Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2025:1186

Rechtbank Amsterdam
25-02-2025
02-06-2025
24/6500
Bestuursprocesrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

De rechtbank stelt eiser in het gelijk. De gemeente heeft niet voldoende onderbouwd waarom zij de aanvraag van eiser om een gesloten buitenwagen heeft afgewezen. De rechtbank geeft de gemeente daarom de opdracht een nieuw besluit te nemen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 24/6500


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 februari 2025 in de zaak tussen


[eiser] , uit Amsterdam, eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder (hierna: de gemeente)

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Conclusie

1. De rechtbank stelt eiser in het gelijk. De gemeente heeft niet voldoende onderbouwd waarom zij de aanvraag van eiser om een gesloten buitenwagen heeft afgewezen. De rechtbank geeft de gemeente daarom de opdracht een nieuw besluit te nemen. De rechtbank legt hieronder uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.

Wat is de aanleiding voor deze rechtszaak?

2.

2.1.

Eiser is bekend met bepaalde infectieziekten en ziekten van het botspierstelsel en bindweefsel, waaronder een progressieve reumatische aandoening. Hierdoor ervaart hij buitenshuis mobiliteitsbeperkingen. De gemeente heeft hem in het kader van een eerdere aanvraag een elektrische driewielfiets als maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 20151 toegekend. Omdat eiser echter bij koud of mild weer en bij langere afstanden aanhoudende beperkingen ondervindt, heeft hij bij de gemeente wederom een aanvraag gedaan voor een gesloten buitenwagen.

2.2.

De gemeente heeft de aanvraag van eiser afgewezen met een besluit van 3 juli 2024, gehandhaafd met een besluit op bezwaar van 23 september 2024 (bestreden besluit). De gemeente baseert zich daarbij op een medisch advies van Argonaut van 26 juni 2024 (medisch advies). Argonaut stelt dat er geen medische noodzaak is voor gesloten buitenvervoer. Eiser kan voor de korte tot middellange afstanden gebruik maken van de al toegekende elektrische driewielfiets. Voor zover hij daarbij last heeft van de kou kan hij zich daartegen kleden. Voor de lange afstanden of bij slecht weer kan eiser gebruik maken van Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV). Omdat deze oplossingen goedkoper zijn, kent de gemeente geen gesloten buitenwagen toe.

2.3.

Eiser is het hier niet mee eens en startte daarom deze procedure bij de rechtbank. De gemeente heeft schriftelijk verweer gevoerd. De rechtbank heeft het beroep op 3. februari 2025 op zitting behandeld. Op de zitting was eiser, vergezeld door zijn zus, aanwezig. De gemachtigde van de gemeente heeft zich afgemeld.

Waarom is eiser het niet eens met het besluit van de gemeente?

3. Eiser vindt dat het onderzoek van de gemeente te summier is geweest en dat zijn beperkingen zijn onderschat. Hij heeft progressieve reumatische aandoeningen en daarnaast sinds april 2024 nieuwe klachten, zoals opgezwollen enkels, moeite met het bewegen van zijn tenen en (meer) moeite met lopen. De neuroloog vermoedt dat sprake is van neuropathie. Bij koud of zelfs mild weer heeft eiser bij gebruik van de elektrische driewielfiets last van tintelingen, kramp en pijn. Deze klachten houden ook enige tijd aan als hij weer binnen is. Eiser heeft geprobeerd zich warm te kleden, maar zelfs met meerdere handschoenen aan ervaart hij deze klachten. In de praktijk betekent dit dat eiser op veel dagen niet van de driewielfiets gebruik kan maken. Het toegekende AOV is niet voor alles een oplossing. Het is niet geschikt voor kleine afstanden en het vereist planning waardoor eiser niet spontaan ergens naar toe kan. Bovendien duurt een rit met het AOV heel lang waardoor hij niet op tijd op belangrijke afspraken komt. Eiser heeft een gesloten buitenwagen nodig zodat hij zijn vrijheid buitenshuis weer terugkrijgt.

Wat is het beoordelingskader?

4.

4.1.

Een betrokkene heeft volgens de regels die de gemeente hanteert pas recht op een gesloten buitenwagen als goedkopere alternatieven, zoals een fiets of scootmobiel, op medische gronden niet geschikt zijn. Betrokkene moet dus op grond van medische en functionele beperkingen op een gesloten buitenwagen zijn aangewezen.2

4.2.

