Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2022:13408

Rechtbank Den Haag
13-12-2022
20-12-2022
SGR 22/7648
Omgevingsrecht
Voorlopige voorziening

Verzoeken om voorlopige voorziening hangende bezwaar tegen een omgevingsvergunning en een evenementenvergunning voor een kerstmarkt in Leiden. Geen bijzondere markt, wel evenement. Er is geen grond voor lagere geluidsnormen dan voorgeschreven in APV en bestemmingsplan. De (verkeers-)veiligheid is voldoende gewaarborgd. De verzoeken worden afgewezen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummers: SGR 22/7648, SGR 22/7647, SGR 22/7724 en SGR 22/7726


uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 december 2022 in de zaken tussen


[verzoeker 1] , te [woonplaats] , verzoeker 1, [verzoeker 2], te [woonplaats] , verzoeker 2, tezamen: verzoekers

en

het college van burgemeester en wethouders van Leiden (het college)

(gemachtigden: mr. J.J. Turenhout en mr. L.C.E. Augustinus)

en

de burgemeester van Leiden (de burgemeester)

(gemachtigde: mr. J.J. Turenhout en mr. L.C.E. Augustinus).

Als derde-partijen nemen aan de zaken deel: Kreativ Events B.V. (vergunninghouder), en Centrummanagement Leiden.

Inleiding

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op de verzoeken om voorlopige voorzieningen van verzoekers tegen de door het college en de burgemeester verleende omgevingsvergunning en evenementenvergunning voor een kerstmarkt.

Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunningen en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.

Het college en de burgemeester hebben op de verzoeken gereageerd met een verweerschrift.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 6 december 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigden van het college, vergezeld door [A] , en [B] (Kreativ Events B.V.) en [C] (Centrummanagement Leiden) namens derde-partijen.

Totstandkoming van de besluiten

Kreativ Events B.V. wil een vierdaagse kerstmarkt organiseren aan de Hooglandse Kerkgracht te Leiden. Ten behoeve daarvan heeft zij op 20 oktober 2022 aanvragen ingediend om een omgevingsvergunning en een evenementenvergunning.

Verzoekers hebben zienswijzen ingediend tegen deze aanvraag.

Het college heeft de omgevingsvergunning verleend bij besluit van 18 november 2022. De burgemeester heeft op 17 november 2022 de aangevraagde evenementenvergunning verleend.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Voor het treffen van een voorlopige voorziening in de fase van bezwaar is in beginsel alleen aanleiding als de vergunningen zodanig gebrekkig zijn dat deze in de heroverweging naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet of niet volledig in stand kunnen blijven. De voorzieningenrechter geeft in deze uitspraak daarom eerst een voorlopig oordeel over de vraag of de vergunningen rechtmatig zijn of niet. Daarna zal hij beoordelen of de belangen van verzoeker om de vergunningen te schorsen al dan niet zwaarder moeten wegen dan de belangen van de burgemeester, het college en vergunninghouder om de vergunningen in stand te laten. Hoe zekerder de voorzieningenrechter is over de rechtmatigheid van het besluiten, hoe minder ruimte er is voor de belangen van verzoekers.

1.1

Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Het standpunt van verzoekers

2. Verzoekers wonen beiden aan de [adres] . Verzoeker 1 is het niet eens met de verleende vergunningen en voert – samengevat weergegeven – het volgende aan. De aanvraag van de omgevingsvergunning had buiten behandeling gesteld moeten worden en niet-ontvankelijk verklaard omdat wordt verwezen naar een aanvraag door de ‘Stichting Kerstmarkt op de gracht’, terwijl een dergelijke aanvraag niet bestaat. Ook heeft het college onvoldoende gemotiveerd waarom het belang van de kerstmarkt zwaarder weegt dan het belang van de omwonenden. Ook had het college de evenementenvergunning niet mogen verlenen omdat de kerstmarkt niet kan worden aangemerkt als ‘bijzondere markt’ als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Beleidsregels evenementenvergunningen 2020 (hierna: de beleidsregels). Verder betoogt verzoeker 1 dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de geluidsoverlast die de omwonenden zullen ervaren als gevolg van de kerstmarkt. Ten slotte betoogt verzoeker dat het niet nodig was om de Hooglandse Kerkgracht af te sluiten voor verkeer. Verzoeker 2 heeft – in aanvulling op het verzoek van verzoeker 1 – naar voren gebracht dat door de kerstmarkt onveilige situaties zullen ontstaan.

Spoedeisend belang

3. De kerstmarkt zal (inclusief op- en afbouw) plaatsvinden in de periode van

14 december 2022 t/m 19 december 2022. Daarmee is het spoedeisend belang van verzoekers naar het oordeel van de voorzieningenrechter gegeven.

