Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBDHA:2022:944

Rechtbank Den Haag
15-02-2022
16-02-2022
C/09/619733 / KG ZA 21-1019
Intellectueel-eigendomsrecht
Kort geding

Intellectueel eigendomsrecht. Kort geding. Handelsnaam. Inbreukverbod.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/619733 / KG ZA 21-1019

Vonnis in kort geding van 15 februari 2022

in de zaak van

[eiseres] ,

te [plaats],

eiseres,

advocaat mr. H.J. Dekker te 's-Gravenhage,

tegen

[gedaagde] ,

te ‘[plaats],

gedaagde,

advocaat mr. L.S. Koning te 's-Gravenhage.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1 Waar gaat de zaak over?

1.1.

[eiseres] en [gedaagde] hebben op dit moment een zaak in Den Haag waarvoor zij een vrijwel zelfde naam gebruiken: [eiseres] gebruikt de handelsnaam Celeste en Celeste Parfums en [gedaagde] de handelsnaam Celeste Dermacare. [eiseres] verkoopt luxe parfums en huidverzorgingsproducten, [gedaagde] verricht schoonheidsverzorgings-, pedicure- en manicure-diensten en biedt ook laserbehandelingen aan, terwijl ook zij huidverzorgingsproducten verkoopt. [eiseres] zit al ruim 20 jaar met haar zaak in Den Haag en [gedaagde] pas sinds 2020. [eiseres] wil dat [gedaagde] een andere naam gaat gebruiken, omdat het verwarrend is voor het publiek als zij op korte afstand van elkaar een zaak hebben met dezelfde naam. Daarom heeft [eiseres] de voorzieningenrechter gevraagd om [gedaagde] te verbieden de naam te gebruiken.

1.2.

De voorzieningenrechter beslist in dit vonnis dat [gedaagde] voorlopig moet stoppen met het gebruik van de handelsnaam Celeste Dermacare. Aan [gedaagde] wordt daarom een verbod opgelegd om gebruik te maken van die naam. Die beslissing is voorlopig omdat het hier gaat om een kort geding procedure: een korte procedure voor een situatie die spoedeisend is. De beslissing is bedoeld om te bepalen wat er moet gebeuren in de periode na het vonnis, totdat een andere rechter (de bodemrechter) in een volledige procedure de zaak heeft beoordeeld. [eiseres] dient binnen 6 maanden na dit vonnis een procedure bij de bodemrechter te starten. Als zij dat niet doet, kan het aan [gedaagde] opgelegde verbod haar kracht verliezen.

1.3.

De voorzieningenrechter legt hierna uit hoe en waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Onder ‘de procedure’ wordt nu eerst op een rijtje gezet wat het verloop van de kort geding procedure is geweest. Vervolgens staat onder ‘de feiten’ waar partijen het over eens zijn en wat vast staat dat in de aanloop naar deze procedure tussen hen is gebeurd. De voorzieningenrechter gaat in zijn oordeel van die feiten uit. Daarna wordt onder ‘het geschil’ weergegeven wat de vorderingen van [eiseres] precies zijn en waarom zij meent daar recht op te hebben. Uiteindelijk licht de voorzieningenrechter onder ‘de beoordeling’ zijn oordeel op alle vorderingen toe, om de beslissingen die daaruit volgen dan bij elkaar weer te geven onder ‘de beslissing’.

2 De procedure

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 17 november 2021 met producties EP01 t/m EP24;

  • -

    het e-mailbericht van [gedaagde] van 26 december 2021, met de pleitnota en producties GP01 t/m GP03;

  • -

    het e-mailbericht van [eiseres] van 3 januari 2022, met een productieoverzicht en productie EP25;

  • -

    het e-mailbericht van [eiseres] van 6 januari 2022, met de pleitnota en aanvullende productie EP26 (het kostenoverzicht);

  • -

    het e-mailbericht van [gedaagde] van 10 januari 2022, met productie GP04 (het kostenoverzicht).

2.2.

