Op grond van het voorgaande heeft [A] bij dagvaarding in de hoofdzaak gevorderd, zakelijk weergegeven en naar de rechtbank begrijpt:
1. een verklaring voor recht dat Arca en Innova toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de op hen rustende verplichting uit de geheimhoudingsovereenkomst en daardoor tevens onrechtmatig hebben gehandeld;
2. een verklaring voor recht dat Arca, Innova en GMC onrechtmatig hebben gehandeld en handelen door het aanbieden van de Jet Master zonder dat [A] daarvoor toestemming heeft gegeven en zonder dat [A] daarvoor een vergoeding ontvangt;
3. een bevel aan GMC c.s. tot staking van dit onrechtmatig handelen;
4. een bevel aan GMC c.s. tot opgave van gegevens ter bepaling van de met dit onrechtmatig handelen behaalde winst;
5. een bevel aan GMC c.s. tot rectificeren van dit onrechtmatig handelen en tot recall van verkochte Jet Masters;
6. een bevel aan GMC c.s. tot vernietiging van in voorraad gehouden en terugontvangen Jet Masters;
7. een dwangsom bij niet nakoming van de onder 3 tot en met 6 genoemde bevelen;
8. hoofdelijke veroordeling van GMC c.s. tot schadevergoeding, op te maken bij staat, en te vermeerderen met wettelijke rente;
9. een verklaring voor recht dat GMC onrechtmatig heeft gehandeld door het aanvragen van de octrooien;
10. een bevel aan GMC tot overdracht van de octrooiaanvragen en/of verleende octrooien;
11. het onder 10 gevorderde op straffe van verbeurte van een dwangsom;
12. met de bepaling dat het vonnis in de plaats treedt van een akte van overdracht van de opgeëiste octrooien;
13. hoofdelijke veroordeling van GMC c.s. tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.