Volgens vaste rechtspraak van de hoger beroepsrechter mag de gemeente zich bij het nemen van besluiten in zaken over de Wmo 2015 baseren op een medisch advies als dit zorgvuldig tot stand is gekomen, inzichtelijk is en begrijpelijk is gemotiveerd. Het is dan vervolgens aan de aanvrager om met medische stukken aannemelijk te maken dat het medisch advies niet klopt.3

Waarom krijgt eiser gelijk?

5. De gemeente heeft op basis van het medisch advies van Argonaut besloten dat er alternatieven zijn voor een gesloten buitenwagen die voldoende voorzien in de vervoersbehoefte van eiser, waaronder een al verstrekte elektrische driewielfiets en het AOV. Eiser heeft in beroep medische stukken overgelegd, waaronder een brief van een neuroloog van 29 oktober 2024 op basis waarvan de klachten die eiser sinds april 2024 heeft een vermoeden van polyneuropathie dan wel monomeuritis multiplex wordt uitgesproken. De rechtbank kan eiser vooralsnog volgen dat deze klachten en (voorlopige) diagnose relevant zijn voor de vraag of eiser (nieuwe) beperkingen ondervindt bij het zich buitenshuis verplaatsen, en dat deze stukken doen twijfelen of de conclusie dat er geen noodzaak is voor een gesloten buitenwagen kan worden gehandhaafd.

6. Omdat het medisch advies waarnaar het bestreden besluit verwijst, is gedateerd op 26 juni 2024, heeft de rechtbank de gemeente voorafgaand aan de zitting gevraagd of de overgelegde medische stukken aanleiding geven een nader advies van Argonaut te vragen. In een e-mailbericht van 29 januari 2025 heeft de gemachtigde van de gemeente geschreven dat zij met de indicatieadviseur van Argonaut heeft overlegd. Argonaut stelt zich op het standpunt dat de diagnoses van eiser bekend zijn en dat eind 2024 een nieuwe beoordeling heeft plaatsgevonden. Daarin is geconcludeerd dat er geen contra-indicatie is voor vervoer in de buitenlucht. De gemeente neemt dat standpunt over.

7. De rechtbank oordeelt dat het medisch advies van 26 juni 2024 en de in het e-mailbericht gegeven toelichting onvoldoende zijn om de twijfel aan de conclusie dat eiser niet is aangewezen op een gesloten buitenwagen weg te nemen. Daarbij is van belang dat in (de totstandkoming van) het medisch advies van 26 juni 2024 de toegenomen klachten die eiser ervaart niet kenbaar zijn betrokken. De gemeente heeft verder het medisch advies van eind 2024 niet overgelegd, zodat onduidelijk blijft in welke context, op basis van welke gegevens en op grond van welke vormen van onderzoek de adviseur van Argonaut tot het meest recente advies is gekomen. Het voorgaande betekent dat de het bestreden besluit onvoldoende is onderbouwd, in strijd met het motiveringsbeginsel.4

Wat zijn de vervolgstappen?

8. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. Vervolgens moet worden nagegaan welk gevolg daar aan moet worden gegeven. De rechtbank ziet geen mogelijkheid om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien omdat de rechtbank daarvoor niet over alle benodigde informatie beschikt. Volgens de jurisprudentie van de hogerberoepsrechter moet dan worden bezien of een formele of informele bestuurlijke lus een reële mogelijkheid is.5 Met een bestuurlijke lus krijgt de gemeente de gelegenheid een gebrek in de besluitvorming te herstellen. De rechtbank vindt echter dat de gemeente die gelegenheid al voldoende heeft gehad, gelet op de gang van zaken zoals onder 6 beschreven en het feit dat de gemeente haar standpunt op de zitting had kunnen toelichten, maar de gemachtigde van de gemeente zich daarvoor heeft afgemeld. De rechtbank bepaalt daarom met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb dat de gemeente binnen zes weken een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. Daarbij merkt de rechtbank op dat eiser ter zitting heeft verklaard dat hij op 4 februari 2025 een vervolgonderzoek heeft naar zijn klachten waarvan de resultaten op 11 februari 2025 bekend zullen worden. De rechtbank geeft de gemeente in overweging mee deze nieuwe informatie bij de besluitvorming te betrekken.

9. Omdat de rechtbank eiser in het gelijk stelt, moet de gemeente aan eiser het door hem betaalde griffierecht van € 51,- vergoeden. Er zijn verder geen proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De rechtbank

  • -

    verklaart het beroep gegrond;

  • -

    vernietigt het besluit van 23 september 2024;

  • -

    draagt de gemeente op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;

  • -

    draagt de gemeente op het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiser te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Hoogenboom, rechter, in aanwezigheid van

mr. M. de Groot, griffier.

Uitgesproken in het openbaar op 25 februari 2025.

