Uitspraken

De factuur bestaat uit twee onderdelen: (1) de vennootschapsbelastingaangifte en de jaarrekening, en (2) boekhoudkundige werkzaamheden buiten de omvang van de opdracht. Beide worden hierna afzonderlijk beoordeeld.

Vaststaat dat partijen zijn overeengekomen dat Lighthouse voor Telesto de vennootschapsbelastingaangifte en de jaarrekening zou verzorgen. Dit heeft Lighthouse gedaan. Telesto dient het overeengekomen tarief te betalen.

De overeenkomst vermeldt in het “Payment Schedule” € 425,00 (exclusief 21% btw) als tarief. De door Lighthouse gevorderde € 800,00 (exclusief 21% btw) voor deze dienstverlening is vermoedelijk gebaseerd op een overeenkomst tussen haar en een andere B.V. dan Telesto (productie 3 bij de dagvaarding). De kantonrechter wijst daarom slechts € 514,25, zijnde € 425,00 inclusief 21% btw, toe.

Omdat de verplichting tot betaling voortkomt uit een handelsovereenkomst, wijst de kantonrechter de wettelijke handelsrente toe met ingang van 4 januari 2024, de dag volgend op die waarop Telesto uiterlijk aan haar betalingsverplichting had moeten voldoen. De gevorderde reeds berekende rente van € 366,01 wordt in zoverre als hieronder begrepen gedeeltelijk toegewezen.

Lighthouse vordert daarnaast betaling van € 4.667,25 (exclusief 21% btw) voor door haar verrichte boekhoudkundige werkzaamheden buiten de omvang van de opdracht. Lighthouse stelt dat zij op grond van de overeenkomst kosten voor deze werkzaamheden in rekening mocht brengen, omdat Telesto haar geen degelijke boekhouding had verstrekt. Hierdoor moest Lighthouse zelf de boekhouding op orde brengen om de vennootschapsbelastingaangifte te kunnen doen en de jaarrekening op te stellen. Telesto voert aan dat zij geen akkoord heeft gegeven voor het verrichten van extra boekhoudkundige werkzaamheden.

Met betrekking tot werkzaamheden buiten de omvang van de opdracht bepalen artikel 2 en artikel 5 van de overeenkomst het volgende.

Lighthouse heeft op de zitting toegelicht dat volgens haar uit de correspondentie tussen partijen blijkt dat Telesto op de hoogte was van de boekhoudkundige werkzaamheden van Lighthouse en dat zij deze in opdracht van Telesto heeft uitgevoerd. De kantonrechter kan in deze correspondentie echter geen ondubbelzinnige opdracht van Telesto voor het verrichten van deze extra werkzaamheden lezen. Wel blijkt uit de correspondentie dat Lighthouse aangaf een specificatie van te verwachten kosten aan Telesto te zullen sturen. In zijn mail van 20 november 2023 schrijft de heer [naam] , accountant van Lighthouse en behandelaar van het dossier van Telesto, namelijk: “[o]nce we have more information we can provide an estimated fee for your approval.” Een nader bericht over de omvang van de extra werkzaamheden en de te verwachten kosten is echter uitgebleven. Onder die omstandigheden hoefde Telesto, naar het oordeel van de kantonrechter, niet te begrijpen dat Lighthouse al begonnen was met boekhoudkundige werkzaamheden en ieder uur in rekening werd gebracht (tegen een uurtarief van € 175).

De door Lighthouse overgelegde correspondentie tussen partijen suggereert weliswaar dat Lighthouse werk heeft uitgevoerd voor Telesto dat buiten de omvang van de oorspronkelijke overeenkomst valt, maar omdat uit dezelfde correspondentie niet kan worden afgeleid dat Telesto daarvoor opdracht heeft gegeven of instemde met extra kosten, kan de kantonrechter hiervoor geen vergoeding toewijzen. Lighthouse heeft ook niet duidelijk gemaakt waarom zij niet expliciet om toestemming voor deze werkzaamheden heeft gevraagd of waarom dat niet ‘practical and reasonable’ zou zijn, als bedoeld in het hierboven geciteerde artikel 2. Juist datgene wat het artikel beoogt, namelijk het voorkomen van misverstanden (to avoid any misunderstandings), heeft zich nu voorgedaan. De vordering tot betaling van € 4.667,25 (exclusief 21% btw) voor de boekhoudkundige werkzaamheden wordt daarom afgewezen. Hetzelfde geldt voor het btw-component van de totaal gefactureerde € 6.615,37 dat daarmee in rekening is gebracht.

Lighthouse vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De vordering van € 661,54 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 77,14 bij € 514,25 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom € 77,14 toe.

Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.