Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2025:1771

Rechtbank Amsterdam
13-03-2025
25-03-2025
C/13/757444 / HA RK 24-322
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Proceskostenveroordeling,Beschikking

Verzoeken tot verlof om over te gaan tot de executoriale verkoop van (in beslag genomen) rechten afgewezen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht

Zaaknummer / rekestnummer: C/13/757444 / HA RK 24-322

Beschikking van 13 maart 2024

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

NUEVA TIERRA FINANCE B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

verzoekende partij,

hierna te noemen: NTF,

advocaat: mr. A.A.H.J. Huizing,

tegen

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid

1. [verweerster 1] B.V.,
2. [verweerster 2] B.V.,

beiden gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verweersters,

hierna te noemen: afzonderlijk [verweerster 1] en [verweerster 2] en samen [verweersters] ,

advocaat: mr. M.N. van Dam,

3.
de stichting

THE WHITE MOUNTAIN STICHTING,
4. de coöperatie

MOENCH COÖPERATIEF U.A.,

beiden gevestigd te Amsterdam,

verweersters,

hierna te noemen: afzonderlijk de Stichting en Moench en samen Moench c.s.,

advocaat: mr. S.W. Vissink,

5 5. [belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

belanghebbende,

hierna te noemen: de deurwaarder,

niet verschenen.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de tussenbeschikking van 14 november 2024 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,

- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 januari 2025 en de daarin genoemde stukken,

- de op 6 februari 2025 binnengekomen brief van [verweersters] , met opmerkingen op het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 januari 2025.

1.2.

Daarna is bepaald dat vandaag een beschikking wordt uitgesproken.

2 De feiten

2.1.

NTF is een in Nederland gevestigde entiteit, die zich bezighoudt met het oprichten van, op enigerlei wijze deelnemen in, het besturen van en toezicht houden op ondernemingen en vennootschappen.

2.2.

[naam] (hierna: [naam] ) is zakenman en investeert in bedrijven. Hij is enig bestuurder en aandeelhouder van [verweerster 1] en [verweerster 2] .

2.3.

Op 21 september 2015 heeft NTF met [verweerster 1] een leningsovereenkomst gesloten op basis waarvan NTF een lening heeft verstrekt aan [verweerster 1] van USD 53.384.000,00 tegen een jaarlijks rentepercentage van 5,15%. [naam] stond borg voor terugbetaling van deze lening.

2.4.

De lening is verstrekt teneinde een belang te verwerven in de vennootschap naar Mexicaans recht Grupo Commercial e Industrial Marzam, S.A.P.I. de C.V. (hierna: Marzam), een distributeur van farmaceutische producten in Mexico.

2.5.

In 2015 heeft Moench in het kader van hetgeen onder 2.4 vermeld, een meerderheidsbelang van 50% + 1 aandeel in Marzam verkregen. Hiervoor heeft de Mexicaanse mededingingsautoriteit toestemming gegeven. De lidmaatschapsrechten in Moench zijn op enig moment eigendom geworden van [verweerster 2] . [naam] is CEO van Marzam.

2.6.

Bij amendment van 20 juli 2017 tussen NTF en [verweerster 1] is de leningsovereenkomst gewijzigd en heeft [naam] zich garant gesteld voor alle betalingen onder deze overeenkomst.

2.7.

Op 29 januari 2019 hebben NTF en [verweerster 1] een Termination Agreement gesloten waarin [verweerster 1] heeft erkend dat zij in totaal USD 63.488.320,91 (hoofdsom en boetes en rente) aan NTF verschuldigd is. NTF en [verweerster 1] kwamen verder overeen dat het verschuldigde bedrag uiterlijk 11 januari 2020 zou worden terugbetaald. Hierna wordt met de leningsovereenkomst bedoeld het geheel van overeenkomsten van 21 september 2015, 20 juli 2017 en 29 januari 2019.

2.8.

In 2019 hebben [verweerster 1] en [naam] een nieuwe vennootschappelijke structuur opgericht, met aan het hoofd de Stichting.

2.9.

Het uit hoofde van de leningsovereenkomst verschuldigde bedrag is niet aan NTF betaald. Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft NTF op 9 maart 2020 diverse beslagen gelegd ten laste van [verweerster 1] en [naam] .

2.10.