Voorlopig rechtmatigheidsoordeel

4. Voordat de voorzieningenrechter ingaat op de standpunten van verzoekers, overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Verzoeker 1 heeft bezwaar gemaakt mede namens een aantal omwonenden. Verzoeker 1 heeft echter geen machtigingen overgelegd waaruit blijkt hij gemachtigd is om namens deze omwonenden bezwaar te maken dan wel te verzoeken om een voorlopige voorziening. Verzoeker 1 heeft ook op het formulier dat hij naar de rechtbank heeft gestuurd ingevuld dat hij het verzoek om een voorlopige voorziening alleen voor zichzelf doet. De voorzieningenrechter zal het verzoek dan ook als zodanig beschouwen. Dat betekent dat de overige omwonenden géén partij zijn in de procedures waar deze uitspraak op ziet. Omdat verzoeker 2 (ook) zelfstandig om een voorlopige voorziening heeft verzocht is zij wel partij in deze procedure.

5. Voor zover verzoekers betogen dat de aanvraag om een omgevingsvergunning buiten behandeling gesteld dan wel niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden omdat in het veiligheidsplan de vergunninghouder niet correct is vermeld, overweegt de voorzieningenrechter dat een dergelijk (formeel) gebrek in de regel niet leidt tot het schorsen van de vergunning. In dit geval blijkt daarnaast voldoende uit de dossierstukken dat de aanvraag is gedaan door Kreativ Events en zij ook vergunninghouder is.

6. De gronden waarop de kerstmarkt is voorzien hebben in het bestemmingsplan ‘binnenstad’ de enkelbestemming ‘verkeer’ en – voor zover het de middenberm betreft – de functieaanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning – evenemententerrein1’. Het

college en de burgemeester hebben de kerstmarkt aangemerkt als (meerdaags) categorie 1-evenement. Tussen partijen is niet in geschil dat de kerstmarkt in strijd is met de bestemming en functieaanduiding.

6.1

Op grond van artikel 13.4.1 van de planregels gelden voor alle locaties ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenemententerrein 1' (Burcht/ /Nieuwstraat/ Hooglandse Kerkgracht) de volgende specifieke gebruiksregels:

a. voor alle locaties gezamenlijk zijn in de periode van 1 april tot en met 31 maart van het daarop volgende jaar maximaal 8 evenementen in categorie 2a toegestaan met de duur van één dag per evenement;

b. voor alle locaties gezamenlijk zijn in de periode van 1 april tot en met 31 maart van het daarop volgende jaar maximaal 4 evenementen in categorie 2b toegestaan met de duur van één dag per evenement;

c. voor het maximale gelijktijdig aanwezige bezoekers per evenement per locatie wordt verwezen naar bijlage 1 bij de regels.

Artikel 1.41 van de planregels luidt als volgt: “Evenementen:

periodieke en/of incidentele manifestaties zoals concerten, festivals, sportmanifestaties, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows en thematische markten, onder te verdelen in de volgende categorieën evenementen:

Evenement categorie 1:

alle evenementen met alleen onversterkte muziek en alle evenementen met een versterkt geluidsniveau tot maximaal 70 dB(A), op de gevels van de dichtstbijzijnde woning of andere geluidgevoelige gebouwen […].

6.2

Onder evenement wordt volgens artikel 2.24 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) verstaan: “Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak […]”.1

Een categorie 1-evenement is in artikel 2.24, zesde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) als volgt omschreven: “alle evenementen met alleen onversterkte muziek en een eindtijd van maximaal 20.00 uur en alle evenementen met elektronisch versterkt geluid met een maximaal toegestaan geluidniveau van 70 dB(A) en 80 dB(C) op de gevels van woningen van derden of andere geluidgevoelige objecten en een eindtijd van maximaal 20.00 uur. Indien de gevel op grotere afstand ligt dan 25 m, geldt de norm op

25 m van de geluidbron. In afwijking van het voorgaande geldt voor toneelvoorstellingen dat deze ook na 20.00 uur in categorie 1 blijven. Hiervoor geldt dan een eindtijd zoals bij categorie 2a.” In het Evenementenbeleid Leiden 2020 worden als voorbeelden van categorie 1-evenementen genoemd: markten, braderieën, singer song writers.

Onder een ‘bijzondere markt’ wordt op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van de beleidsregels verstaan: “markten met uitzondering van de vastgestelde warenmarkten […]. Bijzondere markten zijn niet concurrerend ten opzichte van de vastgestelde warenmarkten. De te koop aan te bieden waren betreffen geen “geregelde waren”, dat wil zeggen er worden geen producten verkocht die doorgaans op de vastgestelde warenmarkt worden aangeboden.”

Volgens verzoeker hadden de evenementenvergunning niet verleend mogen worden omdat de kerstmarkt niet is aan te merken als ‘bijzondere markt’ als bedoeld in de beleidsregels.

6.3

De voorzieningenrechter volgt de burgemeester in zijn betoog dat de kerstmarkt als categorie 1-evenement moet worden aangemerkt en niet als bijzondere markt. In dat verband heeft de burgemeester terecht gewezen op het thematische karakter van het evenement, waarbij entertainment een rol speelt. Zo zal er kerstmuziek worden afgespeeld, zijn er foodtrucks aanwezig en worden er (zwak) alcoholische dranken aangeboden. Naar het voorlopig oordeel heeft de kerstmarkt daardoor niet het karakter van een bijzondere markt, zoals bijvoorbeeld een kunstmarkt.

