Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2024:683

Rechtbank Amsterdam
07-02-2024
09-02-2024
C/13/736635 / HA ZA 23-649
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Vattenfall krijgt facturen die zij stuurde aan een glastuinder niet betaald.

Rechtspraak.nl
NTHR 2024/22, p. 67

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht

Zaaknummer: C/13/736635 / HA ZA 23-649

Vonnis van 7 februari 2024

in de zaak van

VATTENFALL SALES NEDERLAND N.V.,

te Amsterdam,

eisende partij,

hierna te noemen: Vattenfall,

advocaat: mr. M.H. Gardien te Rotterdam,

tegen

[gedaagde partij] ,

te [woonplaats] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde partij] ,

advocaat: mr. S. Süzen te Rotterdam.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 20 juni 2023 met producties,

- de incidentele conclusie van eis tot oproeping in vrijwaring tevens conclusie van antwoord met producties,

- de conclusie van antwoord in incident,

- het vonnis in incident van 11 oktober 2023,

- het tussenvonnis van 8 november 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,

- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 januari 2024 met de daarin genoemde stukken.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde partij] exploiteert sinds 2007 een glastuinbedrijf. Hij verbruikt ongeveer 50.000 m3 aan gas per jaar.

2.2.

Op 12 januari 2022 heeft een kennis van [gedaagde partij] , de heer [naam 1] , die een eigen bedrijf heeft genaamd [naam bedrijf] , (hierna: [naam 1] ) een e-mail gestuurd naar zijn accountmanager bij Vattenfall, [naam 2] (hierna: [naam 2] ). Hierin staat onder andere het volgende:

“(…)

zoals telefonisch gesproken zend ik de gegevens van mijn vriend die graag klant wilt worden

agrarisch loonbedrijf [gedaagde partij]

(…)

contac gegevens

[gedaagde partij]

06(…)

[e-mailadres]

aansluit adres voor gas

[adres]

2.3.

Diezelfde dag heeft [naam 2] aan [naam 1] gevraagd wat het jaarvolume van [gedaagde partij] is, omdat hij geen kleine aanvragen doet. [naam 1] heeft daarop geantwoord dat het gaat om grootverbruik in de tuinbouw en dat het jaarvolume 240.000 m3 bedraagt met een capaciteit van 145 m3 per uur. Vervolgens heeft [naam 2] een aantal vragen gesteld, waarachter [naam 1] zijn antwoord heeft genoteerd:

“(…)

Looptijd? Tim dec 2022

Handelsplatform? Ja wel noodzakelijk

Uurdata beschikbaar? Ja is beschikbaar

(…)”

2.4.

Vervolgens hebben [naam 1] en [naam 2] gemaild over de ingangsdatum, die zij na gezamenlijk overleg hebben vastgesteld op 1 februari 2022. De leveringsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023 tussen Vattenfall en [gedaagde partij] is door [gedaagde partij] ondertekend op 27 januari 2022. Het contractvolume is vastgesteld op 268.535 m3 per jaar. In de leveringsovereenkomst staat over het handelsplatform onder andere het volgende:

“(…)

Met het HandelsPlatform Plus geven wij u online via ons handelsplatform inzicht in uw eigen verbruik en de tarieven op LEBA Day Ahead Index (LEBA), Over-The-Counter (“OTC”, trader prijzen) en de ICE Endex. U kiest zelf voor welke periode (jaar, kwartaal of maand) u inkoopt of verkoopt. Verkopen van volumes is alleen mogelijk indien u eerder ingekochte volumes exclusief wenst terug te verkopen aan Vattenfall. De in- en/of verkopen die door u worden gedaan voorafgaand aan de fysieke levering zijn niet aan te merken als fysieke leveringen. Het doel van deze in- en/of verkopen is om u de mogelijkheid te geven om invloed uit te oefenen op de uiteindelijk te realiseren contractprijs voor het te leveren volume (hierna: Volume) welke u bij Vattenfall gaat afnemen.

(…)

Na de fysieke levering zullen wij het verschil tussen de daadwerkelijke afname en het vooraf ingekochte volume afrekenen tegen LEBA dagprijzen prijzen. Dit werkt als volgt:

Wanneer u meer volume afneemt dan het vooraf ingekochte Volume wordt het verschil ten opzichte van de werkelijke afname afgerekend op basis van de dagelijkse LEBA Day Ahead Index plus de Daggasopslag.

