1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 juli 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. F.T. Haak, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M. Rafik, naar voren hebben gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van wat mevrouw C.C. Pöll, medewerker van Reclassering Nederland, mevrouw P. Hoefnagel, psychiater en mevrouw [naam] , maatschappelijk hulpverlener, naar voren hebben gebracht.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 28 augustus 2024 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
1. een poging tot doodslag van NN1 en NN4;
2. een poging tot doodslag van aanwezigen in een filiaal van Kentucky Fried Chicken;
3. het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
1.
op 28 augustus 2024 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om personen, te weten de personen beschreven als NN1 en NN4 in het proces-verbaal camerabeelden op pagina 08 en verder, opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen in de richting van voornoemde personen heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
op 28 augustus 2024 te Amsterdam, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, kaliber 7,65mm Browning, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 1 huls van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7,65mm Browning, voorhanden heeft gehad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
poging tot doodslag.
Ten aanzien van feit 3:
eendaadse samenloop van
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Ten aanzien van feit 1 en feit 3:
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 196 (honderdzesennegentig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
1. Geen strafbaar feit plegen
Veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
2. Meewerken aan reclasseringstoezicht
Veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- -
Veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- -
Veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van veroordeelde vast te stellen.
- -
Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- -
Veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn/haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- -
Veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken.
- -
Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- -
Veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- -
Veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
3. Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en veroordeelde daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
4. Niet naar het buitenland
Veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
5. Opname in een zorginstelling
Veroordeelde laat zich opnemen bij de Pompestichting afdeling FPA Kompas of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start bij voorkeur aansluitend aan detentie. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als ook de controle hierop, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
6. Ambulante behandeling
Veroordeelde laat zich behandelen door forensische polikliniek Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start nadat de klinische behandeling voltooid is en er nog reden is tot ambulante behandeling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als ook de controle hierop als de zorgverlener dat nodig vindt.
7. Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Veroordeelde verblijft in Exodus of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start nadat de klinische behandeling voltooid is en het resocialisatietraject verder vorm wordt gegeven. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
8. Drugsverbod
Veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
9. Alcoholverbod
Veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
10. Dagbesteding
Veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van (betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding), met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
Geeft opdracht aan de reclassering de terbeschikkinggestelde bij de naleving van die voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Legt op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.
Beveelt de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de terbeschikkinggestelde zich heeft laten opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Aan de schorsing worden de voorwaarden verbonden, zoals deze onder 1 tot en met 10 zijn vermeld bij de voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde.
Onttrekt aan het verkeer:
1 STK Huls (G6546561).
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.A. Segbedzi, voorzitter,
mrs. P. Sloot en K.A. Brunner, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. van den Berg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 juli 2025.