Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2025:1022

Rechtbank Amsterdam
19-02-2025
23-06-2025
AMS 24/4475
Bestuursrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Bezwaar tegen een tiental beschikkingen van 2018-2023 niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. Verweerder heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, omdat de gemachtigde van eiser vanaf de dag dat hij zich als civiele advocaat van eiser heeft gesteld, niet zo spoedig mogelijk als dit redelijkerwijs kon worden verlangd bezwaar heeft gemaakt tegen de beschikkingen. Anders dan verweerder meent, is de rechtbank van oordeel dat van een advocaat die zich stelt in een civiele procedure niet zonder meer verwacht kan worden om bedacht te zijn op mogelijke lopende bestuursrechtelijke procedures en de bijbehorende bezwaar- en beroepstermijnen ten aanzien van hun cliënt. Het bezwaar is zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd, ingediend. Beroep gegrond.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 24/4475


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 februari 2025 in de zaak tussen


[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M.I. L'Ghdas),

en

het CAK, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Inleiding

1.1.

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet-ontvankelijk verklaren van zijn bezwaar tegen een tiental beschikkingen van verweerder die zien op de aan hem opgelegde hoge eigen bijdrages voor de zorg die eiser in een instelling krijgt.

1.2.

Met de primaire besluiten van 12 januari 2018, 6 december 2018, 14 januari 2019, 7 juni 2019, 20 januari 2020, 1 mei 2020, 21 januari 2021, 8 september 2021, 14 januari 2022 en 13 januari 2023 heeft verweerder een hoge eigen bijdrage voor beschermd wonen vanuit de Wmo 20151 vastgesteld (hierna: de beschikkingen). Eiser heeft een bezwaarschrift van 11 maart 2024 ingediend. Verweerder heeft dit bezwaarschrift op
28 maart 2024 ontvangen.

1.3.

Met het bestreden besluit van 20 juni 2024 heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen de beschikkingen niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. Verweerder heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, omdat de gemachtigde van eiser vanaf de dag dat hij zich als civiele advocaat van eiser heeft gesteld, namelijk op 6 december 2023, niet zo spoedig mogelijk als dit redelijkerwijs kon worden verlangd bezwaar heeft gemaakt tegen de beschikkingen.

1.4.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep op 14 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de vraag of verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.

3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Dit betekent dat verweerder opnieuw, en nu inhoudelijk op het bezwaar van eiser moet beslissen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

4. In geschil is of de termijnoverschrijding van eiser verschoonbaar is.

5. Anders dan verweerder meent, is de rechtbank van oordeel dat van een advocaat die zich stelt in een civiele procedure niet zonder meer verwacht kan worden om bedacht te zijn op mogelijke lopende bestuursrechtelijke procedures en de bijbehorende bezwaar- en beroepstermijnen ten aanzien van hun cliënt. De gemachtigde van eiser heeft op zitting toegelicht dat hij op 6 december 2023 nog niet op de hoogte was van de inhoud van de beschikkingen en dat hij deze pas op 6 maart 2023 desgevraagd van de advocaat van verweerder in de civiele procedure heeft ontvangen. Vervolgens heeft hij eiser in overweging gegeven om bestuursrechtelijk bezwaar te maken tegen de beschikkingen, waarna eiser hem daarvoor opdracht heeft gegeven. Verweerder heeft het bezwaar op
28 maart 2023 ontvangen, dat is binnen een termijn van zes weken nadat de gemachtigde van eiser op 6 maart 2023 de beschikkingen had ontvangen. Dit betekent dat het bezwaar zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd, is ingediend, dat eiser in dit geval niet verwijtbaar te laat is en redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat hij in verzuim is geweest.2 Een termijn van zes weken sluit aan bij de wettelijke bezwaartermijn en in eerder aangehaalde uitspraak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitdrukkelijk afstand genomen van de vroeger gehanteerde termijn van twee weken.

6. De beroepsgrond slaagt.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit in strijd met artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht is genomen. Dit betekent dat eiser gelijk krijgt. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten of zelf een beslissing te nemen. Ook draagt de rechtbank niet aan verweerder op om het gebrek te herstellen met een ander besluit (een zogenoemde bestuurlijke lus). Dit omdat deze zaak tot nu toe alleen ging over de ontvankelijkheid van het bezwaar.

7.1.

De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat verweerder een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank geeft verweerder hiervoor zes weken.

7.2.

Omdat het beroep gegrond is, moet verweerder het griffierecht aan eiser vergoeden en krijgt eiser ook een vergoeding van zijn proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.814,- omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit van 20 juni 2024;

- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;

- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiser moet vergoeden;

- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eiser.

Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Doets, rechter, in aanwezigheid van mr. C. Simonis, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2025.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

2 Zie de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 30 januari 2024, ECLI:NL:CBB:2024:31.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.