Vonnis van de kantonrechter d.d. 7 september 2023 in de zaak van:
Aegon Levensverzekering N.V. te 's-Gravenhage,
eisende partij,
gemachtigde mr. E.L.B. Hundscheidt,
Procedure en beoordeling
Bij dagvaarding d.d. 26 juni 2023 heeft eisende partij tegen gedaagde partij een vordering ingesteld zoals omschreven in de dagvaarding.
Op de rolzitting van 6 juli 2023 is aan gedaagde partij op zijn verzoek een termijn verleend tot de rolzitting van 31 augustus 2023 voor het (mondeling of schriftelijk) nemen van een conclusie van antwoord. Dit is op de zitting aan gedaagde partij meegedeeld, dan wel hem nadien bij brief van de griffier meegedeeld. Gedaagde partij is op de daarvoor aangewezen zitting echter niet verschenen en heeft evenmin op andere wijze gereageerd. Op grond daarvan is de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.
Voor de omschrijving van de vordering van eisende partij en de daartoe aangevoerde gronden wordt verwezen naar de dagvaarding waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Nu gedaagde partij, hoewel hij daartoe naar behoren in de gelegenheid gesteld is, tegen de vordering van eisende partij geen verweer heeft gevoerd, moet worden uitgegaan van de juistheid van de feiten die eisende partij aan de vordering ten grondslag heeft gelegd. Deze feiten vormen naar het oordeel van de kantonrechter een toereikende grondslag voor de vordering, zodat deze kan worden toegewezen. Als in het ongelijk gestelde partij dient gedaagde partij te worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eisende partij.
Gedaagde partij is een natuurlijke persoon en niet is gesteld of gebleken dat gedaagde partij handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat gedaagde partij een consument is. Dat betekent dat ambtshalve moet worden getoetst of – kort gezegd – eisende partij destijds aan de precontractuele en contractuele informatieplichten heeft voldaan, zich niet heeft schuldig gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken en of sprake is van bepaling uit de algemene voorwaarden die als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt. Aan de hand van het gestelde in de dagvaarding is de vordering getoetst aan de dwingende bepalingen van het Europees consumentenrecht. Deze toets leidt niet tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek wordt toegewezen.
De beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde aan de [adres] te [woonplaats] ;
- veroordeelt gedaagde partij om het gehuurde binnen drie dagen na betekening van het vonnis met al de zijnen/haren en het zijne/hare te ontruimen en te verlaten en door overgave der sleutels ter vrije en algehele beschikking van eiser(es) te stellen;
- veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting:
a. te betalen aan huurachterstand tot 1 juli 2023 alsmede aan buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van € 1.164,15 vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.073,66 vanaf 26 juni 2023, althans over de na die datum vervallen huurtermijnen vanaf de vervaldata van die huurtermijnen tot de dag der algehele voldoening;
b. te betalen voor iedere maand, te rekenen vanaf 1 juli 2023 tot het tijdstip van de gevorderde ontbinding ten titel van huur, en te rekenen sedert dat tijdstip tot en met de maand waarin de ontruiming en lege oplevering van het gehuurde zal hebben plaatsgevonden ten titel van vergoeding voor het genot van het gehuurde, de huurbedragen waarop eisende partij bij wederzijdse nakoming van de huurovereenkomst aanspraak gemaakt zou kunnen hebben, vermeerderd met de wettelijke rente over die termijnen ingaande de vervaldag daarvan tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt gedaagde partij in de kosten van het geding tot hiertoe aan de zijde van eisende partij vastgesteld op € 561,32, waarvan € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde van eisende partij, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde btw;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. M. Nijenhuis en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 september 2023.
Voor grosse
Afgegeven aan en ten verzoeke van
eisende partij.
De Griffier van de rechtbank Den Haag,
Zittingsplaats Gouda