Uitspraken

2.1.

Naar aanleiding van het tussenvonnis van 5 juli 2023 heeft Stichting React zich bij akte van 2 augustus 2023 op een aantal punten uitgelaten, die hierna zullen worden besproken.

2.2.

Volgens Stichting React behoren tot de nauw omschreven groep personen wier belangen zij in deze collectieve procedure behartigt “alle rechthebbenden op intellectuele eigendomsrechten, met name zijnde leden van Coöperatie SNB-REACT U.A., op wier intellectuele rechten inbreuk is gemaakt door SHLC c.s. via het e-commerce platform www.vova.com (hierna: Vova), met name door de verkoop van namaakproducten (counterfeit)”.

2.3.

De rechtbank stemt hier mee in, met dien verstande dat er na de woorden “intellectuele eigendomsrechten” de passage “volgens Stichting React” worden ingevoegd, aangezien de rechtbank de gestelde inbreuk nog niet heeft vastgesteld.

2.4.

Stichting React heeft in haar akte verzocht te bepalen dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben niet het opt-in regime geldt, maar het opt-out regime van artikel 1018f lid 1 Rv. Hiertoe heeft Stichting React naar voren gebracht dat de benadeelden in deze zaak bestaan uit grote internationale merkhouders, die de activiteiten van Stichting React - onder meer het voeren van collectieve acties om de handel in namaakproducten te bestrijden - steunen. Als de leden niet met deze procedure willen instemmen, is een opt-out verklaring voldoende om dat kenbaar te maken. Het is zeer bewerkelijk en tijdsintensief en daardoor praktisch ondoenlijk om van (veelal grote internationale) rechthebbenden voor elke collectieve procedure een opt-in verklaring te verlangen.

2.5.

De rechtbank acht deze motivering toereikend om te bepalen dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben het opt-out regime als bedoeld in artikel 1018f lid 1 Rv van toepassing is.

2.6.

De rechtbank heeft onder 3.16 van het tussenvonnis een tekstvoorstel gedaan voor een advertentie in een of meer landelijke dagbladen.

2.7.

Stichting React heeft deze advertentietekst iets aangepast. De achtergrond hiervan is, zo heeft zij aangevoerd, in de eerste plaats dat de meeste leden van de Coöperatie React SHLC c.s. kennen via de naam van het door SHLC c.s. geëxploiteerde e-commerceplatform Vova. In de tweede plaats moet de tekst worden aangepast vanwege het opt-out regime voor buitenlandse belanghebbenden. Stichting React verzoekt, als de rechtbank publicatie noodzakelijk acht, te bepalen dat de advertentietekst uitsluitend wordt geplaatst in het dagblad Trouw.

2.8.

De rechtbank acht publicatie in een nieuwsblad noodzakelijk, nu artikel 1018f Rv dit voorschrijft. De rechtbank stemt in met de door Stichting React voorgestelde advertentietekst en de plaatsing hiervan in (uitsluitend) het dagblad Trouw. Dat betekent dat de advertentietekst als volgt komt te luiden:

2.9.

Stichting React is in haar akte ingegaan op de wijze waarop aan ‘bekende personen’ mededeling wordt gedaan als bedoeld in artikel 1018f lid 3 Rv. Volgens haar is aanschrijving bij ‘gewone brief’ niet zinvol omdat zij de internationale belanghebbenden het beste kan bereiken via haar eigen kanalen en die van Coöperatie React. Stichting React verzoekt te bepalen dat de mededeling, in de Engelse taal, onder de aandacht wordt gebracht via haar eigen digitale nieuwsbrief (per e-mail) en via haar website https://www.react.org/solutions/react-foundation.

2.10.

De rechtbank stemt hiermee in. De tekst van die mededeling wordt hierna bepaald.

2.11.

De rechtbank heeft onder 3.17 van het tussenvonnis een tekstvoorstel gedaan voor plaatsing in het centraal register voor collectieve vorderingen. Stichting React heeft in haar akte een aangepaste tekst voorgesteld, in aansluiting op de onder 2.7 bedoelde aanpassingen. De rechtbank stemt hiermee in, met dien verstande dat het briefadres van de rechtbank wordt gehandhaafd. Dit betekent dat de tekst als volgt komt te luiden:

2.12.

De rechtbank zal bepalen dat Stichting React deze mededeling/aankondiging i) zal plaatsen in het centraal register voor collectieve vorderingen, ii) zal opnemen in haar
nieuwsbrief en iii) zal plaatsen op haar website https://www.react.org/solutions/react-foundation.

2.13.

Stichting React heeft blijkens haar akte geen behoefte aan het bepalen van een termijn voor een minnelijke regeling en voor het aanvullen van de gronden van de vordering.

2.14.

De zaak zal worden verwezen naar de rolzitting van 25 oktober 2023 voor vonnis.