Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2025:3873

Rechtbank Amsterdam
10-06-2025
13-06-2025
13/054682-25 (zaak A), 13/288490-24 (zaak B) en 13/303241-24 (zaak C)
Strafrecht
Eerste aanleg - meervoudig

Een 24-jarige man is veroordeeld tot 29 maanden gevangenisstraf, omdat hij tien inbraken pleegde in 2024 en 2025 - onder meer in Amsterdam - en vier pogingen tot inbraken.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht

Team Strafrecht

Parketnummers: 13/054682-25 (zaak A), 13/288490-24 (zaak B) en 13/303241-24 (zaak C)

Datum uitspraak: 10 juni 2025

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,

wonende op het adres [adres] [woonplaats] ,

thans gedetineerd te: [naam Justitieel Complex] ,

hierna: verdachte.

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 mei 2025.

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A, zaak B en zaak C aangeduid.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M. Aynan naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort weergegeven – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan

Zaak A, feit 1

medeplegen van inbraak in twee horecagelegenheden op 15 januari 2025 in Aalsmeer, waarbij onder meer kassalades met contant geld en een fooienpot zijn weggenomen

Zaak A, feit 2

medeplegen van inbraak in twee horecagelegenheden en een zonnestudio in de periode 30 januari 2025 tot en met 17 februari 2025 in Amsterdam, waarbij een geldkistje, een kluis en contant geld zijn weggenomen

Zaak A, feit 3

inbraak in drie horecagelegenheden in de periode 3 januari 2025 tot en met 9 februari 2025 in Amsterdam, waarbij onder meer een kluis en contant geld zijn weggenomen

Zaak A, feit 4

medeplegen van inbraak in een winkel op 13 februari 2025 in Amsterdam, waarbij contant geld is weggenomen

Zaak A, feit 5

poging medeplegen inbraak in twee horecagelegenheden in de periode 16 februari 2025 tot en met 18 februari 2025 in Amsterdam

Zaak B, feit 1

poging medeplegen inbraak in een horecagelegenheid op 26 april 2024 in Amsterdam

Zaak B, feit 2

medeplegen inbraak in een horecagelegenheid op 2 mei 2024 in Amsterdam, waarbij een kluis en contant geld zijn weggenomen

Zaak C, feit 1

medeplegen inbraak in een horecagelegenheid op 12 mei 2024 in Amsterdam, waarbij contant geld is weggenomen

Zaak C, feit 2 primair

poging medeplegen inbraak in een horecagelegenheid op 12 mei 2024 in Amsterdam

Zaak C, feit 2 subsidiair

medeplegen van vernieling van een raamkozijn op 12 mei 2024 in Amsterdam

De tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis.

3 Waardering van het bewijs

3.1.

Standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle (primair) tenlastegelegde feiten in zaak A, zaak B en zaak C kunnen worden bewezen. Vanwege gebrek aan bewijs heeft hij verzocht om verdachte partieel vrij te spreken van de inbraak bij café Bake My Day (zaak A, feit 2) en de poging tot inbraak in café De Muurbloem op 17 februari 2025 (zaak A, feit 5).

3.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte vanwege gebrek aan bewijs moet worden vrijgesproken van zaak A feit 1, feit 2 ten aanzien van restaurant Pendergast en café Bake My Day, feit 4 en feit 5. Voor de overige feiten heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.3.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank vindt het ten laste gelegde in zaak A onder 1, 2, 3, 4 en 5, zaak B onder 1 en 2, zaak C onder 1 en 2 primair bewezen. Verdachte zal partieel worden vrijgesproken van de inbraak bij café Bake My Day (zaak A, feit 2) en de poging tot inbraak bij café De Muurbloem op 17 februari 2025 (zaak A, feit 5).

Inbraken bij café De Gouwetéén en Brasserie Legends (zaak A feit 1)

De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de inbraken bij café De Gouwetéén en Brasserie Legends.

De raadsman heeft naar voren gebracht dat het gecontroleerde voertuig niet op naam van verdachte stond en dat hij niet in de auto heeft gereden. Verder zijn de camerabeelden te vaag en gelet op de tijd tussen de controle van het voertuig omstreeks 00.38 uur en de inbraak bij café de Gouwetéén omstreeks 02.00 uur is het mogelijk dat verdachte in de tussentijd is afgezet. De inbraak bij Brasserie Legends was nog later en daarom is het nog meer mogelijk dat verdachte elders was. Verdachte moet derhalve vanwege gebrek aan bewijs worden vrijgesproken.

De rechtbank is van oordeel dat het scenario dat verdachte ergens zou zijn afgezet voordat de inbraken werden gepleegd niet is onderbouwd en niet aannemelijk is geworden. Zij overweegt dat de omstreeks 00.38 uur gecontroleerde auto met kenteken [kenteken] met daarin verdachte en de twee medeverdachten richting de A4 dan wel Aalsmeer reed. Uit GPS-gegevens blijkt dat dezelfde auto even later omstreeks 02.00 uur ongeveer zeven minuten achter café De Gouwetéén geparkeerd stond en omstreeks 03.39 uur ongeveer vijf minuten in de buurt van Brasserie Legends geparkeerd stond. Rond voornoemde tijdstippen zijn de inbraken bij De Gouwetéén en Brasserie Legends gepleegd. Verder blijkt uit de (fotobijlage bij de gevorderde) GPS gegevens dat het voertuig de hele tijd in de buurt is geweest van beide horecagelegenheden.

De tijdspanne tussen de controle van het voertuig en de inbraken is bovendien niet zodanig dat er geen koppeling mogelijk is tussen de inzittenden van het gecontroleerde voertuig en de plegers van de inbraken.

Dat verdachte de inbraken heeft gepleegd wordt ondersteund door de aangetroffen bloedsporen in café De Gouwetéén. Op camerabeelden is te zien dat met een breekijzer de toegangsdeur wordt geopend waarbij de lat van het deurkozijn breekt. Op de plek waar de lat heeft gezeten is een bloedspoor aangetroffen evenals binnen op het werkblad ter hoogte van de plek waar de kassalade stond. Het DNA-onderzoek leverde een match op met verdachte. Dit betekent dat het DNA van verdachte afkomstig kan zijn. De kans dat een willekeurig ander persoon matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan 1 op 1 miljard. De rechtbank concludeert dat het DNA van verdachte is.

Dat verdachte eveneens de inbraak bij Brasserie Legends heeft gepleegd blijkt niet alleen uit de GPS-gegevens van het gecontroleerde voertuig maar ook uit de signalementen van verdachte en de medeverdachten. Op de beelden van café De Gouweteéén zijn twee volledig in het donker geklede verdachten en een verdachte met een donkerkleurige jas en een lichtkleurige broek te zien. Op de beelden van Brasserie Legends zijn drie verdachten te zien waarvan één verdachte geheel in het donker is gekleed en één verdachte een donkerkleurige jas en een lichtkleurige broek draagt. Dit komt overeen met het signalement van twee van de drie verdachten van de inbraak bij café De Gouwetéén.

De rechtbank verwerpt het verweer.

Medeplegen diefstal met braak op 13 februari 2025 (zaak A, feit 4)

De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de inbraak bij Flora Romance.

De raadsman heeft naar voren gebracht dat de stills in het dossier te vaag zijn voor een herkenning. Dit deelt de rechtbank, maar de rechtbank constateert tegelijkertijd dat de bewegende beelden, die op de zitting zijn getoond, van betere kwaliteit zijn. Op de bewegende beelden is op 0.54 minuten aan de zijkant van het gezicht een deel van een baard te zien. De rechtbank acht deze beelden van voldoende kwaliteit om tot een herkenning te kunnen komen en verwerpt dan ook het verweer van de raadsman.

Overige feiten

De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen is dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten heeft gepleegd. Het verweer van de raadsman vindt zijn weerlegging in de inhoud van de bewijsmiddelen.

4 Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage II vervatte bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn opgenomen bewezen dat verdachte

Zaak A

Feit 1

op 15 januari 2025 te Aalsmeer tezamen en in vereniging met anderen,

- een kassalade met daarin ongeveer 350 euro en een fooienpot met daarin ongeveer 60 euro, die aan café de Gouwetéén toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en

- twee kassalades met daarin contant geld die aan Brasserie Legends toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;

Feit 2

in de periode van 30 januari 2025 tot en met 16 februari 2025 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

- een geldkistje dat aan restaurant Pendergast toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en

- een kluis die aan zonnestudio Sundays toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen

terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;

Feit 3

in de periode van 3 januari 2025 tot en met 9 februari 2025 te Amsterdam

- een kluis met daarin ongeveer 1.000 euro, betalingsbewijzen en vergunningen,

die aan [naam 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en/of

- een geldbedrag van ongeveer 350 euro (een portemonnee met 200 euro en 150

euro aan muntgeld) dat aan restaurant [naam restaurant] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en

