1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 juni 2023,
- de akte houdende overlegging producties van Dyslexiefont van 20 september 2023,
- het vonnis in incident van 24 januari 2024, met de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 15 mei 2024, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 september 2024, met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Daarna is een datum voor het vonnis bepaald.
3 De feiten
3.1.
[naam 1] (hierna: [naam 1] ) heeft in 2008 een ontwerp voor een lettertype vervaardigd gericht op mensen met dyslexie (hierna: het dyslexie font of het lettertype). [naam 1] , die zelf dyslectisch is, heeft dit lettertype ontworpen in het kader van zijn afstudeerproject aan de kunstacademie.
3.2.
Dyslexiefont is in 2013 opgericht door [naam 1] en [naam 2] .
3.3.
Via de website van Dyslexiefont kan online een licentie worden afgenomen om het dyslexie font te gebruiken. Hierbij kan worden gekozen uit verschillende soorten gebruik van de licentie: thuis, educatie, werk (business), uitgever, ontwikkelaar of anders.
3.4.
Indien wordt gekozen voor een businesslicentie staat daarbij de volgende waarschuwing:
“Business License can only be orderded for the entire company, not just the number of employees using it.”
3.5.
In de algemene voorwaarden van Dyslexiefont (hierna: Terms & Conditions) staat (ook) een bepaling over het opgeven van het aantal werknemers:
4.1
Business Users and Educational Users shall upon registration provide
Dyslexie Font with the following information; organization name, contact person, address, VAT number (if applicable), payment details, number of employees or number of students and e-mail address. (…).
4.2
The User warrants that all information provided is correct and the contact person is authorized to act on behalf of the User.”
3.6.
Op 7 november 2021 maakt een medewerker van Microsoft, [naam 3] (functie Customer Success Accountmanager) (hierna: [naam 3] ), een businessaccount aan op de website van Dyslexiefont en koopt en betaalt daarna één businesslicentie van het dyslexie font.
3.7.
Op de factuur van 8 november 2021 staat:
“License ordered is for internal use only, and can only be ordered for the entire company calculated based on the total number of employee(s).
The lifetime license you have ordered is calculated based on the total number of 1 employees within your business. The lifetime license cannot be ordered by just the number of employees using the font. If you have made a mistake, please reach out to us at info@dyslexiefont.com.”
3.8.
Op 23 november 2021 zoekt Dyslexiefont per e-mail contact met [naam 3] . Dyslexiefont vraagt of het lettertype bevalt. [naam 3] heeft hierop geantwoord.
Daarna stuurt Dyslexiefont op 30 november 2021 [naam 3] nog een e-mail met wat informatie over het lettertype, en verder vraagt zij:
“And if there are more employees are interested in using the Dyslexie font, please let us know so we can start working on the correct license structure.”
3.9.
Hierna hebben nog enkele medewerkers van Microsoft op dezelfde wijze als [naam 3] één businesslicentie op de website van Dyslexiefont aangeschaft. Op 26 november 2021 op naam van [naam 4] , 12 juli 2022 op naam van [naam 5] en op 28 juli 2022 op naam van [naam 6] . Op elk factuur van de licentie staat dezelfde tekst zoals genoemd onder overweging 3.7.
3.10.
Dyslexiefont neemt, na aanschaf van de vierde licentie door een Microsoft medewerker, op 1 augustus 2022 opnieuw contact op met [naam 3] . Hierin herhaalt Dyslexiefont dat gesproken moet worden over de juiste licentie structuur:
“As already mentioned in my email below I have explained that – if more employees are interested in using the Dyslexie Font – we should work out the correct license structure. In this regard I ask you to send me further information about the use of Dyslexie Font within your company. Also, if you are not the correct person to discuss this further, please send me the contact details of the correct person.”
3.11.
Op 8 augustus 2022 heeft [naam 3] geantwoord dat zij de vraag intern zou doorsturen.
3.12.
Hierna neemt [naam 7] , programmamanager van de Procurement afdeling, contact op met Dyslexiefont. Hij vraagt om meer informatie, onder meer wie en hoe het dyslexie font is gedownload. Hierna corresponderen partijen kort met elkaar hierover.
3.13.
Op 21 februari 2023 stuurt Dyslexiefont (middels haar advocaat) een sommatiebrief naar Microsoft. Dyslexiefont schrijft dat Microsoft in strijd handelt met de licentievoorwaarden (artikel 4.1 en 4.2), inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van Dyslexiefont en Microsoft hierdoor een boete verbeurt.