Op 11 januari 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden door middel van een digitale verbinding via Skype for Business. Partijen, bijgestaan door hun advocaat, zijn verschenen. Nadat de voorzieningenrechter vragen had gesteld en partijen hadden gere- en gedupliceerd, is, nadat een voorlopig oordeel is gegeven, een schikkingspoging gedaan. Een schikking is echter niet bereikt, waarna de voorzieningenrechter heeft bepaald dat er vonnis wordt gewezen. Het vonnis is nader bepaald op heden.

3 De feiten

3.1.

[eiseres] drijft blijkens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel sinds 1 juli 1999 onder de handelsnamen ‘Celeste’ en ‘Celeste Parfums’ een eenmanszaak voor de verkoop van hoogwaardige parfumerie en huidverzorgings- en beautyproducten. De eenmanszaak van [eiseres] is gevestigd aan de Frederikstraat in Den Haag. [eiseres] maakt ten behoeve van haar eenmanszaak gebruik van de domeinnaam celeste-parfums.nl, het e-mailadres shop@celeste-parfums.nl en de social media accounts @celesteparfums (Instagram en Facebook) en @CelesteParfums (Twitter).

3.2.

De gevel van de fysieke winkel van [eiseres] ziet er als volgt uit:

3.3.

[eiseres] heeft in 2008 met haar onderneming in de wintereditie van het tijdschrift de Libelle gestaan. Later is de winkel van [eiseres] nog verschenen in een artikel van zakenblad Quote.

3.4.

[gedaagde] drijft sinds 20 januari 2020 een eenmanszaak onder de handelsnaam ‘Celeste Dermacare’. Deze eenmanszaak houdt zich blijkens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bezig met schoonheidsverzorging, pedicures en manicures. De eenmanszaak van [gedaagde] is gevestigd aan de Valeriusstraat in Den Haag. Ook biedt [gedaagde] in haar zaak laserbehandelingen aan. [gedaagde] maakt ten behoeve van haar eenmanszaak gebruik van de website www.celestedermacare.nl en de social media kanalen Instagram en Facebook (@celestedermacare). [gedaagde] hanteert zowel in haar fysieke winkel als online het volgende logo:

3.5.

De gevel van de onderneming van [gedaagde] ziet er als volgt uit:

3.6.

[eiseres] heeft [gedaagde] op 10 maart 2021 gesommeerd om met directe ingang de handelsnaam van haar onderneming zodanig te wijzigen dat het teken Celeste er niet meer in voorkomt.

3.7.

[gedaagde] heeft afwijzend op de sommatie gereageerd en gesteld dat haar handelsnaamgebruik vanwege de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, die niet is geweigerd, legitiem en legaal is. [gedaagde] heeft tevens opgemerkt dat zij het teken ‘Celeste Dermacare’ als Benelux-merk heeft gedeponeerd.

3.8.

[gedaagde] heeft op 15 maart 2021 met een spoedprocedure het Benelux woordmerk CELESTE DERMACARE aangevraagd. Dit woordmerk is op 16 maart 2021 geregistreerd (registratienummer 1438232) voor waren en diensten in de klassen 41 (o.a. esthetiek en schoonheidstrainingen) en 44 (o.a. huidverzorgingsdiensten).

3.9.

Op 22 juni 2021 heeft de advocaat van [eiseres] [gedaagde] gesommeerd het gebruik van haar handelsnaam te staken en gestaakt te houden. De advocaat van [gedaagde] heeft daar per brief van 2 juli 2021 wederom afwijzend op gereageerd.

4 Het geschil

4.1.