- een geldbedrag van ongeveer 300 euro dat aan Amori Pizza restaurant toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel

van braak;

Feit 4

op 13 februari 2025 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, een geldbedrag van 300 euro dat aan Flora Romance toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;

Feit 5

in de periode van 16 februari 2025 tot en met 18 februari 2025 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om

- enig goed dat aan restaurant La Basta toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen

- enig goed dat aan Café de Muurbloem toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak,

met zijn mededaders,

- de toegangsdeur van restaurant La Basta heeft ingetrapt en het restaurant is binnengegaan en heeft doorzocht en

- de toegangsdeur van café de Muurbloem heeft geprobeerd te forceren,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Zaak B

Feit 1

op 26 april 2024 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om enig goed dat aan La Piccolo Baracca toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het

misdrijf te verschaffen door middel van braak, duwende/trekkende bewegingen aan de deur te maken, de omgeving in de gaten te houden, met zijn voet tegen de deur druk te zetten en te schoppen, met een koevoet/metalen voorwerp aan de deur trekkende bewegingen te maken en/of open te breken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Feit 2

op 2 mei 2024 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een kassalade en een kluis en contant geld (5.868,32 euro), dat aan [naam 2] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;

Zaak C

Feit 1

op 12 mei 2024 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, 1.000 euro, die aan Café De Pieper toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;

Feit 2, primair

op 12 mei 2024 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om enig goed dat aan Café De Oude Wester toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, een raamkozijn heeft ontwricht en vervolgens heeft rondgekeken in het café, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5 De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6 De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7 Motivering van de straf

7.1.

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

7.2.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht een gevangenisstraf van 24 maanden op te leggen, waarvan tien maanden voorwaardelijk. De raadsman heeft verzocht daarbij de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals eerder opgelegd in de zaak met parketnummer 13/184740-24.

7.3.

Het oordeel van de rechtbank

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

Ernst van de feiten

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan tien inbraken en vier pogingen tot inbraken in voornamelijk horecagelegenheden, op twee inbraken na (zaak A, feit 3) steeds samen met een of meer anderen. Hij heeft hierbij voornamelijk geld, kassalades met geld, een kluis of geldkistje met geld weggenomen. Bedrijfsinbraken zijn zeer hinderlijke en overlastgevende feiten met financiële schade voor de benadeelden. Verdachte heeft er met zijn handelen blijk van gegeven geen respect te hebben voor andermans goederen. Bovendien zorgen dergelijke inbraken ook voor gevoelens van onveiligheid in de samenleving.

Persoon van de verdachte

De reclassering heeft in haar rapport van 23 mei 2025 onder meer het volgende over verdachte gerapporteerd.

Het ontbreken van een dagbesteding en inkomen, het sociale netwerk van verdachte en ook de pro-criminele houding zien wij als risico verhogende factoren. Beschermende factoren zijn niet geconstateerd. Verdachte heeft in 2024 een verplicht reclasseringscontact opgelegd gekregen in het kader van een voorwaardelijke veroordeling. Dit contact verliep zeer moeizaam en is in november 2024 negatief retour gezonden. Wij hebben verdachte meerdere waarschuwingen gegeven en tevens bij een vorige zitting aangegeven dat zijn houding diende te veranderen, dit is echter niet gebeurd.

Op basis van hun onderzoek ziet de reclassering onvoldoende aanknopingspunten om opnieuw een reclasseringstraject te adviseren. De mogelijkheden zijn uitgeput en het valt de reclassering op dat verdachte tijdens detentie bepaalde uitlatingen doet (ik heb hulpverlening nodig, ik wil overal aan meewerken), maar vervolgens niet in overeenstemming hiermee handelt. Het risico op recidive en op het onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. Zij ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen.

Verdachte heeft ter zitting gezegd dat hij zich nu wel aan eventuele bijzondere voorwaarden zal houden omdat hij nu een doel voor ogen heeft. Hij heeft een vriendin die hem helpt met het zoeken naar werk. Hij wil voor haar twee kinderen zorgen en samen met haar een gezin stichten.

De rechtbank heeft verder acht geslagen op het uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 16 mei 2025. Hieruit blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaar meermalen is veroordeeld voor inbraken.

