Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2022:1418

Rechtbank Den Haag
03-03-2022
07-12-2022
21_6120
Bestuursrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

niet tijdig beslissen handhavingsverzoek

Rechtspraak.nl

Uitspraak

Rechtbank DeN haag

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 21/6120

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 maart 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder.

Procesverloop

Bij brief van 17 september 2021 heeft eiser bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen van verweerder op zijn handhavingsverzoek van 11 februari 2021.

Bij brief van 21 september 2021 heeft de rechtbank verweerder, onder andere, verzocht, binnen twee weken na de dagtekening van de brief, mede te delen of de termijn waarbinnen in deze procedure een besluit moet worden genomen is verstreken. Verweerder heeft hier niet op gereageerd.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

2. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. Daartegen kan op grond van artikel 8:1, eerste lid, van de Awb, beroep worden ingesteld.

3. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.

3. De rechtbank is, in tegenstelling tot eiser, van oordeel dat de brief van verweerder van

25 mei 2021 een beslissing is op het handhavingsverzoek van eiser. De omstandigheid dat een rechtsmiddelenclausule ontbreekt onder de beslissing van 25 mei 2021, maakt niet dat geen sprake is van een beslissing. De rechtbank merkt in dit verband op dat de brief van

25 mei 2021 geen ruimte biedt voor twijfel aan het besluitkarakter ervan gelet op het feit dat uit de inhoud kan worden afgeleid dat het gaat om een reactie op het handhavingsverzoek van eiser.

4. Nu verweerder reeds op 25 mei 2021 heeft beslist op het verzoek van eiser, heeft eiser met het op 17 september 2021 instellen van het beroep niet tijdig beslissen niet voldaan aan de voorwaarden van artikelen 6:2 en 6:12 van de Awb. Het beroep niet tijdig beslissen is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

5. Het beroep wordt voor zover gericht tegen het besluit van 25 mei 2021 ter behandeling als bezwaar doorgezonden aan verweerder.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, rechter, in aanwezigheid van

F.J.M. van den Berg, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op

3 maart 2022.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij aan de rechtbank verzoeken omtrent het verzet te worden gehoord.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.