Op 23 juli 2020 hebben NTF, [verweerster 1] , [naam] , [verweerster 2] , de Stichting en Moench een Framework Agreement gesloten. Daarin hebben zij onder meer – op hoofdlijnen en voor zover hier van belang – het volgende afgesproken:

  • -

    [verweerster 1] en [naam] erkennen dat de vordering van NTF onder de leningsovereenkomst ten tijde van de Framework Agreement is opgelopen tot USD 68.637.301,62,

  • -

    [verweerster 2] vervangt [naam] als garant voor de leningsovereenkomst,

  • -

    [verweerster 2] , dat aanvankelijk 100% van de lidmaatschapsrechten in Moench hield, draagt deze lidmaatschapsrechten over aan de Stichting. Bij de Stichting worden twee onafhankelijke bestuurders benoemd die zich er voor zullen inspannen het meerderheidsbelang van Moench in Marzam te verkopen en de verkoopopbrengst aan te wenden om de schuldeisers, waaronder NTF te betalen,

  • -

    Indien het niet is gelukt het meerderheidsbelang van Marzam te verkopen, zullen de lidmaatschapsrechten in Moench uiterlijk 4 jaar na de Framework Agreement weer door de Stichting worden overgedragen aan [verweerster 2] (de zogenaamde Reversion),

  • -

    De termijn voor de Reversion Date loopt in beginsel 36 maanden na de datum van de Framework Agreement af, tenzij NTF besluit de termijn tot maximaal nog 12 maanden te verlengen.

2.11.

Op 14 december 2020 is een pandakte opgesteld ten behoeve van de toekomstige lidmaatschapsrechten van [verweerster 2] in Moench. Uit de artikelen 2.1 en 2.4 van de pandakte en de Framework Agreement volgt dat NTF een vorderingsrecht heeft ter zake de levering van de lidmaatschapsrechten van [verweerster 2] in Moench en alle daaraan verbonden rechten.

2.12.

Op 18 juli 2024 heeft Moehch een preferent lidmaatschapsrecht uitgegeven aan Latam Pharma Distribution Coöperatief U.A. (hierna: Latam). Over dit onderwerp is door [naam] en Latam enerzijds en de Stichting en Moench anderzijds geprocedeerd bij deze rechtbank. NTF is in die procedure tussengekomen. Op enig moment daarna is de procedure doorgehaald.

2.13.

De met de Framework Agreement beoogde verkoop van het meerderheidsbelang in Marzam heeft geen doorgang gevonden.

2.14.

Bij brief van 24 juni 2024 heeft NTF [verweerster 1] en [verweerster 2] gesommeerd om aan haar USD 54.505.595,10 te betalen. [verweerster 1] en [verweerster 2] hebben daaraan geen gehoor gegeven.

2.15.

Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft NTF op 2 juli 2024 diverse conservatoire beslagen gelegd ten laste van [verweerster 1] en [verweerster 2] .

2.16.

NTF heeft op 3 juli 2024 een notice letter aan [verweerster 1] en [verweerster 2] gestuurd en daarin aan [verweerster 2] medegedeeld dat zij voornemens is haar pandrecht op de lidmaatschapsrechten in Moench uit te oefenen zodra deze weer in het vermogen van [verweerster 2] zouden komen.

2.17.

In een procedure bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank, heeft NTF – samengevat – hoofdelijke veroordeling van [verweerster 1] en [verweerster 2] gevorderd tot betaling van USD 54.504.595,10, vermeerderd met rente en proceskosten. Bij vonnis van 6 augustus 2024 zijn [verweerster 1] en [verweerster 2] – samengevat – hoofdelijk veroordeeld tot betaling van voornoemd bedrag aan NTF, vermeerderd met rente en proceskosten. [verweerster 1] en [verweerster 2] hebben hoger beroep ingesteld tegen voornoemd vonnis.

2.18.

NTF is op 16 juli 2024 een bodemprocedure bij deze rechtbank gestart tegen [verweerster 1] en [verweerster 2] . NTF heeft in de bodemprocedure dezelfde vorderingen ingesteld als die het onderwerp waren van voornoemde kort geding procedure. De mondelinge behandeling in de bodemprocedure is gepland op 25 april 2025.

2.19.

NTF heeft op 22 juli 2024 conservatoir derdenbeslag gelegd ten laste van [verweerster 2] onder de Stichting. Het beslagexploot vermeldt – voor zover hier relevant – het volgende:

CONSERVATOIR BESLAG GELEGD :

op alle vorderingen die [verweerster 2] B.V. , op de derde voornoemd mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zullen verkrijgen, en op de aan de geëxecuteerde(n) toebehorende roerende zaken die onder de derde(n) mochten berusten en geen registergoederen zijn, meer speciaal doch niet uitsluitend het (toekomstig) vorderingsrecht op (de overdracht van) de lidmaatschapsrechten en/of deelnemingsrechten in Moench Coöperatief u.a. , zulks tot zekerheid van verhaal voor de vordering van verzoek(st)er (…)”

2.20.

Op 7 augustus 2024 heeft NTF het vonnis van 6 augustus 2024 betekend aan [verweerster 1] en [verweerster 2] . [verweerster 1] en [verweerster 2] hebben daarna niet voldaan aan hun verplichtingen jegens NTF uit hoofde van dat vonnis.

2.21.

Op 4 en 5 september 2024 zijn de hiervoor in 2.15 en 2.19 genoemde conservatoire beslagen omgezet in executoriale beslagen.

3 De verzoeken

3.1.

Na wijziging van haar verzoekschrift, verzoekt NTF – waar mogelijk samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:

  1. bepaalt dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de – hierna in 4.1 onder A en B omschreven – rechten kan worden overgegaan en op welke wijze en onder welke voorwaarden deze verkoop zal dienen plaats te vinden, met ontheffing van de voor de overdracht en vervreemding van de – hierna in 4.1 onder A en B te noemen – rechten voorgeschreven statutaire bepalingen,

  2. de deurwaarder, dan wel een door hem aan te wijzen vervanger verbonden aan hetzelfde kantoor, aanwijst als gerechtsdeurwaarder met executie belast,

  3. bepaalt dat de deurwaarder nadere regels kan vaststellen in het kader van een ordentelijk verkoop van het executietraject en de executie,

  4. [verweersters] en Moench c.s. veroordeelt hun volledige medewerking aan het executietraject, de verkoop en overdracht van de – hierna in 4.1 onder A en B omschreven – rechten in het bijzonder, te verlenen en te blijven verlenen, door onder meer – doch niet uitsluitend – het steeds op eerste verzoek van de deurwaarder onverwijld nakomen van de hiervoor in 3.1 onder c bedoelde nadere regels,

  5. [verweersters] en Moench c.s. veroordeelt althans beveelt om binnen tien dagen na de in deze te wijzen beschikking, afschrift verstrekt van de volgende bescheiden:

i. aandeelhoudersregister / ledenregister,

ii. jaarrekeningen van de afgelopen drie jaar,

iii. de meest recente opgestelde (concept)jaarrekening,

iv. maandrapportages van de afgelopen drie jaar,

v. de meest recente beschikbare maand- en kwartaalcijfers in Moench,

vi. de meest recente beschikbare maand- en kwartaalcijfers Marzam (als onderliggend, enig actief in Moench),

vii. belastingaangiften van de afgelopen drie jaar,

viii. budget voor het huidige jaar en prognose voor de komende drie jaar, inclusief de onderliggende details en assumpties,

ix. een overzicht en onderliggende stukken van eventuele claims en/of aansprakelijkheden,

x. een overzicht van de overige informatie die voor een koper van belang is bij het bepalen van de financiële positie van de rechtspersoon en de waarde van de – hierna in 4.1 onder A en B omschreven – rechten,

[verweersters] en Moench c.s. veroordeelt althans beveelt om binnen tien dagen na een verzoek daartoe van de deurwaarder afschrift te verstrekken van alle bescheiden die naar het oordeel van de deurwaarder voor de waardering en verkoop en overdracht van de – hierna in 4.1 onder A en B omschreven – rechten mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende Moench,

[verweersters] en Moench c.s. hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met rente.

3.2.

[verweersters] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de verzoeken van NTF, met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van NTF in de proceskosten.

3.3.

Moench c.s. heeft haar zienswijze op de verzoeken van NTF kenbaar gemaakt en de rechtbank verzocht die in acht te nemen bij de beslissing op de verzoeken van NTF.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, indien nodig, ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Voorop staat dat NTF enerzijds en [verweerster 1] en [verweerster 2] anderzijds al geruime tijd verwikkeld zijn in een geschil en dat zij zich in dat kader meermaals tot de rechtbank hebben gewend. NTF heeft inmiddels ook diverse beslagen gelegd ten laste van [verweerster 1] en [verweerster 2] . NTF heeft toegelicht dat voor de onderhavige verzoeken de volgende beslagen van belang zijn:

  1. het beslag op het vorderingsrecht op grond van (onder meer) de Framework Agreement dan wel uit enige andere hoofde van [verweerster 2] ter zake de levering van de lidmaatschapsrechten en/of deelnemingsrechten van [verweerster 2] in Moench (hierna: beslag A),

  2. het beslag onder de Stichting op alle vorderingen die [verweerster 2] op de Stichting mocht hebben of een uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen, meer speciaal doch niet uitsluitend het (toekomstig) vorderingsrecht op (de overdracht van de) lidmaatschapsrechten en/of deelnemingsrechten in Moench (hierna: beslag B).1

4.2.

NTF verzoekt de rechtbank – samengevat – verlof te verlenen om over te gaan tot de executoriale verkoop van de hiervoor omschreven (in beslag genomen) rechten.

4.3.

Tijdens de mondelinge behandeling is besproken uit welk door NTF overgelegd beslagexploot beslagen A en B zouden moeten blijken. NTF heeft daarbij gewezen op het beslagexploot van 22 juli 2024 (zie hiervoor onder 2.19) en toegelicht dat dit exploot ziet op beslag A. Het daaraan ten grondslag gelegen verlof bevindt zich niet bij de stukken. Uit de tekst van het beslagexploot van 22 juli 2024 (zie hiervoor onder 2.19) kan niet worden afgeleid dat het daarmee gelegde beslag ziet op een vorderingsrecht ter zake van “de levering van lidmaatschapsrechten en/of deelnemingsrechten van [verweerster 2] in Moench”. [verweerster 2] heeft op dit moment geen lidmaatschapsrechten en/of deelnemingsrechten in Moench, waarop beslag kan worden gelegd. Dit betekent dat de door NTF verzochte verlof tot executoriale verkoop van de hiervoor in 4.1 onder A omschreven rechten moet worden afgewezen.

4.4.

Verder heeft NTF niet duidelijk gemaakt welke van de door haar overgelegde beslagexploten ziet op beslag B. Bij deze stand van zaken kan niet worden vastgesteld dat beslag B daadwerkelijk is gelegd. Dit brengt mee dat de door NTF verzochte verlof tot executoriale verkoop van de hiervoor in 4.1 onder B omschreven rechten moet worden afgewezen.

4.5.

Voor zover de door NTF gegeven toelichtingen zo moeten worden begrepen dat het beslagexploot van 22 juli 2024 (ook) ziet op beslag B, wordt – ten overvloede – het volgende overwogen.

4.6.

NTF heeft toegelicht dat [verweerster 2] weliswaar geen lidmaatschapsrechten heeft in Moench, maar wel een vorderingsrecht heeft op de Stichting ter zake van de levering van die lidmaatschapsrechten uit hoofde van de Framework Agreement. Anders dan NTF doet voorkomen, valt echter niet zonder meer in te zien dat een vorderingsrecht van [verweerster 2] op de levering van lidmaatschapsrechten in Moench, materieel gezien neerkomt op een recht op die lidmaatschapsrechten, als ware [verweerster 2] de partij die lidmaatschapsrechten heeft in Moench.

4.7.

Verder begrijpt de rechtbank uit de toelichtingen van NTF dat zij – voor zover het vorderingsrecht van [verweerster 2] op de levering van de lidmaatschapsrechten in Moench materieel gezien niet gelijk te stellen is met een recht op de lidmaatschapsrechten in Moench – meent dat [verweerster 2] een optierecht heeft op de lidmaatschapsrechten in Moench die zich bij de Stichting bevinden. Als het al juist is dat [verweerster 2] een optierecht heeft op de lidmaatschapsrechten in Moench die zich bij de Stichting bevinden, geldt dat uit de tekst van het beslagexploot van 22 juli 2024 niet zonder meer kan worden afgeleid dat het daarmee gelegde beslag zich uitstrekt over een dergelijk optierecht.

4.8.

De conclusie is dat de verzoeken van NTF moeten worden afgewezen. De vraag of Latam als belanghebbende in het geding moet worden opgeroepen, zoals betoogd door [verweersters] , kan dan ook in het midden blijven.

De proceskosten

4.9.

NTF krijgt dus ongelijk en moet daarom de proceskosten van [verweersters] en Moench c.s. betalen.

4.10.

De proceskosten van [verweersters] worden begroot op:

- griffierecht: € 688,00

- salaris advocaat: € 1.228,00 (2,0 punten x tarief II: € 614,00)

- nakosten: € 178,00

- totaal: € 2.094,00

4.11.

De proceskosten van Moench c.s. worden begroot op:

- griffierecht: € 688,00

- salaris advocaat: € 1.228,00 (2,0 punten x tarief II: € 614,00)

- nakosten: € 178,00

- totaal: € 2.094,00

4.12.

De proceskostenveroordeling ten gunste van [verweersters] wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Voor een uitvoerbaar bij voorraad verklaring van de proceskostenveroordeling ten gunste van Moench c.s. is gelet op het bepaalde in artikel 233 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen plaats, omdat zij dat niet heeft gevorderd.

5 De beslissing

De rechtbank

5.1.

wijst de verzoeken van NTF af,

5.2.

veroordeelt NTF in de proceskosten aan de zijde van [verweersters] van € 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als NTF niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet NTF € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,

5.3.

veroordeelt NTF in de proceskosten aan de zijde van Moench c.s. van € 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als NTF niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet NTF € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,

5.4.

verklaart de proceskostenveroordeling onder 5.2 uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. L. Voetelink, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2024.

1 Verbeterd verzoekschrift, randnummer 14.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.