dan wel poging tot doodslag op [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen;
ten aanzien van het onder 2, subsidiair, tenlastegelegde:
poging tot zware mishandeling (met voorbedachten rade) van [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen;
ten aanzien van het onder 2, meer subsidiair, tenlastegelegde:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling van [slachtoffer 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen;
ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde:
het in vereniging voorhanden hebben van een wapen en munitie.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 1, primair, tenlastegelegde:
op 18 september 2023 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen kogels in de richting van die [slachtoffer 1] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat door hem voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ten aanzien van het onder 2, primair, tenlastegelegde:
op 18 september 2023 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] en onbekend gebleven personen opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen kogels in de richting van die [slachtoffer 2] en die onbekend gebleven personen heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat door hem voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde:
op 18 september 2023 te Amsterdam
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een getransformeerd gaspistool, van het merk Retay, model 17, kaliber 9x17 mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en
- bijbehorende munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een patroon, kaliber 9x17 mm en twee hulzen, kaliber 9x17 mm, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich de ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, in de zaken met parketnummer 13/022970-22 en 13/314243-21 (gevoegd ter terechtzitting), betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 2 september 2022 van de meervoudige strafkamer, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met bevel dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van de poeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Tevens bevindt zich bij de stukken een geschrift waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering aan verdachte per post is toegezonden.
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis.
De rechtbank ziet hierin aanleiding de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke straf te gelasten.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde:
ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde:
poging tot doodslag, meermalen gepleegd;
ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde:
de eendaadse samenloop van:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummers 13/022970-22 en 13/314243-21 (gevoegd ter terechtzitting):
Wijst toe de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de in de zaken met parketnummers 13/022970-22 en 13/314243-21 (gevoegd ter terechtzitting) opgelegde voorwaardelijke straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.
Vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij van 3.000,00 euro (drieduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 18 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het deel van de materiële vordering niet-ontvankelijk is.
Wijst het overige deel van de immateriële vordering af.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel:
Legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] van een bedrag van €3.000,00 euro (drieduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade d.d. 18 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt 40 dagen gijzeling toegepast. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van:
nr. 1 - 1 STK Pistool (Omschrijving: PL1300-2023211389-6396676, zwart, vuurwapen);
nr. 2 - 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2023211389-G6396700, S&B);
nr. 3 - 1 STK projectiel (Omschrijving: PL1300-2023211389-G6396700);
nr. 4 - 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2023211389-G6396700, S7B);
nr. 5 - 1 STK Huls (Omschrijving: ›PL1300-2023211389-G6396707, S&B).
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. M.T.C. de Vries en M. Wiltjer rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. Alexeas, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 juli 2024.