zaaknummer / rekestnummer: C/13/754207 / FA RK 24/4861
kenmerk: ZM/IND/139960
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 1 oktober 2024 van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
zorgaanbieder, GGZ inGeest,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. I. Baardman te Amsterdam.
1 Procesverloop
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 19 jul 2024;
- het proces-verbaal van aanhouding en bevindingen van 9 augustus 2024;
- de aanvullende medische verklaring van 10 september 2024;
- het proces-verbaal van bevindingen (ongedateerd).
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2024, in het gebouw van de rechtbank.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- bovengenoemde advocaat;
- psychiater, mevrouw N. Wessels-Behr.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet ter zitting verschenen.
Betrokkene is niet verschenen. De advocaat heeft verklaard dat hij vanochtend in de veronderstelling was dat betrokkene zou komen totdat hij een berichtje kreeg van betrokkene dat hij ziek is en niet zal verschijnen. Betrokkene heeft de advocaat gevraagd of hij een goed woordje kan doen namens hem. De advocaat acht zich in staat namens hem een standpunt in te nemen en de rechtbank is daarop met instemming van de advocaat overgegaan tot de mondelinge behandeling buiten aanwezigheid van betrokkene. Nu er een gemachtigde namens betrokkene aanwezig is, is de rechtbank van oordeel dat betrokkene ondanks zijn afwezigheid niet in zijn belangen wordt geschaad.
2 Beoordeling
2.1
De advocaat heeft opgemerkt dat hij twee verschillende proces-verbalen heeft gekregen, een proces-verbaal van 9 augustus 2024 en een ongedateerd proces-verbaal. In het ongedateerde proces-verbaal verzoekt de rechtbank de onafhankelijk psychiater om nog één onaangekondigd huisbezoek in te plannen om toch nogmaals te proberen tot een fysieke beoordeling te kunnen komen omdat er één aanvullende poging is gedaan. Dat is niet gebeurd en de advocaat vindt dat om die reden de behandeling van het verzoek nog een keer moet worden aangehouden omdat de medische verklaring niet voldoet aan de vereisten zoals die door de Hoge Raad zijn gesteld ten aanzien van het onafhankelijk onderzoek. De advocaat heeft primair verzocht om aanhouding van de mondelinge behandeling zodat door de psychiater nog een poging gedaan kan worden om met betrokkene in gesprek te gaan. Subsidiair heeft de advocaat afwijzing van het verzoek bepleit omdat betrokkene bereid is de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Hij is bereid op vrijwillige basis afspraken na te komen. Betrokkene verzet zich tegen de zorgmachtiging. Hij wil niet onder dwang behandeld worden en daarom wil hij niet dat de zorgmachtiging wordt verleend. Hij is zenboeddhist en hij wil zijn gezondheid in eigen beheer houden. Vastgesteld moet worden dat er sprake is van wilsbekwaam verzet. De advocaat stelt dat het ernstig nadeel gelegen in ernstig lichamelijk letsel en gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen onvoldoende is onderbouwd. De verklaring van de onafhankelijk psychiater over de wils(on)bekwaamheid is onvoldoende concreet en bovendien heeft hij betrokkene niet gezien en gesproken. Meer subsidiair heeft de advocaat verzocht, in het geval van toewijzing van het verzoek om de duur van de te verlenen machtiging te bekorten tot 6 maanden omdat de 3 weken beslistermijn is verstreken.
2.2.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de medische verklaring blijkt dat de onafhankelijk psychiater betrokkene niet heeft kunnen onderzoeken. Volgens vaste rechtspraak dient de psychiater het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel zo te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om de weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen, in de actuele gezondheidstoestand van betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel. De rechtbank dient de beslissing op dit punt voldoende te motiveren en in de beslissing te vermelden op grond van welke omstandigheden zij van oordeel is dat het redelijkerwijs niet mogelijk was dat de psychiater betrokkene in een direct contact sprak en onderzocht.
2.3.