3.14.
Op 2 maart 23 reageert de bedrijfsjurist van Microsoft (samengevat) dat er geen sprake is van een overtreding van de licentievoorwaarden. Dyslexiefont had eerder bezwaar moeten maken, door dit niet te doen heeft zij het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de licentie klopte.
3.15.
Hierna corresponderen Dyslexiefont en de commerciële afdeling van Microsoft over een mogelijke licentie, maar die is niet tot stand gekomen.
5 De beoordeling
5.1.
De vorderingen van Dyslexiefont zijn gestoeld op twee gronden: primair op de gestelde overeenkomst tussen partijen en subsidiair op het auteursrecht. De rechtbank zal deze gronden achtereenvolgens beoordelen. De rechtbank stelt vast dat over haar bevoegdheid reeds is beslist in het incident en zal eerst het toepasselijk recht vaststellen.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
5.2.
Met overneming van de motivering voor de toepasselijkheid van de Terms & Conditions in de overwegingen 5.2 tot en met 5.5 van het vonnis in incident van 24 januari 2024 en onder toepassing van artikel 3 van de Verordening Rome I1 zal Nederlandse recht worden toegepast. In artikel 10.3 van de Terms & Conditions is namelijk een rechtskeuze voor Nederlands recht gedaan en daaraan is Microsoft gebonden.
5.3.
De stelling van Dyslexiefont is dat zij een licentieovereenkomst heeft gesloten met (vier medewerkers van) Microsoft en dat heel Microsoft hier aan is gebonden, omdat een bedrijf alleen een businesslicentie kan afsluiten gebaseerd op het totaal aantal medewerkers bij dat bedrijf. Microsoft was hier volgens Dyslexiefont ook van op de hoogte omdat:
- -
dat op het aanvraagformulier van de licentie staat (zie 3.4);
- -
dit in de algemene voorwaarden van Dyslexiefont staat (zie 3.5);
- -
dit op de factuur staat (zie 3.7);
- -
Dyslexiefont dit heeft aangekaart in haar e-mails aan de medewerkers van Microsoft die een licentie hadden aangeschaft, met de mededeling (samengevat) als er meer medewerkers zijn die het willen gebruiken moet er gesproken worden over de juiste licentiestructuur (zie 3.8 en 3.10);
- -
Dyslexiefont heeft gesproken met medewerkers van meerdere afdelingen van Microsoft, via mail (procurement, software asset management etc). Zij waren dus allemaal op de hoogte dat gesproken moest worden over juiste licentiestructuur.
5.4.
Het staat vast de Dyslexiefont een licentieovereenkomst heeft gesloten met vier medewerkers van Microsoft. Dat betwist Microsoft niet. De rechtbank gaat echter niet mee met het standpunt van Dyslexiefont dat heel Microsoft aan de licentieovereenkomst is gebonden. De rechtbank zal uitleggen waarom.
5.5.
De vier medewerkers hebben, ieder voor zich, een businesslicentie aangeschaft via de website van Dyslexiefont. Zij hebben daarbij ingevuld dat er één medewerker is. Dit valt te verklaren omdat de medewerkers het dyslexie font alleen voor eigen gebruik (in hun eigen werkomgeving) hebben aangeschaft. Microsoft heeft toegelicht dat haar medewerkers eigen budget hebben om zelf keuzes voor hun werkomgeving te maken.
Dyslexiefont heeft gesteld en onderbouwd dat in het aanvraagformulier een algemene waarschuwing staat dat de licentie alleen kan worden aangevraagd voor het totaal aantal medewerkers van het bedrijf. Maar na de aanschaf van de businesslicenties door de vier medewerkers van Microsoft, voor één persoon, heeft Dyslexiefont niet laten weten dat dit niet klopt en dat er een fout is gemaakt omdat de licentie niet voor alle medewerkers van Microsoft is aangeschaft, terwijl Dyslexiefont wel op hoogte was (omdat dit een feit van algemene bekendheid is) dat Microsoft een bedrijf was met meer dan één werknemer. Integendeel, Dyslexiefont heeft na de aanvraag door de eerste medewerker ( [naam 3] ) wel een bericht gestuurd met de vraag of zij tevreden is met het lettertype en/of er meer medewerkers van Microsoft zijn die het lettertype willen gebruiken [vrij vertaald en onderstreping, rb] omdat er dan moet worden gesproken over de juiste licentiestructuur (zie 3.8), maar zij heeft daarbij niet letterlijk gezegd dat de businesslicentie voor het totaal aantal medewerkers van Microsoft moet worden aangeschaft. Uit dit bericht van Dyslexiefont volgt dus onvoldoende duidelijk dat [naam 3] niet de juiste licentie heeft aangeschaft en/of dat zij een fout heeft gemaakt. Evenmin blijkt daaruit dat Dyslexiefont zich op het standpunt stelt dat door deze aanschaf Microsoft reeds gebonden was aan een bedrijfsbrede licentie.
Bovendien is dit bericht van Dyslexiefont zelfs tegenstrijdig met de waarschuwing in het formulier; in het aanvraagformulier stond dat de licentie moest worden aangevraagd voor het totaal aantal werknemers, maar in haar email schrijft zij dat er moet worden gesproken over de juiste licentiestructuur als meer medewerkers geïnteresseerd zijn ‘in using’ het lettertype. Uit dit bericht lijkt dus te volgen dat pas over een juiste licentiestructuur moet worden gepraat als er meer medewerkers van Microsoft zijn die het lettertype willen gebruiken, en dus niet al alleen vanwege het feit dat Microsoft meer medewerkers heeft. Ditzelfde geldt voor de e-mails die Dyslexiefont in augustus 2022 heeft verstuurd (zie 3.10). Hierin heeft Dyslexiefont het wederom over ‘more employees are interested in using the Dyslexie Font’ [onderstreping, rb].
5.6.
Het feit dat op het aanvraagformulier en in de Terms & Conditions stond dat de licentie moest worden aangevraagd voor het totaal aantal medewerkers maakt het voorgaande niet anders. Dyslexiefont heeft juist door het versturen van de berichten naderhand de indruk gewekt dat alles in orde was en niet dat er een fout was gemaakt (waarvoor zelfs een boete zou worden verbeurd). Datzelfde geldt voor de factuur. Die overigens werd ontvangen nadat het product al was betaald – zodat die geen onderdeel van de gesloten overeenkomst uitmaakt – en alleen in het klantenportaal stond, waardoor het niet waarschijnlijk is dat deze is gezien of bekeken. Dat de betrokken medewerkers overigens over een creditcard van Microsoft bleken te beschikken die zij voor hun werk gerelateerde budget mochten gebruiken is verder ook geen handeling die leidt tot de conclusie dat een bekrachtiging door een bevoegde persoon binnen Microsoft is verricht.
5.7.
Uiteindelijk benoemt Dyslexiefont pas voor het eerst in februari 2023 in haar sommatiebrief duidelijk dat de aangeschafte businesslicentie niet klopt en Microsoft een licentie had moeten aanschaffen gebaseerd op haar totaal aantal medewerkers, ongeacht hoeveel medewerkers het daadwerkelijk (willen) gebruiken. Dat is te laat. Dyslexiefont had al het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat de aangeschafte licentie klopte, of in ieder geval onvoldoende duidelijk gemaakt dat het niet klopte. Door toen pas aan te kaarten dat de aangeschafte licenties niet klopte heeft Dyslexiefont in strijd gehandeld met het door haar gewerkte vertrouwen. Dyslexiefont wist al vanaf het eerste moment dat Microsoft een bedrijf was met meer medewerkers. Dyslexiefont heeft op de zitting toegelicht dat dit niet de normale gang van zaken is bij de aanvraag van een businesslicentie bij grote bedrijven. Dyslexiefont heeft wel te kennen gegeven dat zij met haar berichten van november 2021 en augustus 2022 had bedoeld om aan te geven dat de licentiestructuur niet klopt omdat het niet is gebaseerd op het totaal aantal medewerkers, maar dat heeft zij onvoldoende duidelijk gemaakt, zoals hiervoor is toegelicht.
5.8.
Dat Dyslexiefont verder, zoals zij heeft gesteld, met meerdere afdelingen van Microsoft over de licentie heeft gesproken, waardoor volgens Dyslexiefont Microsoft op de hoogte was dat de licentie niet klopte, maakt het voorgaande niet anders. Dyslexiefont heeft toegegeven dat zij nergens in het aankoopproces vraagt of de persoon die de aankoop doet bevoegd is om het hele bedrijf te binden. Voor al die verschillende medewerkers geldt hetzelfde als hiervoor toegelicht; het standpunt van Dyslexiefont dat zij meende dat Microsoft een verkeerde licentie had aangeschaft was onvoldoende duidelijk en uit deze contacten kan geen bekrachtiging door Microsoft van de licentieovereenkomst worden begrepen.
5.9.
De conclusie is dan ook dat tussen Dyslexiefont en Microsoft geen licentieovereenkomst tot stand is gekomen die heel Microsoft bindt. De inhoud van de vier losse licentieovereenkomst kan niet zo worden uitgelegd dat hiermee heel Microsoft is gebonden. Dit betekent dat de primaire vorderingen van Dyslexiefont niet toewijsbaar zijn.
5.10.
Omdat de primaire grondslag van Dyslexiefont niet slaagt, zal de rechtbank nu haar subsidiaire grondslag beoordelen.
5.11.
Om te beoordelen of Microsoft een inbreuk maakt op de auteursrechten van Dyslexiefont moet eerst worden beslist of het dyslexie font een auteursrechtelijk beschermd werk is.
5.12.
Om een werk te kunnen kwalificeren als auteursrechtelijk beschermd dient het werk oorspronkelijk te zijn, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk.2
Ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de Auteurswet.3 Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen.4 De keuzes van de maker mogen niet louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze; de verschillende manieren om een idee uit te voeren zijn dan zodanig beperkt dat het idee samenvalt met de uitdrukking ervan en de auteur onmogelijk uitdrukking kan geven aan zijn creatieve geest en tot een resultaat kan komen dat een eigen intellectuele schepping vormt.5 Of aan voornoemde maatstaf is voldaan, dient beoordeeld te worden naar de situatie op het moment waarop het voortbrengsel tot stand is gebracht. Voorts geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Onderzocht moet worden of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op een voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de vigerende stijl, trend of mode.6
5.13.
Dyslexiefont voert aan dat het dyslexie font een uniek ontwerp heeft. Zij heeft dit onderbouwd met een beroep op de door haar overgelegde productie 2. In deze productie staat een toelichting van de website van Dyslexiefont over de kenmerken van het dyslexie font. De volgende, unieke elementen worden genoemd:
a. zwaardere onderkant; het zwaartepunt van de letters ligt laag,
geen letter is gelijk; de vorm van op elkaar lijkende letters is aangepast,
betere spatiëring; de afstand tussen verschillende letters en woorden is vergroot,
langere stokken en staarten; letters met stokken en staarten worden langer gemaakt,
hoofdletters en leestekens zijn vetter gemaakt,
schuinere letters; sommige letters worden schuiner neergezet dan andere letters,
grotere openingen; de openingen van diverse letters zijn vergroot,
verschillende hoogtes; letters die op elkaar lijken, krijgen verschillende hoogtes om deze ieder een eigen karakter mee te geven,
i. hogere x-hoogte; de hoogte van letters is – vergeleken met de breedte – vergroot.
5.14.
Microsoft betwist dat de door Dyslexiefont aangevoerde kenmerken voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen. Microsoft heeft onderzoeken overgelegd waaruit zou volgen dat juiste déze kenmerken die het Dyslexiefont noemt kenmerkend zijn voor dyslexielettertypen in het algemeen, daarom technisch bepaald zijn en dus niet auteursrechtelijk beschermd.
[naam 1] heeft op de zitting verklaard dat dit functionele doel nog niet bekend was toen hij dit lettertype ontwierp in 2008. [naam 1] heeft verklaard dat hij voor zijn afstudeeropdracht voor de kunstacademie dit lettertype heeft ontworpen, tegen de – dat op moment geldende – regels voor typografie in en gebaseerd op zijn eigen handschrift en zijn ervaring als dyslect bij de leesbaarheid. Daardoor kan worden geoordeeld dat er creatieve keuzes zijn gemaakt bij het ontwerpen van dit lettertype. De kenmerken die maken dat het lettertype beter leesbaar is voor dyslectici, waren gelet op de afwijking van de regels van de typografie, op dat moment een creatieve keuze. Die creatieve keuzes dienden ook een functioneel doel, namelijk de betere leesbaarheid van teksten voor dyslectici, maar dat was toen nog niet bekend. Deze creatieve keuzes zijn daarna kennelijk breed gevolgd, gelet op het aantal onderzoeken van ná 2008 over de verschillende kenmerken die zijn ontwerp omvat. Microsoft heeft geen voorbeelden overgelegd van onderzoeken van dyslexielettertypen van vóór 2008. Dus het uitgangspunt is dat [naam 1] de eerste was die dit bedacht en daarmee is het dyslexie font een auteursrechtelijk beschermd werk.
5.15.