Wanneer u minder Volume afneemt dan het vooraf ingekochte Volume wordt het verschil ten opzichte van de werkelijke afname afgerekend op basis van de dagelijkse LEBA Day Ahead Index min de Daggasopslag.

(…)

U mag niet meer inkopen dan u gecontracteerde jaarafname in combinatie met de max van uw totaal gecontracteerde capaciteit. (…)”

2.5.

In de bijlage bij de leveringsovereenkomst heeft [gedaagde partij] ingevuld wie namens zijn onderneming mag handelen. Hij heeft dat als volgt gedaan:

“(…)

Wie handelt namens uw organisatie?

Vul de gegevens in van minimaal één, maximaal twee medewerkers die bevoegd zijn voor het doen van transacties via het handelsplatform.

Eerste tekenbevoegde

Voor- en achternaam: [gedaagde partij]

E-Mail: [e-mailadres]

Mobiel nummer: 06(…)

Tweede tekenbevoegde

Voor- en achternaam:

E-Mail:

Mobiel nummer:

(…)

Mijn Vattenfall Zakelijk

(…)

Wie krijgt er binnen uw organisatie toegang:

Voor- en achternaam: [gedaagde partij]

E-Mail: [e-mailadres]

(…)”

2.6.

Vattenfall heeft [naam 1] aan het account van [gedaagde partij] gekoppeld als adviseur. Daardoor kon [naam 1] met zijn eigen inloggegevens namens [gedaagde partij] transacties verrichten op het handelsplatform. [naam 1] heeft dat in ieder geval acht keer gedaan. [gedaagde partij] heeft van die transacties bevestigingse-mails ontvangen op 14, 22, 26, 29 en 30 september 2022, 17 en 20 oktober 2022 en 8 november 2022. De e-mails zagen er als volgt uit, waarbij de e-mail van 8 november 2022 als voorbeeld wordt genomen:

“(…)

Subject: Termijntransactie(s) [gedaagde partij] 08-11-2022 11:36

[gedaagde partij] ( [naam bedrijf] , 06(…)) heeft de volgende termijntransactie(s) ( [nummer 1] ) geplaatst ter waarde van EUR 114.468,75.

Gas, Baseload, Start: 01-12-2022 Einde: 31-12-2022, Week, Verkoop, 1,0996 EUR/m3, 140 m3/h, 104.105 m3, EUR 114.468,75, Gas Plus 01-01-2022 – 01-01-2023.”

2.7.

Vattenfall heeft diverse facturen gestuurd naar [gedaagde partij] . Hierop staat dat het gaat om het product “HANDELSPLATFORM GAS PLUS”. Onderstaande facturen zijn onbetaald gebleven:

Soort

Factuurnummer

Factuurdatum

Leveringsperiode

Volume

Bedrag incl. BTW

Maandfactuur

[nummer 2]

23/12/22

1/10/22 – 31/10/22

342 m3

€ 19.491,27

Maandfactuur

[nummer 3]

30/12/22

1/11/22 – 30/11/22

409 m3

€ 113.608,79

Slotafrekening

[nummer 4]

31/03/23

1/12/22 – 31/12/22

529 m3

€ 101.401,53

Totaal

€ 234.501,59

3 Het geschil

3.1.

Vattenfall vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde partij] veroordeelt tot betaling van

  1. € 234.501,59 vermeerdert met wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de facturen, of vanaf de dagvaarding,

  2. primair € 4.670,02, subsidiair € 2.947,51 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerdert met wettelijke rente vanaf de dagvaarding,

  3. de proceskosten, vermeerdert met wettelijke handelsrente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis, en de nakosten.

3.2.