De ter zitting aanwezige arts heeft aangegeven dat betrokkene bij zijn behandelaren en begeleider van het HVO heeft aangegeven geen interesse te hebben in een gesprek met de onafhankelijk beoordelaar, ook niet telefonisch. Hij heeft aangegeven dat hij het huisvredebreuk vindt dat er vorig jaar een psychiater naar zijn huis is gegaan. De onafhankelijk psychiater heeft betrokkene gebeld, maar betrokkene hing op nadat hij zijn naam en functie gaf. Betrokkene is schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek op de werklocatie van de psychiater, maar hier is betrokkene niet op ingegaan. Betrokkene heeft ook niet gebeld om een andere afspraak in te plannen. Naar aanleiding van de beslissing van de rechtbank 9 augustus 2024 is betrokkene nog een keer schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek op 27 augustus 2024. Betrokkene is niet verschenen op deze afspraak en heeft niks van zich laten horen. Op 29 augustus 2024 heeft de psychiater getracht betrokkene telefonisch te bereiken, maar er werd niet opgenomen en er is niet teruggebeld. Op 6 september 2024 is de onafhankelijk psychiater onaangekondigd op huisbezoek gegaan, maar er werd niet opengedaan of gereageerd. Geen enkele poging was succesvol zodat de medische verklaring gebaseerd is op informatie uit de tweede hand. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de psychiater, hoewel geen persoonlijk contact met betrokkene heeft plaatsgevonden, datgene gedaan wat redelijkerwijs verwacht kon worden om het onderzoek fysiek te laten plaatsvinden. De psychiater heeft door onderzoek van het dossier en het verkrijgen van actuele informatie van derden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel. Er is derhalve sprake van een zorgvuldig onderzoek dat als basis kan dienen voor de te nemen beslissing. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen en de rechtbank zal de (aanvullende)medische verklaring gebruiken voor de te nemen beslissing.
Voor zover de advocaat van betrokkene een beroep heeft gedaan op het wilsbekwame verzet van betrokkene en om die reden bepleit dat het verzoek van de officier van justitie dient te worden afgewezen, overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting kan niet worden vastgesteld dat sprake is van ernstig nadeel gelegen in ernstig lichamelijk letsel en gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen, maar uit de medische verklaring volgt dat betrokkene niet wilsbekwaam is. Ook ter zitting heeft de psychiater dat standpunt onderschreven. De verklaring van de onafhankelijk psychiater is weliswaar summier, maar de rechtbank is gelet op deze verklaring en gelet het verleden van oordeel dat betrokkene ter zake niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen omdat hij geen ziektebesef en -inzicht heeft.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie.
2.5.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.7.
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende gebleken dat betrokkene bereid is om in een vrijwillig kader aan de geboden zorg mee te werken. De psychiater heeft ter zitting medegedeeld dat betrokkene een lange voorgeschiedenis in de psychiatrie heeft. Betrokkene heeft geen ziektebesef of -inzicht. Vanuit dit gebrek is er een grote kans dat hij zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan de behandeling, waarbij zonder antipsychotica de psychotische symptomen en desorganisatie zullen toenemen. Betrokkene komt meestal enkele dagen te laat voor zijn depot en verschijnt in een meerderheid van de gevallen niet op afspraken. In overleg krijgt betrokkene een ander depot dat één keer in de drie maanden gegeven kan worden omdat betrokkene slecht zijn afspraken nakomt. Het gaat nu relatief goed met betrokkene. Dat is dankzij de medicatie en het huidige verplichte kader. De rechtbank is met de behandelaars van oordeel dat betrokkene verdere ondersteuning en behandeling nodig heeft vanuit de zorgmachtiging om te voorkomen dat hij stopt met de medicatie met alle gevolgen van dien. Bij decompensatie loopt betrokkene het risico dat hij zijn woning zal verliezen en verder maatschappelijk teloorgaat. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank zal bij de bepaling van de geldigheidsduur rekening houden met het feit dat de behandeling van voornoemd verzoek heeft plaatsgevonden na de wettelijke beslistermijn, als ook na de expiratiedatum van de laatst geldende machtiging.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
-
toedienen van medicatie gedurende 6 maanden;
-
het verrichten van medische controles gedurende 6 maanden;
-
beperken van de bewegingsvrijheid gedurende 6 maanden telkens voor maximaal 2 maanden per keer;
-
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het nakomen van afspraken met het ambulant behandelteam gedurende 6 maanden;
-
opnemen in een accommodatie gedurende 6 maanden.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 6 maanden.
3 Beslissing
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.7 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 1 april 2025.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 1 oktober 2024 mondeling gegeven door mr. M.E.B. Terwee, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op 8 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: