1.1
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
1.2
Artikel 8:83, derde lid, van de Awb bepaalt dat de voorzieningenrechter uitspraak kan doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien hij kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken.
3. Verzoeker is eigenaar van het naastgelegen perceel. Zijn bezwaren richten zich tegen de afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van het huisvesten van arbeidsmigranten. Volgens verzoeker is het besluit in strijd met de regels van de Provinciale Verordening Zuid-Holland. Er had dan ook een buitenplanse afwijkingsprocedure doorlopen moeten worden. Hij vreest waardevermindering van zijn perceel, milieuoverlast en andere overlast door migranten. Hij wenst een directe beëindiging van de bewoning van de tijdelijke woning, gevolgd door verwijdering van deze woning. In afwachting van de uitspraak stelt verzoeker een handhavingsverzoek in. Er dient te worden opgetreden op last van een dwangsom van € 1.000,- per week.
4. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is geen sprake van een spoedeisend belang. Uit de brief van verweerder van 30 september 2022 naar aanleiding van het verzoek blijkt dat de tijdelijke woning er inderdaad al staat en bewoond wordt. De voorzieningenrechter ziet op voorhand geen aanleiding voor het oordeel dat de beslissing op bezwaar niet kan worden afgewacht. Voorts is niet aannemelijk dat zich in dit geval onomkeerbare gevolgen zullen voordoen. Immers, het gaat hier om bewoning van een demontabele woning. Indien het naar verzoeker stelt illegale gebruik van de woning dient te worden beëindigd naar aanleiding van zijn verzoek om handhaving ofwel omdat het bestreden besluit toch geen stand houdt in de beslissing op bezwaar, kan de woning op korte termijn worden verwijderd.
5. Gezien het vorenstaande wordt het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.