Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2024:8473

Rechtbank Amsterdam
20-12-2024
21-01-2025
10555473 CV EXPL 23-8565
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Advocatendeclaratie, eindvonnis na akte van de advocaat die stelt dat het prijsbeding wel eerlijk is gelet op het resultaat dat is behaald door zijn werkzaamheden. Dit argument speelt echter geen rol bij de beoordeling of het beding eerlijk is. Het gaat immers om de omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Beding wordt vernietigd zodat voor de tweede opdracht die gedaagde aan de advocaat gaf niet hoeft te worden betaald.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 10555473 CV EXPL 23-8565

vonnis van: 20 december 2024

fno.: 364

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] B.V.

gevestigd te [vestigingsplaats]

eiseres, nader te noemen: [eiseres]

gemachtigde: mr. N. Broek

t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde, nader te noemen: [gedaagde]

niet verschenen.

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 26 juli 2024 is een tweede tussenvonnis gewezen, ter uitvoering waarvan [eiseres] een akte heeft ingediend.

Daarna is opnieuw een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Beoordeling

  1. In het tussenvonnis is overwogen dat het prijsbeding van de tweede overeenkomst van opdracht die partijen hebben gesloten, oneerlijk was en dat daarom het voornemen bestond om dit beding te vernietigen. Daardoor zal de (tweede) opdrachtovereenkomst tussen partijen geheel vervallen. [eiseres] mocht zich hierover eerst nog uitlaten.

  2. [eiseres] heeft bij akte gesteld dat door het beding het evenwicht tussen de rechten en plichten niet aanzienlijk ten nadele van [gedaagde] is verstoord omdat dankzij de rechtsbijstand van [eiseres] aan [gedaagde] een bedrag is uitbetaald van € 155.000,-. Gezien het zaakresultaat is een eventuele verstoring van het evenwicht bovendien niet in strijd met de goede trouw en het oordeel dat het prijsbeding oneerlijk is, in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

  3. De argumenten die [eiseres] naar voren brengt zijn gestoeld op het door haar behaalde resultaat. Het (uiteindelijke) resultaat van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd speelt echter geen rol bij de beoordeling of het prijsbeding oneerlijk is of niet. Voor die beoordeling moet immers worden gekeken naar alle omstandigheden rond en ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Of de opdracht uiteindelijk voor de opdrachtgever een positief of negatief resultaat oplevert is daarom niet van belang bij de weging of een beding eerlijk is. Het gaat erom dat [gedaagde] bij het aangaan van de (tweede) opdracht voldoende inzicht had in de financiële verplichting die hij aanging en waaraan hij gebonden was, ongeacht of met de werkzaamheden van [eiseres] (een voor hem positief) resultaat zou worden geboekt. De toelichting van [eiseres] leidt dan ook niet tot een ander oordeel. Het prijsbeding wordt daarom vernietigd, wat tot gevolg heeft, zoals in het tussenvonnis van 26 juli 2024 is overwogen, dat de (tweede) overeenkomst van opdracht vervalt. [gedaagde] is het in rekening gebrachte bedrag voor de tweede opdracht daarom niet verschuldigd, zodat dat deel van de vordering wordt afgewezen.

  4. In het tussenvonnis van 26 juli 2024 is verder overwogen dat het bedrag van de eerste opdracht wel toewijsbaar is, op de kantoorkosten van € 180,- na. In de overgelegde algemene voorwaarden, die volgens van [eiseres] van toepassing zijn op de (beide) overeenkomsten, zijn geen bedingen opgenomen die zien op rente of buitengerechtelijke kosten, zodat toetsing op eerlijkheid niet aan de orde is. De buitengerechtelijke kosten worden niettemin afgewezen nu voor een te hoog bedrag ia aangemaand. De rente over het (restant)bedrag van de eerste overeenkomst van opdracht is toewijsbaar, zij het vanaf de dag van dagvaarding nu niet is gebleken dat [eiseres] vóór 19 januari 2023 de rente op juiste wijze heeft aangezegd.

  5. Gelet op de uitkomst van de procedure worden de proceskosten gecompenseerd, in die zin dat partijen elk de eigen kosten dragen.

BESLISSING

De kantonrechter:

veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van € 605,- aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de voldoening;

compenseert de proceskosten, in die zin dat elk van de partijen de eigen kosten draagt;

verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2024 in tegenwoordigheid van mr. T.C. van Andel, griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.