De griffier is buiten staat te tekenen

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Algemene wet bestuursrecht

Artikel 3:46

Een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering.

Artikel 7:12

1. De beslissing op het bezwaar dient te berusten op een deugdelijke motivering, die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld. Daarbij wordt, indien ingevolge artikel 7:3 van het horen is afgezien, tevens aangegeven op welke grond dat is geschied.

Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015, versie van januari 2024

Artikel 4.1 Criteria maatwerkvoorziening algemeen

1. Bij het beoordelen van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening neemt het college het verslag van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3 als uitgangspunt.

2. Alle mogelijkheden van de cliënt om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit het sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene of andere voorzieningen zijn zelfredzaamheid of participatie te verbeteren of te regelen dat hij geen behoefte meer heeft aan maatwerkvoorzieningen, worden in het onderzoek beoordeeld.

3. Bij de beoordeling van de aanvraag hanteert het college in aanvulling op de voorgaande leden en met inachtneming van het beleidsplan op grond van artikel 2.1.2 van de wet in ieder geval de volgende criteria:

(…)

e. het college kent in beginsel de goedkoopst adequate voorziening toe;

(…)

4. Het college kan nadere regels stellen inzake de aard, inhoud en omvang van de te verstrekken maatwerkvoorzieningen en de toegang daartoe als bedoeld in dit hoofdstuk

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam juli 2024

4.10.6 Gesloten buitenwagen

a Productbeschrijving

Een gesloten buitenwagen is een speciaal voor gehandicapten ingericht overdekt voertuig, uitgerust met benzine- of elektromotor, dat niet breder is dan 1.10 meter. De gesloten buitenwagen mag op de rijbaan maximaal 45 km/uur en op het (brom)fietspad binnen de bebouwde kom 30 km/uur en daarbuiten 40 km/uur. Op voetpad en trottoir is de maximumsnelheid 6 km/uur. Er mag geen gebruik gemaakt worden van auto(snel)wegen. Provinciale wegen die ver boden zijn voor landbouwvoertuigen zijn ook verboden voor de gesloten buiten wagen. Een autorijbewijs of een bromfietscertificaat is niet nodig. Een gesloten buiten wagen biedt plaats aan maximaal drie personen, van wie er ten hoogste twee volwassen zijn. Zonder parkeerontheffing mag geparkeerd worden op een gehandicaptenparkeerplaats. Parkeren op het trottoir is toegestaan voor zover de vrije doorgang voor andere gebruikers niet wordt gehinderd. Het gaat hier om een vervoermiddel dat voorziet in de vervoersbehoefte op de korte afstand (vanaf 100 meter), in de directe omgeving van de eigen woning en op langere afstand (tot 30 kilometer). Overigens geldt voor de Wmo dat de voorziening wordt verstrekt ten behoeve van de vervoersbehoefte voor wat betreft sociaal vervoer in de directe woonomgeving. Dat met een gesloten buitenwagen verder kan worden gereden is een bijkomende eigenschap van de voorziening, maar geen grond voor de verstrekking. De voorziening kan gecombineerd worden met een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van dit vervoermiddel.

b Voorwaarden voor verstrekking

De persoon met beperkingen heeft objectief aangetoonde belemmeringen in de sta- en loopfunctie en ondervindt ten gevolge hiervan problemen bij het zich verplaatsen buitenshuis, zowel op de korte als op de langere afstanden. Het openbaar vervoer, collectief vervoer en/of andere verplaatsingsmiddelen (bijvoorbeeld fiets, taxi, scootmobiel) en een vervoerskostenvergoeding komen op medische gronden niet in aanmerking. De betrokkene moet op grond van medische en functionele beperkingen op een gesloten buitenwagen zijn aangewezen. Taxivervoer kan – praktisch gezien – niet als een adequate voorziening worden beschouwd en een combinatie van medische en functionele beperkingen moet tot de conclusie leiden dat er geen andere adequate oplossing voor het probleem is dan de gesloten buitenwagen. Uitgangspunt van deze voorziening is dat hiermee de in het kader van het leven van alledag noodzakelijke en voor de persoon met beperkingen zeer essentiële vervoersbehoefte kan worden ingevuld. Het betreft een vervoersbehoefte om sociaal maatschappelijk te kunnen participeren, die niet uitstelbaar en/of planbaar is.

1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

2 Zie de bijlage voor de van toepassing zijnde bepalingen.

3 Zie Centrale Raad van Beroep 6 februari 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:466, r.o. 2 en 4.2.

4 Dat beginsel is neergelegd in de artikelen 3:46 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

5 Zie CRvB 1 oktober 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3128, r.o. 4.12.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.