[eiseres] vordert – samengevat – dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

I. [gedaagde] beveelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis ieder gebruik van de handelsnaam ‘Celeste’, de domeinnaam celestedermacare.nl, de e-mailadressen eindigend op @celestedermacare.nl en de social media kanalen van [gedaagde] waarin de handelsnaam ‘Celeste’ is opgenomen en iedere andere handelsnaam die identiek is aan of slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam van [eiseres] te staken en gestaakt te houden;

II. [gedaagde] beveelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het Benelux-merk met registratienummer 1438232 te laten doorhalen, met afschrift daarvan aan de advocaat van [eiseres], en om zich van de registratie van een gelijk of op verwarringwekkende wijze met de handelsnaam van [eiseres] overeenstemmend teken te onthouden en te blijven onthouden;

III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,- voor iedere overtreding van de onder I. en II. gevorderde bevelen, te vermeerderen met een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat [gedaagde] met de gehele of gedeeltelijke nakoming van de bevelen in gebreke blijft, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;

IV. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit geding op de voet van artikel 1019h Rv1;

V. de termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak zoals bedoeld in artikel 1019i Rv bepaalt op 12 maanden vanaf de dag van dit vonnis.

4.2.

[eiseres] legt aan deze vorderingen ten grondslag (primair) dat [gedaagde] met het voeren van haar handelsnamen ‘Celeste’ en ‘Celeste Dermacare’ in strijd handelt met artikel 5 Hnw2 en (subsidiair) dat [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiseres] handelt door het gebruik van de tekens ‘Celeste’ en ‘Celeste Dermacare’. Ten aanzien van de gevorderde doorhaling van het Benelux-merk stelt [eiseres] dat deze merkinschrijving te kwader trouw is geschied.

4.3.

[gedaagde] voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure op de voet van artikel 1019h Rv, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dit vonnis.

4.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5 De beoordeling

Spoedeisend belang

5.1.

Het – voor toewijzing van een vordering in kort geding vereiste – spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen vloeit voort uit de aard van de vorderingen. Het spoedeisend belang is ook niet door [gedaagde] betwist. Evenmin is betwist dat [eiseres] eerst in maart 2021 van het gebruik van de handelsnaam van [gedaagde] heeft kennis gekregen.

Het gevorderde onder I.: gebruik van de handelsnaam

5.2.

Primair heeft [eiseres] aan haar vordering onder I. ten grondslag gelegd dat [gedaagde] in strijd handelt met artikel 5 Hnw. Op grond van dat artikel is het verboden een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig werd gevoerd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, indien dientengevolge, gelet op de aard en plaats van beide ondernemingen, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Anders gezegd, kan in het geval van (nagenoeg) dezelfde handelsnaam, zoals in deze zaak, een beroep op dit artikel slagen als 1) de een de handelsnaam rechtmatig voerde, 2) de ander de handelsnaam daarna is gaan gebruiken en 3) daardoor verwarringsgevaar is ontstaan.

5.3.

De voorzieningenrechter stelt vast dat tussen partijen in ieder geval niet in geschil is dat [eiseres] eerder met haar onderneming aan het economisch verkeer deelnam met haar handelsnamen ‘Celeste’ en ‘Celeste Parfums’ dan dat [gedaagde] haar ondernemingsactiviteiten is gaan uitvoeren onder de naam ‘Celeste Dermacare’. Anders dan [eiseres] heeft betoogd, stelt de voorzieningenrechter vast dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] ook de handelsnaam ‘Celeste’ (sec) zou voeren. In de producties waar [eiseres] op wijst is alleen in productie EP09 één keer het teken Celeste (sec) gebruikt, dus zonder toevoeging van de aanduiding ‘Dermacare’, namelijk op de instagram-pagina van [gedaagde], maar dat is onvoldoende voor de conclusie dat ook de handelnaam Celeste door [gedaagde] gevoerd zou worden, zodat er in deze procedure vanuit moet worden gegaan dat [gedaagde] zich uitsluitend bedient van de handelsnaam Celeste Dermacare.

5.4.

Over de overeenstemming tussen de handelsnamen ‘Celeste’ en ‘Celeste Parfums’ van [eiseres] en de handelsnaam ‘Celeste Dermacare’ van [gedaagde], kan de voorzieningenrechter kort zijn. [gedaagde] heeft daartegen immers geen onderbouwd verweer heeft gevoerd. [eiseres] voert de handelsnaam Celeste en die komt voor in de handelsnaam van [gedaagde] als het meest onderscheidende en dominerende bestanddeel, nu het andere bestanddeel ‘Dermacare’ als een beschrijvende aanduiding geldt voor ‘huidverzorging’ en dat bestanddeel overigens ook steeds ondergeschikt wordt gebruikt door [gedaagde], zowel op haar gevel als in de uitingen op haar website en social media pagina’s. Ook in de handelsnaam Celeste Parfums van [eiseres] geldt het tweede bestanddeel als een beschrijvende aanduiding van de waren die zij verkoopt. Nu Celeste dus het onderscheidende en dominerende bestanddeel is en die door [gedaagde] in haar latere handelsnaam wordt gevoerd, leidt dat tot de conclusie dat de handelsnaam Celeste Dermacare van [gedaagde] identiek is aan, althans slechts in geringe mate afwijkt van, de handelsnamen Celeste en Celeste Parfums in de zin van artikel 5 Hnw. Dat, zoals [gedaagde] ter zitting nog heeft opgemerkt, het woord ‘celeste’ in het Frans ‘beauty’ of ‘schoonheid’ zou betekenen, doet daar niet aan af, omdat, als al van de juistheid daarvan kan worden uitgegaan (de online Van Dale geeft namelijk de betekenis ‘hemels’, ‘goddelijk’ en bovennatuurlijk, uitzonderlijk, wonderbaarlijk’), het gemiddelde Nederlandse publiek de Franse taal niet dusdanig machtig is dat zij aan dat (in de Franse taal vermeend beschrijvende) element van de handelsnaam die betekenis zal toekennen.

5.5.

Vervolgens dient te worden beoordeeld of er – als gevolg van de identieke dan wel slechts in geringe mate van elkaar afwijkende handelsnamen – gevaar voor verwarring tussen de beide ondernemingen te duchten is. Dat is naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter het geval. Dat wordt als volgt toegelicht.

5.6.

[eiseres] heeft gesteld dat partijen zich in dezelfde branche, namelijk de cosmetica branche, begeven en dat er sprake is van overlappende producten en dienstverlening. [gedaagde] houdt zich blijkens het handelsregister immers bezig met huidverzorging, pedicures en manicures en biedt laser- en schoonheidsbehandelingen aan. Uit de social media uitingen van [gedaagde] blijkt bovendien dat zij tevens huidverzorgende producten verkoopt, net zoals [eiseres] dat doet. [gedaagde] ontkent dat laatste niet maar voert aan dat zij geen (web)winkel heeft waar die producten voor de consument vrij te koop zijn. Die producten worden na behandelingen aan haar klanten aangeboden. Dat verschil maakt echter nog niet dat de aard van beide ondernemingen zodanig anders is dat daardoor van verwarringsgevaar geen sprake kan zijn. Aannemelijk is ook dat [eiseres] en [gedaagde] in dezelfde vijver vissen. Het relevante publiek dat opteert voor een pedicure-, manicure of laserbehandeling zal doorgaans ook in de markt zijn voor parfum, make-up en beauty gerelateerde producten.

5.7.

Bovendien weegt mee dat [eiseres] al sinds 1999 gevestigd is aan de Frederikstraat in Den Haag. Zij heeft in de loop van de jaren in ieder geval in Den Haag – en sinds zij een op Nederland gerichte website heeft waarop zij haar producten aanbiedt: ook landelijk – bekendheid opgebouwd, waardoor zij met haar onderneming een gevestigde naam is geworden. Dat blijkt onder meer uit het feit dat [eiseres] zich ook landelijk presenteert in tijdschriften zoals de Libelle en Quote. [gedaagde] is in januari 2020 op ongeveer drie kilometer afstand van [eiseres] haar onderneming gestart. Het is niet onaannemelijk dat bij het Haagse (winkel)publiek, en in het bijzonder bij klanten van [eiseres] of bij mensen die op andere wijze bekend zijn met de onderneming van [eiseres], bij het zien van de handelsnaam van [gedaagde] de indruk kan worden gewekt dat het om een tweede vestiging van [eiseres] gaat, althans het publiek al gauw een link zal leggen met de onderneming van [eiseres]. Verwarring heeft zich ook al voorgedaan blijkens de door [eiseres] als productie EP21 en EP22 overgelegde verklaringen van klanten van [eiseres]. Die verklaringen luiden, voor zover hier relevant, als volgt:

en

5.8.