De straf

De rechtbank zoekt aansluiting bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) die strafrechters in Nederland hanteren. Het oriëntatiepunt voor inbraak in een bedrijfspand vermeldt in het geval van recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien weken.

De rechtbank vindt dat vanwege de ernst en de hoeveelheid van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. Het is zorgelijk dat verdachte in korte tijd veel bedrijfsinbraken heeft gepleegd. Bovendien heeft de rechtbank er geen vertrouwen in dat verdachte zich nu wel aan bijzondere voorwaarden in het kader van een voorwaardelijk strafdeel zal houden. De vriendin van verdachte die hem nu toekomstperspectief zou geven was al in zijn leven ten tijde van het plegen van de strafbare feiten. Verdachte heeft daarbij ook geen verantwoording genomen voor zijn laakbare gedrag.

Gelet op al het voorgaande vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 29 maanden, passend en geboden. Deze straf is lager dan door de officier van justitie is geëist omdat de rechtbank bij de bepaling van de straf uitgaat van “recidive” (met een oriëntatiepunt van 10 weken) en de officier van justitie uitgaat van drie maanden per bedrijfsinbraak aangezien verdachte wat hem betreft ongeveer in het midden van de categorieën “recidive” en “veelvuldige recidive” (met een oriëntatiepunt van 4 maanden) is te plaatsen.

8 Beslag

Onder verdachte is een bedrag van € 419,15 in beslag genomen.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het inbeslaggenomen geld kan worden teruggegeven voor zover het conservatoir beslag zich daar niet tegen verzet.

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank is van oordeel dat het strafvorderlijk in beslag genomen voorwerp aan verdachte retour kan worden gegeven.

9 Vorderingen van de benadeelde partijen

De benadeelde partij restaurant Pendergast (zaak A, feit 2)

De benadeelde partij restaurant Pendergast vordert € 575,- aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. De raadsman heeft zich bij dit standpunt aangesloten.

De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

Er is geen uittreksel uit de Kamer van Koophandel overgelegd waaruit blijkt dat Woodpile B.V., danwel [naam 3] , bevoegd is namens de benadeelde partij een vordering in te dienen.

De benadeelde partij Flora Romance (zaak A, feit 4)

De benadeelde partij Flora Romance vordert € 1.511,10 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. De raadsman heeft zich bij dit standpunt aangesloten.

De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

Er is geen uittreksel uit de Kamer van Koophandel overgelegd waaruit blijkt dat [naam 4] bevoegd is namens de benadeelde partij een vordering in te dienen.

De benadeelde partij [naam 2] (zaak B, feit 2)

De benadeelde partij [naam 2] vordert € 5.868,32 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. De raadsman heeft zich bij dit standpunt aangesloten.

De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

Er is geen uittreksel uit de Kamer van Koophandel overgelegd waaruit blijkt dat [naam 5] bevoegd is namens de benadeelde partij een vordering in te dienen.

De benadeelde partij De Oude Wester (zaak C, feit 2 primair)

De benadeelde partij De Oude Wester vordert € 3.121,90 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. De raadsman heeft zich bij dit standpunt aangesloten.

De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

Er is geen uittreksel uit de Kamer van Koophandel overgelegd waaruit blijkt dat [naam 6] bevoegd is namens de benadeelde partij een vordering in te dienen.

10 Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11 Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1, 2, 3, 4 en 5, zaak B onder 1, 2 en zaak C onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

Zaak A feit 1, feit 2:

telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd

Zaak A feit 3:

diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd

Zaak A feit 4, zaak B feit 2, zaak C feit 1:

telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak

Zaak A feit 5:

poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd

Zaak B feit 1, zaak C feit 2 primair:

poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 29 (negenentwintig) maanden.

Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Beslag

Gelast de teruggave aan [verdachte] van:

- 419,15 Euro (goednummer: 6621786)

Vorderingen benadeelde partijen

Zaak A, feit 2

Verklaart restaurant Pendergast niet-ontvankelijk in haar vordering.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.

Zaak A, feit 4

Verklaart Flora Romance niet-ontvankelijk in haar vordering.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.

Zaak B, feit 2

Verklaart [naam 2] niet-ontvankelijk in haar vordering.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.

Zaak C, feit 2 primair

Verklaart Café de Oude Wester niet-ontvankelijk in zijn vordering.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.

Dit vonnis is gewezen door

mr. A.R.P.J. Davids, voorzitter,

mrs. H.H.J. Zevenhuijzen en L. Baroud, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. M. Madiol, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 juni 2025.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.