2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 12 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, op de Troelstralaan, in elk geval op of aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een polshorloge (merk Casio) en/of een telefoon (type iPhone), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door eenmaal of meermalen
- voornoemde [slachtoffer 1] in te sluiten en/of te omsingelen en/of
- aan voornoemde polshorloge te trekken en/of te rukken en/of
- op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of de buik, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] , te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen;
(art. 310 en 312, lid 1, Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 12 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten, op de Troelstralaan, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere perso(o)n(en), te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , door eenmaal of meermalen
- voornoemde [slachtoffer 2] in te sluiten en/of te omsingelen en/of
- op/tegen het gezicht en/of de kaak en/of het (achter)hoofd, in elk geval tegen het lichaam
van voornoemde [slachtoffer 2] , te slaan en/of te stompen en/of
- voornoemde [slachtoffer 3] in te sluiten en/of te omsingelen en/of
- op/tegen het gezicht en/of (achter)hoofd en/of de zij en/of buik en/of borst en/of rib(ben),
in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 3] , te slaan en/of te stompen
en/of knietjes te geven;
(art. 141, lid 1, Wetboek van Strafrecht)
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
1.
op 12 september 2021 te Amsterdam, op of aan de openbare weg, een polshorloge (merk Casio) en een telefoon (type iPhone), die aan [slachtoffer 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door aan voornoemd polshorloge te trekken;
2.
op 12 september 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , door
- tegen het gezicht en de kaak en het (achter)hoofd van voornoemde [slachtoffer 2] te slaan en
- tegen het hoofd en tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 3] te slaan en knietjes
te geven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
12 Beslissing
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 13.178711-20.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
1.
Diefstal vergezeld van geweld gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg (ten aanzien van het horloge)
en
diefstal; (ten aanzien van de telefoon);
2.
Het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 8 maanden.
Bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (en voorlopige hechtenis) is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1 STK Horloge, zilverkleurig, merk: Cartier, met goednummer 6097786.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van
€ 870,07 (achthonderdzeventig euro en zeven cent) aan vergoeding van materiële schade en van € 1.100,- (éénduizendéénhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, beide te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 12 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van
€ 348,78 (driehonderdzeventig euro en achtenzeventig cent) aan vergoeding van materiële schade en van € 1.000,- (éénduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, beide te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 12 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van de toegewezen bedragen aan voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] .
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, beide tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 1.970,07 (éénduizendnegenhonderdzeventig euro en zeven cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 12 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 29 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat
€ 1.348,78 (éénduizenddriehonderdachtenveertig euro en zevenentachtig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 12 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 23 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover door en/of namens de verdachte aan één van de betalingsverplichtingen aan een benadeelde partij heeft voldaan, de daarmee corresponderende betalingsverplichting aan de Staat is vervallen en dat andersom hetzelfde geldt.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. G. Demmink en S. Houtman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.L. Slaats, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 november 2024.