Gelet op het vorenstaande is de conclusie dat gevaar voor verwarring te duchten is, wat meebrengt dat het onder I. gevorderde verbod zal worden toegewezen.

5.9.

Voor zover een verbod is gevorderd voor het gebruik van iedere handelsnaam die slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam ‘Celeste’, wordt dit deel van de vordering ter voorkoming van executiegeschillen afgewezen, omdat het onvoldoende concreet is.

5.10.

Nu de vordering onder I. al op de primair aangevoerde grondslag wordt toegewezen, behoeft de gestelde onrechtmatige daad, die [eiseres] subsidiair aan deze vordering ten grondslag heeft gelegd, geen bespreking meer.

Het gevorderde onder II.: doorhaling van het Benelux-merk

5.11.

De vordering onder II. in de dagvaarding zal worden afgewezen nu er al een verbod wordt opgelegd en deze vordering het bestek van een spoedeisende maatregel in kort geding te buiten gaat.

Conclusie en proceskosten

5.12.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de vordering onder I. worden toegewezen als hierna vermeld. De onder II. gevorderde doorhaling van het Benelux-merk van [gedaagde] zal worden afgewezen. De onder III. gevorderde dwangsom als een prikkel tot nakoming van het verbod is aangewezen en zal worden toegewezen als na te melden. Aan het totaal te verbeuren dwangsommen zal een maximum worden verbonden.

5.13.

[gedaagde] zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld aan de zijde van [eiseres]. [eiseres] maakt aanspraak op vergoeding van de redelijke en evenredige proceskosten zoals bedoeld in artikel 1019h Rv en heeft haar kosten daartoe gespecificeerd tot een bedrag van € 9.900,- als honorarium voor de advocaat.

5.14.

De onderhavige zaak is een zaak ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019 Rv. Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, sluit de voorzieningenrechter aan bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Onderhavige zaak valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter onder de categorie eenvoudig kort geding met een maximumtarief van € 6.000,-. Dit bedrag zal worden toegewezen; het meer gevorderde wordt afgewezen. Het bedrag voor salaris advocaat van € 6.000,- wordt verhoogd met € 676,- aan griffierecht en € 98,52 aan deurwaarderskosten, waarmee het totaalbedrag uitkomt op € 6.774,52.

5.15.

De termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak zoals bedoeld in artikel 1019i Rv zal – zoals in dit soort zaken gebruikelijk is – worden gesteld op zes maanden na betekening van dit vonnis.

6 De beslissing

De voorzieningenrechter

6.1.

beveelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis ieder gebruik van de handelsnaam Celeste, zoals in de naam Celeste Dermacare, de domeinnaam celestedermacare.nl, de e-mailadressen eindigend op @celestedermacare.nl en de social media kanalen van [gedaagde] waarin de handelsnaam ‘Celeste’ is opgenomen, te staken en gestaakt te houden;

6.2.

veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 2.500,- voor iedere overtreding van het bevel zoals hiervoor weergegeven onder 6.1, te vermeerderen met een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 500,- voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat [gedaagde] met de gehele of gedeeltelijke nakoming van voornoemd bevel in gebreke blijft, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 75.000,-;

6.3.

veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 6.774,52;

6.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

6.5.

bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na betekening van dit vonnis;

6.6.

wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.Th. van Walderveen en in het openbaar uitgesproken door mr. D. Nobel op 15 februari 2022.

1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

2 Handelsnaamwet

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.