[gedaagde partij] voert verweer. [gedaagde partij] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Vattenfall, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Vattenfall in de kosten van deze procedure.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Vattenfall heeft betaling gevorderd van facturen. Deze vloeien voort uit de leveringsovereenkomst tussen Vattenfall en [gedaagde partij] . [gedaagde partij] heeft erkend een leveringsovereenkomst met Vattenfall te hebben gesloten via [naam 1] . Dit omdat zijn kennis [naam 1] goed contact had met zijn accountmanager bij Vattenfall en [gedaagde partij] de Nederlandse taal niet goed machtig is. [gedaagde partij] voert aan dat hij een simpel contract voor de levering van gas wilde en niet wilde handelen in gas. Dat in de leveringsovereenkomst ook toegang tot het handelsplatform van Vattenfall is overeengekomen heeft hij niet begrepen. Hij wist niets van de transacties en heeft [naam 1] nooit een volmacht verleend om namens hem transacties te verrichten. Hij is niet gebonden aan de transacties en hoeft daar dus ook niet voor te betalen, aldus [gedaagde partij] .

4.2.

Vattenfall heeft aangevoerd dat [naam 1] gevolmachtigd was om die transacties namens [gedaagde partij] te doen, althans dat Vattenfall dat redelijkerwijs mocht aannemen, waardoor [gedaagde partij] gehouden is de facturen te betalen. [naam 1] is ook als adviseur aan het account van [gedaagde partij] gekoppeld, waardoor hij namens [gedaagde partij] te kon handelen.

4.3.

Tussen partijen is niet in geschil dat de facturen waarvan Vattenfall betaling vordert voortvloeien uit transacties op het handelsplatform die door [naam 1] zijn gedaan. De kern van de zaak gaat dus over de vraag of er (1) een volmacht is verleend door [gedaagde partij] aan [naam 1] voor het doen van transacties op het handelsplatform en, zo niet, (2) of [gedaagde partij] dan de schijn van volmachtverlening in de zin van artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) heeft gewekt dan wel kan worden toegerekend.

Volmacht

4.4.

Een volmacht kan uitdrukkelijk of stilzwijgend worden verleend (artikel 3:61 lid 1 BW). Van een schriftelijke volmacht is hier in ieder geval geen sprake. In de overeenkomst tussen Vattenfall en [gedaagde partij] kon [gedaagde partij] een derde aanwijzen die namens hem mocht handelen, maar daar heeft hij geen gebruik van gemaakt. Er staat niemand genoemd in de overeenkomst, naast [gedaagde partij] zelf. Ook heeft Vattenfall geen andere schriftelijke volmacht overgelegd.

4.5.

Vattenfall heeft gesteld dat er toch sprake was van een (stilzwijgende) volmacht, hetgeen door [gedaagde partij] gemotiveerd is betwist. De volmacht voor het doen van transacties op het handelsplatform zou blijken uit het feit dat [naam 1] aan Vattenfall heeft medegedeeld dat er toegang tot het handelsplatform moest worden opgenomen in de leveringsovereenkomst toen hij vroeg om een contract voor [gedaagde partij] en uit het feit dat [naam 1] als adviseur aan het account van [gedaagde partij] is gekoppeld in de systemen van Vattenfall. Ook indien moet worden aangenomen dat, zoals Vattenfall heeft gesteld, een dergelijke koppeling alleen op verzoek van de klant wordt gemaakt, kan alleen [naam 1] daar om verzocht hebben. [gedaagde partij] heeft immers verklaard dat Vattenfall in het gehele traject van de totstandkoming van het contract geen enkele keer persoonlijk contact heeft gehad met hem en dat is door Vattenfall niet (voldoende gemotiveerd) weersproken.

Maar een mededeling van de pseudogevolmachtigde dat hij namens de achterman mag handelen en verzoekt een koppeling met zijn account te maken, is geen verklaring of gedraging van [gedaagde partij] waaruit Vattenfall had kunnen afleiden dat [gedaagde partij] aan [naam 1] een volmacht zou hebben verleend om namens hem in gas te handelen.

4.6.

Vattenfall heeft verder nog aangevoerd dat een stilzwijgende volmacht blijkt uit het feit dat [gedaagde partij] rond de transacties die door [naam 1] werden verricht inlogde op zijn eigen Vattenfall account. Dat kan geen toeval zijn, aldus Vattenfall. Maar ook uit de gestelde gelijktijdigheid kan niet worden afgeleid dat er een volmacht is verleend, want Vattenfall heeft niet onderbouwd dat [gedaagde partij] in zijn account heeft gekeken naar de handelstransacties. [gedaagde partij] heeft zelf betoogd dat hij zijn verbruik in de gaten wilde houden en beheren, hetgeen een logische verklaring is voor het vele inloggen. Energieverbruik is immers een grote kostenpost voor tuinders.