7. Verzoekers betogen dat het college en de burgemeester bij het verlenen van de vergunningen onvoldoende rekening hebben gehouden met de geluidsoverlast die de omwonenden zullen ervaren.

7.1

In zowel de omgevingsvergunning als in de evenementenvergunning is vergunninghouder gewezen op de geluidsnorm die geldt bij een bij een categorie 1-evenement. Deze norm volgt dus niet zozeer uit de verleende vergunningen, maar uit de APV en het bestemmingsplan. Nu die norm vastligt in algemeen verbindende voorschriften mag verweerder ervan uitgaan dat evenementen toelaatbaar zijn, voor zover ze blijven binnen die geluidsnormen. Dat vanwege de gestelde lage isolatiewaarde een lagere geluidsnorm had moeten worden gehanteerd volgt niet uit de APV of het bestemmingsplan, nog daargelaten dat die lagere isolatiewaarde door verzoekers niet is onderbouwd. De voorzieningenrechter ziet op voorhand niet in waarom het college en de burgemeester in de vergunningen lagere geluidsnormen hadden moeten opnemen, in afwijking van de APV en het bestemmingsplan. In dat verband overweegt de voorzieningenrechter dat uit het advies van de Omgevingsdienst blijkt dat het geluidsniveau naar verwachting onder de norm zal blijven, het geluidsniveau tijdens de kerstmarkt zal worden gecontroleerd, en vergunninghouder heeft toegezegd zich in te spannen om het geluidsniveau onder de norm te houden.

7.2

In het kader van een goede ruimtelijke ordening overweegt de voorzieningenrechter dat het bestemmingsplan op gronden met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning – evenemententerrein 1’ (de middenberm) zelfs ‘zwaardere’ evenementen toestaat in de categorieën 2a en 2b, waarvoor een hogere geluidsnorm geldt.2 Weliswaar mogen die evenementen maar één dag duren, maar gelet op de relatief beperkte duur van de kerstmarkt en de lagere geluidsnorm ziet de voorzieningenrechter op voorhand geen grond voor het oordeel dat de geluidsoverlast zó groot zal zijn dat het schorsing van de vergunningen rechtvaardigt.

8. Verzoekers betogen dat de kerstmarkt onveilig is en voor (onnodige) verkeersoverlast zal zorgen.

8.1

Aan de verleende vergunningen zijn een mobiliteitsplan en een veiligheidsplan ten grondslag gelegd. De voorzieningenrechter ziet op voorhand geen grond voor het oordeel dat de burgemeester en het college niet van deze plannen mochten uitgaan. Verder blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit hetgeen verzoekers naar voren hebben gebracht onvoldoende dat de situatie zó onveilig zal worden dat dit schorsing van de vergunningen rechtvaardigt. In dat verband weegt de voorzieningenrechter mee dat de politie, de veiligheidsregio Hollands Midden, en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie (GHOR) in hun adviezen hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het evenement. Voor zover verzoeker 1 een alternatief plan heeft voorgesteld om de kerstmarkt in de middenberm te houden en de straat open te laten voor verkeer, overweegt de voorzieningenrechter dat het college moet beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het project, zoals daarvoor de omgevingsvergunning is aangevraagd. Als een project op zichzelf aanvaardbaar is, kan het bestaan van alternatieven slechts dán tot het onthouden van medewerking nopen, indien op voorhand duidelijk is dat door verwezenlijking van de alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren.3 Het college en de burgemeester hebben naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voldoende gemotiveerd dat dit alternatief onwenselijk is omdat daarbij de veiligheid in geding komt.

9. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is er geen aanleiding om aan te nemen dat de verleende vergunningen in bezwaar niet in stand kunnen blijven.

Belangenafweging

10. Gelet op het voorlopig rechtmatigheidsoordeel is er in de belangenafweging minder ruimte voor het belang van verzoekers bij het schorsen van de vergunningen dan voor de belangen van de burgemeester, het college en derde-partijen bij het afwijzen van de verzoeken om een voorlopige voorziening. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter weegt het belang van vergunninghouder bij het kunnen organiseren van het evenement dan ook zwaarder dan het belang van verzoekers om de vergunningen te schorsen totdat op hun bezwaarschriften is beslist. De voorzieningenrechter weegt hierbij mee dat het evenement ‘kerstmarkt’ naar zijn aard verbonden is aan het einde van het jaar en dat schorsing van de vergunningen tot een beslissing op bezwaar is genomen, in de praktijk zal betekenen dat het evenement überhaupt niet kan doorgaan.

Conclusie

11. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H. Smits, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.P. Brand, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 december 2022.

griffier

voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

1 Met uitzondering van de in dit artikel genoemde gevallen.

2 Planregels 13.4.1 en 1.41

3 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 10 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:504.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.