[naam 1] is als maker van het werk de auteursrechthebbende. [naam 1] is echter geen partij in deze procedure. Dyslexiefont heeft aangevoerd dat zij auteursrechthebbende is omdat zij het lettertype mag gebruiken en de website exploiteert. De rechtbank begrijpt het standpunt van Dyslexiefont zo dat uit de exploitatie door Dyslexiefont en het feit dat [naam 1] [functie] is van Dyslexiefont, Dyslexiefont de auteursrechten onder licentie van [naam 1] heeft verkregen en onder deze licentie sub-licenties mag uitgeven.
5.16.
De vier medewerkers van Microsoft hebben rechtmatig gebruik gemaakt van het lettertype omdat zij een licentie hebben afgenomen en de gevraagde vergoeding aan Dyslexiefont hebben betaald. De rechtbank oordeelt dat Microsoft verder geen inbreuk heeft gemaakt op dit auteursrecht van Dyslexiefont. Microsoft heeft namelijk voldoende toegelicht (in het kader van haar betwisting) dat het lettertype alleen door deze vier medewerkers van Microsoft is aangeschaft en gedownload op de C-schijf van hun computers. De heer [naam 8] (software asset manager bij Microsoft) heeft op de zitting verklaard dat het dyslexie font niet op andere computers van medewerkers bij Microsoft is aangetroffen. In het licht van deze toelichting door Microsoft heeft Dyslexiefont onvoldoende gesteld en onderbouwd dat het lettertype door (iemand anders van) Microsoft openbaar is gemaakt. Dyslexiefont heeft gesteld dat zij niet kan controleren wat er na het downloaden met het dyslexie font gebeurt, maar dat is in dit kader onvoldoende. Er is geen enkele aanwijzing dat Microsoft het lettertype zonder toestemming openbaar heeft gemaakt.
5.17.
Dit betekent dat (alhoewel) Dyslexiefont wel het auteursrecht (onder licentie) heeft op het auteursrechtelijke beschermde lettertype, de subsidiaire vorderingen niet toewijsbaar zijn omdat er geen sprake is van een inbreuk op het auteursrecht.
5.18.
De vorderingen van Dyslexiefont worden in het geheel afgewezen.
5.19.
Microsoft vordert vergoeding van de redelijke en evenredige kosten op de voet van artikel 1019h Rv. Beide partijen gaan uit van toepasselijkheid van artikel 1019h Rv voor het auteursrechtelijk deel van de vordering. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Voor de vaststelling van een proceskostenveroordeling op grond van artikel 1019h Rv wordt aangesloten bij de Regeling Indicatietarieven in IE-zaken rechtbanken (hierna: de Indicatietarieven).
5.20.
Microsoft heeft ook aangevoerd dat in deze zaak sprake is sprake van een zogeheten gemengde grondslag, omdat primair een beroep is gedaan op een verbintenisrechtelijke grondslag en subsidiair op het auteursrecht. Microsoft heeft aangevoerd dat 50% betrekking heeft op de primaire, niet-IE, grondslag en 50% op de subsidiaire grondslag die wel ziet op (het verweer op) de handhaving van IE-rechten. Dyslexiefont heeft hierover geen standpunt ingenomen. De rechtbank gaat mee in de 50/50-verdeling.
5.21.
Voor de toepassing van artikel 1019h Rv zal de rechtbank de indicatietarieven voor IE-zaken hanteren en de zaak kwalificeren in de categorie ‘normaal’, waarvoor een maximum tarief geldt van € 17.500. Het door Microsoft gespecificeerde bedrag aan proceskosten gaat dit bedrag te boven, daarom gaat de rechtbank uit van het maximumbedrag. Op basis van de 50/50-verdeling is dit € 8.750 en omdat Dyslexiefont voor een deel wel gelijk heeft gekregen (het werk is wel auteursrechtelijk beschermd en zij is auteursrechthebbende), zal Dyslexiefont maar 30% hiervan aan Microsoft moeten betalen, wat neerkomt op een bedrag € 2.625,-. Voor de overige 50% zal het liquidatietarief worden toegepast.
5.22.
De proceskosten van Microsoft worden begroot op:
- griffierecht
|
€
|
5.737,00
|
|
- salaris advocaat IE-deel
- salaris advocaat niet-IE-deel
|
€
€
|
2.625,00
3.502,00
|
(30% van 50% van € 17.500)
(50% van 2 punten × € 3.502,00)
|
- nakosten
|
€
|
178,00
|
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
|
Totaal
|
€
|
12.042,00
|
|