4.7.

Op basis van wat Vattenfall heeft gesteld kan niet worden geoordeeld dat [gedaagde partij] een volmacht heeft verstrekt aan [naam 1] voor het doen van transacties op het handelsplatform. [naam 1] was dus niet gevolmachtigd.

Schijn van volmachtverlening

4.8.

Artikel 3:61 lid 2 BW bepaalt dat een partij toch gebonden kan zijn aan een overeenkomst of rechtshandeling die door een niet-vertegenwoordigingsbevoegde is gesloten of verricht, indien op grond van een verklaring of gedraging van die partij en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht worden aangenomen dat een toereikende volmacht was verleend. Daarnaast kan op grond van vaste rechtspraak (bijvoorbeeld ECLI:NL:HR:2017:142) voor toerekening van de schijn van volmachtverlening plaats zijn, in geval de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening aan de pseudogevolmachtigde. Daarvoor moet sprake zijn van (bijkomende) feiten en omstandigheden die voor risico van de onbevoegd vertegenwoordigde komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid.

4.9.

Vattenfall heeft betoogd dat [gedaagde partij] de schijn van volmachtverlening heeft gewekt door niet te protesteren na ontvangst van de e-mails die naar zijn e-mailadres werden gestuurd ter bevestiging van de transacties die door [naam 1] waren verricht (zie 2.6). Hoewel een nalaten een gedraging is die kan leiden tot schijn van volmachtverlening, is het uitblijven van een reactie op die e-mails in dit geval op zichzelf niet voldoende. Vattenfall was er immers van op de hoogte dat [gedaagde partij] de Nederlandse taal niet goed machtig is, zoals de incassomedewerker van Vattenfall ter zitting heeft bevestigd. Dat was immers volgens Vattenfall de door [naam 1] aan haar meegedeelde reden waarom hij voor [gedaagde partij] een leveringsovereenkomst met Vattenfall mocht sluiten. Het betoog van Vattenfall dat [gedaagde partij] de e-mails begreep en dus daar had kunnen zien en begrijpen dat er namens hem werd gehandeld, snijdt dus geen hout, laat staan dat zij uit het uitblijven van protest tegen die e-mails redelijkerwijs had mogen afleiden dat er een toereikende volmacht aan [naam 1] was verleend. Daar had Vattenfall overigens al aan behoren te twijfelen op het moment dat in het contract niemand anders dan [gedaagde partij] als vertegenwoordigingsbevoegde werd aangewezen. Dit is de enige uiting van [gedaagde partij] zelf richting Vattenfall geweest en stond haaks op de mededelingen die [naam 1] daarover aan Vattenfall had gedaan. Niet is in te zien waarom Vattenfall op dat moment geen navraag heeft gedaan bij [gedaagde partij] .

4.10.

Concluderend heeft [gedaagde partij] dus geen verklaring of gedraging geuit op basis waarvan Vattenfall redelijkerwijs een volmacht voor [naam 1] mocht aannemen. Ook zijn er geen omstandigheden gesteld die voor risico van [gedaagde partij] komen waardoor toerekening van schijn van volmachtverlening kan worden geconcludeerd. Van schijn van volmachtverlening is dus evenmin sprake en [gedaagde partij] is daarom niet gebonden aan de transacties die door [naam 1] zijn verricht. De vordering van Vattenfall wordt afgewezen.

Proces- en nakosten

4.11.

Vattenfall is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagde partij] als volgt vastgesteld:

- griffierecht

2.277,00

- salaris advocaat

5.428,00

(2,00 punten × € 2.714,00)

- nakosten

178,00

Totaal

7.883,00

5 De beslissing

De rechtbank

5.1.

wijst de vorderingen van Vattenfall af,

5.2.

veroordeelt Vattenfall in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde partij] tot dit vonnis vastgesteld op € 7.883,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, en te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening indien Vattenfall hier niet tijdig aan voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

5.3.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.M. Visser, rechter, bijgestaan door mr. L. Schwalb, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.